Een nieuwe roman van David Grossman (1954) is in Israël en ver daarbuiten iets om naar uit te kijken. In eigen land staat hij, samen met Amos Oz en A.B. Yehoshua, op eenzame hoogte. Zijn romans, waaronder Zie: liefde, Het zigzagkind en De stem van Tamar, zijn er zeer succesvol en ook zijn talrijke essayistische bijdragen aan het politieke debat worden gewaardeerd, althans door het vredelievender deel der natie. Al jaren geldt Grossman als een vooraanstaand pleitbezorger van een vreedzame oplossing in de regio.
Zes jaar en zevenhonderd pagina’s had hij nodig voor zijn nieuwe roman: Een vrouw op de vlucht voor een bericht; een epos waarmee hij tal van tere Israëlische snaren raakt. De vrouw heet Ora en ze probeert te ontsnappen aan haar grootste angst: te horen krijgen dat haar zoon gesneuveld is tijdens een gevechtsmissie in Libanon. Zo lang ze onbereikbaar is, kan ze ook geen slecht bericht krijgen, zo redeneert ze. Daarom onderneemt ze een lange wandeltocht door het noorden van Israël. Eigenlijk zou ze die tocht samen met Ofer maken, om te vieren dat hij na drie jaar militaire dienst is afgezwaaid, maar Ofer verkoos deelname aan deze militaire operatie boven een vakantie met zijn moeder. In een opwelling besluit Ora haar jeugdliefde Avram mee te nemen, die dertig jaar eerder meer dood dan levend terugkeerde uit de oorlog tegen Egypte, waarin hij krijgsgevangen was en die nooit meer de oude werd.
Een vrouw op de vlucht voor een bericht maakt nietsontziend duidelijk hoe vernietigend de invloed van permanente strijd en dreiging is op het dagelijks leven van gewone burgers. Toch is het geen politieke roman. Voor alles bezingt Grossman de liefde van een moeder voor haar kind. Tot in de kleinste details schetst hij het leven van Ofer, vanaf zijn bevruchting. Ora houdt haar zoon in leven door Avram over hem en hun gezin te vertellen.
De nieuwe roman van David Grossman gaat over grote thema’s als liefde, oorlog, angst en hoop. Maar bovenal bezingt hij de liefde van een moeder voor haar kind: ‘Ik ben een heel moederlijk soort vader.’
Rouw
De wetenschap dat Grossman gedurende het schrijven van dit boek zelf zijn zoon Uri verloor, maakt de roman nog indringender. Uri kwam op 12 augustus 2006 om tijdens de laatste uren van de Tweede Libanonoorlog, toen de tank waarvan hij commandant was getroffen werd door een raket. Hij was twintig jaar. Zijn vader, die een dag eerder nog publiekelijk had gepleit voor terugtrekking van de Israëlische troepen uit Libanon, werkte toen al drie jaar aan dit boek, waarover hij vaak met Uri sprak. In een kort nawoord schrijft Grossman hierover: ‘Ik had toen het gevoel – of liever gezegd de hoop – dat het boek dat ik schreef hem zou beschermen.’ Een week na de dood van Uri hervatte Grossman zijn werk. ‘Natuurlijk was dit een moeilijk boek,’ zegt hij nu, ‘maar het was goed dat ik dít boek aan het schrijven was. Ik kan me niet voorstellen dat ik over iets anders had geschreven. Meteen nadat de week van rouw voorbij was, ben ik weer gaan schrijven. Het was de enige manier voor mij om tot het leven terug te keren. Ik ging het verdriet niet uit de weg, maar dit is geen boek over verdriet. Dat ga ik ook nog wel eens schrijven. Dit is een boek over the wholeness of life. Om daar mee bezig te zijn in die periode, voelde als bewust voor het leven kiezen. Als tegenwicht tegen de wanhoop de mogelijkheid hebben om iets van menselijke warmte te creëren.’
U schrijft heel invoelend over Ora’s grenzeloze liefde voor haar zoon. Is er een wezenlijk verschil tussen vaderliefde en moederliefde?
‘Ik denk het wel. Moederliefde is heel primair. Ik ben een heel moederlijk soort vader. Ik was en ben erg betrokken bij de opvoeding van onze kinderen, tot in de kleinste details. Het is een heel belangrijk onderdeel van mijn leven. Maar ik heb altijd het gevoel gehad dat de moeder, omdat ze het kind gedragen heeft en borstvoeding heeft gegeven, een soort primitieve liefde voelt. Ik heb ooit gelezen dat iedere vrouw die ooit zwanger is geweest in haar lichaam nog cellen draagt van de foetus. Misschien creëert dat die biologische band die niet in woorden te vatten is.
En misschien is het daarom makkelijker voor een vrouw om zich niet te onderwerpen aan de grote systemen in de samenleving: overheid, leger, religie. Al die systemen zijn door mannen uitgevonden en worden door hen in stand gehouden. Als Ora haar zoon naar het leger heeft gebracht, waarmee ze dus volledig collaboreert met het systeem zoals de meeste Israëlische vrouwen doen, vraagt ze zichzelf af: hoe kan het dat ik loyaler ben aan het leger dan aan mijn zoon? Had ze hem niet gewoon in huis moeten opsluiten en hem moeten verbieden te gaan? Maar hij wilde zelf meedoen in de strijd. Zijn hele diensttijd is hij erop voorbereid, hij wil er bij zijn. Hij wil niet met zijn moeder wandelen in Galilea terwijl zijn vrienden aan het vechten zijn. Dus gaat Ora weg.’
Was het moeilijk om u in Ora te verplaatsen?
‘Het was makkelijker geweest om een vader als verteller te kiezen, maar een deel van het plezier van schrijver zijn is dat je zoveel identiteiten kunt aannemen. Je kunt een vrouw zijn, of een Palestijn. Als mensen me vragen hoe ik me zo goed in een moeder kan verplaatsen, heb ik daar nooit een goed antwoord op. Ik ben gewoon opgehouden met me ertegen te verzetten. Ik zit gevangen in mijn lichaam, in mijn taal, in mijn levensgeschiedenis. Net als jij. Mensen proberen altijd te blijven wie ze zijn, maar als ik schrijf probeer ik me niet langer te verzetten tegen al die andere mensen die in mij schuilen. Ik geef me over. Als ik alles wat ik onderdruk en negeer loslaat, is het zo’n genoegen om Ora te zijn.’
Er zitten expliciete oorlogsscènes in het boek. Kunt u met een roman als deze de lezer tot andere opvattingen brengen?
‘Dat hoop ik. Niemand wil zijn eigen nachtmerries in hoge resolutie zien. Dat doe ik in dit boek wel. Ik beschrijf alles in hoge resolutie. Niet alleen de wreedheden van de oorlog, maar ook de nuances van de liefde, het krijgen van kinderen. Ik zal geen obscene dingen beschrijven, puur vanwege de sensatie, maar als ik over oorlog schrijf, moeten mensen wel begrijpen waar oorlog over gaat. Als je mee gaat leven met Ora, zie je hoe makkelijk het is om het leven te vernietigen. Misschien begrijp je iets meer over de waanzin van de oorlog, de wreedheid, de prijs die we betalen. Misschien motiveert het sommige mensen om er anders over te gaan denken.’
Wat voor reacties kreeg u in Israël op dit boek?
‘Heel sterke reacties. Veel mensen zeiden: dit is mijn levensverhaal. Het boek is inmiddels ook in andere landen verschenen. In Italië zijn er al 120.000 van verkocht. Ik vroeg aan buitenlandse vrienden wat ze erin herkenden, want ik dacht dat het een heel Israëlisch boek was. Maar het gaat natuurlijk ook over ouderschap, de zorgen om je kind, over relaties tussen mannen en vrouwen, tussen broers.
Ik zal je iets grappigs vertellen: voor De uitvinder van geheimen, dat gaat over een familie in Jeruzalem voor de Zesdaagse Oorlog, heb ik heel veel gebruikt uit mijn jeugd en uit het leven van mijn ouders. Ik gaf het aan mijn vader voordat het uitkwam. Hij las het en zei: “Nou David, dat is een heel aardig boek, maar denk je echt dat iemand buiten onze familie het zal begrijpen?” Bij elke nieuwe vertaling bracht ik hem een exemplaar en zei: “Kijk papa, ze begrijpen het wel.”’
Ora en Avram wandelen door Galilea. U beschrijft het natuurschoon heel lyrisch.
‘Landschappelijk gezien is Israël een prachtig, dramatisch land. Heel extreem en heel gevarieerd. Er is een wandelroute van duizend kilometer, daar heb ik de helft van gelopen. Ik liep alleen, zonder wapen, en dat wordt in Israël als gevaarlijk beschouwd, maar het enige gevaar dat ik ben tegengekomen was afkomstig van dieren, niet van mensen. Ik ben jakhalzen tegengekomen, wolven, vossen, wilde zwijnen en slangen. De ervaring om alleen in de natuur te zijn, heeft me echt veranderd. Als kind had ik de gave op te gaan in de natuur, maar daarna stond ik er decennia lang niet voor open. Veel kolonisten lopen die route. Het is een soort ideologie om hun land te voet te verkennen. Bijna iedereen die ik tegenkwam, is het zeer oneens met mijn politieke opvattingen en in een andere context hadden we gelijk knallende ruzie gekregen, maar nu dronken we samen koffie en aten een broodje. Ik zal het niet idealiseren, maar er zit iets in de aard van de natuur dat mensen een beetje beter maakt. Als Ora en Avram naar een therapeut waren gegaan om al hun trauma’s te verwerken, had ze dat tien jaar therapie gekost. In de natuur zijn opent hen, het brengt alle primitieve dingen van het leven naar boven.’
Viel het u zwaar om na zes jaar afscheid van Ora en Avram te nemen?
‘Ik vond het vreselijk. Mijn personages zijn zo levend voor me. Ik ken ze zo goed. Helaas eindigt het verhaal en moet ik verder. Maar Ora is er nog steeds. En Avram ook. Sommige personages verdwijnen langzaam uit mijn leven. Andere blijven. Soms zeg ik tegen mezelf: nu doe je net als Momik, uit Zie: liefde. Uit ieder boek blijft er wel iemand. Ik hoop dat Ora blijft, want ik hou echt van haar.’
David Grossman: Een vrouw op de vlucht voor een bericht (vertaling Ruben Verhasselt, uitgever Cossee)