Paul Auster is het type auteur van wie tegenstanders zeggen dat hij zich sinds zijn jonge jaren nooit heeft vernieuwd, en van wie zijn medestanders – aanzienlijk talrijker – stellen dat hij, consistent en oprecht, zijn thematiek door de jaren heen trouw is gebleven. Maar of je Auster nu ‘consistent’ of ‘niet vernieuwend’ vindt, weinigen zullen tegenspreken dat hij een buitengewoon inventief verhalenverteller is en een meester in het verzinnen van intrigerende plots. Zijn boeken zijn vanaf de eerste bladzijde spannend en grijpen de lezer meedogenloos bij de lurven. Tegelijkertijd hebben ze bijna altijd iets gekunstelds. Alleen de namen al. Personages heten Black, White en Blue, Aesopus (naar de befaamde Griekse dichter-slaaf), Marco Stanley Fogg (drie ontdekkingsreizigers in één), dan wel Auster of een anagram daarvan (Trause). Daarnaast ontmoeten we honden met een menselijk bewustzijn, bibliotheken met een wel erg symbolische omvang (1492 titels), personages die kunnen zweven, mensen die zich het grootste deel van hun leven dood houden voor de buitenwereld, en mannen die van het ene moment op het andere elders in het land een nieuw leven beginnen. Wanneer je de personages en hun eigenaardigheden en de gebeurtenissen die hen overkomen op een rijtje zet, zou je gemakkelijk tot de conclusie kunnen komen dat Auster maar wat vrijblijvend in de ruimte fantaseert. Maar het fascinerende is dat dat nooit je conclusie is wanneer je een Auster-roman leest. Zoals elke grote auteur beschikt hij over het talent je te laten gelóven wat hij vertelt, meestal al vanaf de eerste zin.
Ook Paul Austers vijftiende roman, 'Onzichtbaar', bestaat weer uit verhalen-in-verhalen, verspringende identiteiten en even verrassende als raadselachtige verwikkelingen. Een oeuvre ontleed.
Klassiekers
Die eerste zinnen zijn ook illustratief voor Austers meeslepende vertelstijl. Ze staan doorgaans als een huis. ‘Het begon allemaal met dat verkeerde nummer’ (The New York Trilogy), ‘Zes dagen geleden blies een man zichzelf op langs de weg in noord Wisconsin’ (Leviathan), ‘Een jaar lang deed hij niets dan rijden, en reisde hij heen en weer, dwars door Amerika, net zo lang tot zijn geld op was’ (The Music of Chance), ‘Ik was twaalf jaar oud toen ik voor het eerst over water liep’ (Mr Vertigo), ‘Iedereen dacht dat hij dood was’ (The Book of Illusions).
Het zijn stuk voor stuk klassiekers uit de cursus Creatief Schrijven: ‘Zet een situatie neer die de lezer intrigeert’. Maar ze werken, en ze worden gevolgd door andere intrigerende zinnen, die de aanvankelijke gedachte dat we hier misschien met een cliché van jewelste van doen hebben snel doen vervliegen. Want als je clichés op een nieuwe manier rangschikt en gebruikt, zijn het geen clichés meer. En dat is precies wat Auster op een meesterlijke manier doet: de lezer vertrouwde en al te vertrouwde elementen voorzetten en deze op een nieuwe manier gebruiken. Auster grijpt niet alleen op zinsniveau naar klassiekers, maar verwijst ook in de opzet en structuur van zijn boeken naar uiteenlopende literaire tradities. In The New York Trilogy, waarmee Auster in literaire kringen zijn naam vestigde, gebruikte hij conventies van de detective- en spionageroman, terwijl In the Country of Last Things een klassiek dystopia lijkt en leest als een combinatie van Kafka en Orwell. Moon Palace bevat elementen van zowel de Bildungsroman als de frontier novel. In The Music of Chance klinken geluiden van de picarseke roman. Hetzelfde geldt voor Mr Vertigo, dat bovendien heel nadrukkelijk oogt als Amerikaans pendant van Oliver Twist. Oracle Night is een variant op wat in Nederland een Droste-effect heet: een verhaal-ineen- verhaal-in-een-verhaal.
Auster is het type auteur dat zich in zijn boeken voortdurend rekenschap geeft van zijn literaire voorkeuren, van de boeken en auteurs die hem de liefde voor de literatuur en vervolgens voor het schrijven hebben bijgebracht. Dus zal de meer dan oppervlakkige lezer ze in elk boek aantreffen: verwijzingen naar Edgar Allan Poe, Nathaniel Hawthorne, Knut Hamsun, Franz Kafka en nog een reeks favorieten. Niet omdat Auster graag interessant doet of zijn belezenheid wil tonen – het kleine groepje immer terugkerende schrijvers zou eerder duiden op een beperkte belezenheid –, maar simpelweg omdat het werk van deze auteurs hem heeft gevormd en in elk vezel van zijn schrijverslichaam zit.
Hecht
Door de uiteenlopende genres die hij in zijn werk incorporeert, heeft iedere Auster-roman zijn eigen toon, muziek en kleur. Tegelijk is zijn oeuvre zowel structureel als thematisch buitengewoon hecht. Ondanks het schijnbaar uiteenlopende karakter van Austers boeken, gaan ze allemaal over hetzelfde: de onkenbaarheid van de werkelijkheid, de machteloosheid van het individu, de ongrijpbaarheid van het begrip ‘identiteit’, de willekeur van het lot en de eeuwige zoektocht die het aards bestaan voor de mens inhoudt. En dat in romans waarin letterlijk geen mus van het dak valt, of het heeft een betekenis.
Hoewel het succes van zijn film 'Smoke' (1995) daarin enigszins verandering heeft gebracht, hebben Austers boeken altijd meer bijval ondervonden in Europa dan in de Verenigde Staten. Misschien heeft dat te maken met de combinatie van een zowel Europees als Amerikaans bewustzijn dat de boeken lijken te ademen. Austers werk combineert een zwaarmoedige ‘Europese’, aan het existentialisme en het werk van W.F. Hermans verwante thematiek met een ‘Amerikaanse’ vitaliteit. Die laatste komt met name naar voren in het telkens opduikende motief van het ‘opnieuw beginnen’. De gedachte dat je altijd een nieuwe start kunt maken, je verleden achter je kunt laten en je leven, je identiteit kunt hernemen is een typisch Amerikaanse, die diep geworteld is in de literatuur van dat land.
Levitatiekwaliteiten
Ook de personages van Paul Auster zijn ermee behept. Jim Nashe uit The Music of Chance verlaat zijn oude leven om te gaan zwerven, ziet zich telkens genoopt het over een andere boeg te gooien en spoedt zich in zijn laatste vluchtpoging uit een vorig bestaan, verblind door de koplampen, richting een tegemoetkomende auto.
Wanneer Walt, de zwevende held uit Mr Vertigo, zijn levitatiekwaliteiten verliest, besluit hij zijn levensverhaal te boek te stellen en dan nog één keer te vliegen. En wel op een manier die hij niet zal kunnen navertellen.
In Oracle Night vertelt Auster over schrijver Sidney Orr, die zijn personage Nick Owen een geheel nieuw leven laat beginnen in een andere stad. En hoe vergaat het deze Nick? Hij raakt opgesloten in een kamer, ver van alles en iedereen, en de enige die hem zou kunnen bevrijden sterft aan een hartaanval. Bij dat moment in zijn verhaal aangekomen, geeft Orr er de brui aan. Altijd opnieuw beginnen? Probeer het maar, knikt Auster zijn personages bemoedigend toe. Zijn valse grijns houdt hij daarbij verborgen. Hij is hun bondgenoot, maar niet door dik en dun.
Onzichtbaar (oorspr. Invisible, vertaling Ronald Vlek) van Paul Auster is verschenen bij De Arbeiderspers