og voordat de kredietcrisis in volle hevigheid losbarstte, zag Sarah May (1972) in haar dure buurt in Zuid-Londen al verontrustende voortekenen: dertigers en veertigers met behoorlijke maar zeker geen geweldig betaalde banen die huizen betrokken waarvoor een vermogen moest worden betaald.
‘Het klopte gewoon niet,’ zegt ze. ‘De huizenprijzen stonden in geen verhouding tot het inkomen van de bewoners.’
Sarah May zag meer. Ze zag hoe ouders zich in de onmogelijkste bochten wrongen om hun kinderen op de juiste school te krijgen maar tegelijkertijd nauwelijks tijd hadden voor diezelfde kinderen. Hoe vrouwen in de supermarkt elkaars karretjes scanden, feilloos registrerend of iemand wel biologische eieren kocht en niet stiekem wegwerpluiers gebruikte. Hoe al die moeders naast hun drukke baan ook nog hip en strak probeerden te blijven, sla verbouwden in hun volkstuin en feestjes organiseerden met bewerkelijke hapjes. Hoe de schijn werd opgehouden in uitgebluste huwelijken. En hoe iedereen gebukt ging onder een schrijnend gebrek aan onderlinge solidariteit en eerlijkheid, maar tegelijkertijd zelf de illusie in stand hield.
Sarah May zag dat allemaal omdat ze zelf ook zo’n moeder is. Ook zij wil dat haar kind naar de beste school gaat en ook zij schaamt zich als ze erop betrapt wordt geen ecoaardappels in haar karretje te hebben. Al die observaties, angsten en frustraties kon ze kwijt in haar roman The Rise and Fall of a Domestic Diva, hier enigszins houterig vertaald als De Prendergast Road kronieken. In deze gitzwarte soap volgen we de dagelijkse beslommeringen van Kate, Evie, Jessica, Ros, Harriet en hun mannen, kinderen, au pairs en schoonmoeders. Een tragikomisch verhaal waarin May haar weinig sympathieke moeders een voor een behendig richting afgrond stuurt.
Sarah May situeerde haar roman in een kring van jonge ouders in een dure Londense woonwijk, waar iedereen de schijn van geluk ophoudt: ‘Dat gebrek aan geluk fascineert mij.’
Het lijkt me bijna overmijdelijk dat u uit eigen ervaring heeft geput voor dit boek. Vond u het leven als prille moeder zo vreselijk? ‘Natuurlijk zitten er autobiografische elementen in dit boek. Ik vond het heel moeilijk om vanuit een drukke baan ineens thuis te zijn met een baby en niemand meer te zien. Ik weet dat veel vrouwen dat zo ervaren, maar in plaats van dat je tegen elkaar zegt: “God, wat is dit moeilijk, hier was ik niet op voorbereid, wat is dit een eenzaam leven,” speelt iedereen het spel mee. Dat heeft me echt geraakt. Al die vrouwen die bijna een dubbelleven voor zichzelf creëeren. Het is vrijwel onmogelijk om alles te doen wat er van je verwacht wordt.’
En waarom proberen ze dat toch?
‘Vanwege de verwachtingen. Van hun partners, van hun ouders. Onze generatie vrouwen is de eerste die er al een professionele carrière op heeft zitten voordat er kinderen komen. Onze moeders hadden wel baantjes, maar geen carrières. Wij zijn de eerste generatie van wie verwacht werd dat we gingen studeren en dat we daarna voor onszelf zouden zorgen. Zelfs als je in de generatie van onze moeders wel had gestudeerd, werd er verwacht dat je ging trouwen in plaats van carrière te maken. Ik zat in de jaren tachtig op een afschuwelijke meisjesschool. In die tijd stonden er nog fornuizen en naaimachines in de klas en leerde je hoe je drankjes moest serveren aan je gasten. Op het moment dat ik die school verliet, werden de fornuizen en naaimachines vervangen door computers. Dat markeert voor mij de verandering in de tijd.’
Niemand in dit boek is gelukkig en niemand wordt het.
‘De balans vinden tussen werk en gezin is in de Engelse media op dit moment een enorm issue. Als je maar de juiste balans tussen die twee vindt, leidt dat vanzelf tot geluk. Maar niemand vindt die balans, dat vond ik heel interessant. Er is de druk van de generatie vóór ons, die ervoor gezorgd heeft dat wij zowel een carrière als een gezin kunnen hebben, dus nu moeten wij wel gelukkig zijn. Terwijl niemand die ik ken werkelijk gelukkig lijkt. Dat fascineert mij, dat gebrek aan geluk.’
De ouders in uw boek doen de gekste dingen om hun kind op de juiste school te krijgen. Hoe reëel is dat probleem?
‘Heel reëel. Of je wordt toegelaten hangt af van waar je woont, dus huren mensen soms huizen in het juiste postcodegebied. Niet om in te wonen, maar alleen om de goeie postcode te hebben. Als een huis op de markt komt, zal de makelaar er altijd bij vermelden welke school daarbij hoort en als dat een goede school is, is het huis gelijk veel meer waard. Het is een krankzinnige situatie, maar in je eentje kun je er niks aan veranderen, dus je moet wel meedoen, want het gaat om het welslagen van je kinderen. Ik heb vrienden die overtuigde atheïsten zijn, maar die zodra ze zwanger waren naar een bepaalde kerk begonnen te gaan om ervoor te zorgen dat hun kind straks naar de school kan die aan die kerk gelieerd is. Iedere zondag zaten ze daar. Het is uitermate deprimerend om te zien hoe iemand zijn opvattingen verloochent, zijn identiteit uitwist. Maar tegelijkertijd is het begrijpelijk. Een van de interessante gevolgen van kinderen krijgen, is dat je leven wordt gevormd op een manier die je van tevoren niet voor mogelijk had gehouden.’
Zijn die scholen echt zoveel beter?
‘Ja. Als je kind naar de verkeerde basisschool gaat, is dat slecht nieuws. Maar als hij naar de verkeerde middelbare school gaat, is de kans dat hij nog kan gaan studeren heel klein. Zo belangrijk is het. Veel ouders uit de middenklasse lenen, bedelen en stelen geld bij elkaar om hun kinderen dan in godsnaam maar naar een privéschool te sturen.’
Van de huwelijken in dit boek word je ook niet echt vrolijk.
‘Toen mijn man het boek las, zei hij enigszins ongemakkelijk: god ik hoop niet dat wij zo zijn. Geen enkel huwelijk functioneert goed in dit boek. In die zin is het anti-chicklit. Dat soort boeken gaat altijd heel erg over het moment waarop je elkaar ontmoet. Omdat ik mijn man al heel jong heb ontmoet, ben ik altijd veel meer geïnteresseerd geweest in wat mensen bij elkaar houdt. Want dan begint het pas. Ik heb vrienden die ik gekend heb als individuen, daarna als stel en daarna als ouders. Iedereen vindt het vanzelfsprekend, terwijl iemand ontmoeten en er een paar kinderen mee opvoeden eigenlijk een ongelofelijke prestatie is. Het lijkt zo gewoon, maar juist dat soort gewoonheid vind ik fascinerend.’