Van 26 december tot en met 6 januari brengt het VPRO-radioprogramma De Avonden het gelegenheidsprogramma 'De donkere dagen'. Hierin dragen twintig schrijvers verhalen voor die over deze bijzondere periode van het jaar gaan.

Deze verhalen mogen duizend woorden tellen, en dienen te gaan over deze bijzondere periode van het jaar. De geïnviteerde auteurs vormen een mix van gevestigde namen en aanstormend talent. Tot de eerste categorie mogen we Gerbrand Bakker, Thomas Verbogt en Dirk van Weelden rekenen. Tot de tweede bijvoorbeeld de kersverse winnaar van de F. Bordewijkprijs Gustaaf Peek (Ik was Amerika) en Jan van Mersbergen, die met Naar de overkant van de nacht een hoogtepunt in zijn jonge oeuvre schreef. Met Sanneke van Hassel, Franca Treur, Elke Geurts en Maartje Wortel is ook de jongste generatie schrijfsters goed vertegenwoordigd. A.L. Snijders en Esther Gerritsen spelen als Gids-columnisten een thuiswedstrijd.

De Avonden: De donkere dagen > Maandag 26 dec t/m vrijdag 6 januari, radio 6, 21.02-23.00 uur

In vuur en vlam

Toneelschrijver Don Duyns schreef speciaal voor De Avonden een kerstverhaal, dat de komende week als feuilleton te volgen is op de elektronische programmagids van de VPRO. Het eerste deel leest u hieronder.

‘Ik ga hout halen,’ zei Harold tegen de vrouw die hem in korte tijd dierbaar was geworden. Ze reageerde niet, bleef traag bewegen in haar zelfbedachte tai chi-variant.
‘Hout. Voor de kachel,’ probeerde hij het nog eens, maar ze bleef in haar trance. Hij opende de deur van het chalet en stapte de sneeuw in. De kille oostenwind sloeg hem hard om zijn wangen. Rillend trok hij de kraag van zijn colbertje op. Ook de kranten die zij hem op de borstkas had getapet, hielpen nu niet meer.
Hij keek naar de bosrand, die hem onmogelijk ver toescheen. Zijn tenen waren al gevoelloos geworden in de Puma-gymschoenen. Bergschoenen had hij moeten dragen, en een gewatteerde broek, met dito jas. Een bivakmuts om zijn oren. Handschoenen. Zoals volwassen mensen zich kleden als de temperatuur ver onder nul zakt. In plaats daarvan zag hij eruit als iemand die even uit een grand café stapt om te bellen. Met het verschil dat hij geen mobiele telefoon meer had, vanaf het moment dat hij het ding ergens bij Muiden in het water had gegooid. Niet meer traceerbaar zijn had hem op dat moment een goede beslissing geleken.
En dat was het ook.
Al die kutcollega’s en hielenlikkers, die zogenaamde vrienden, zijn bemoeizuchtige ouders: met het weggooien van dat stukje door suïcidale Chinezen vervaardigde techniek had hij zijn leven tenminste deels weer terug gekregen. Bij de bosrand gekomen stond hij in één keer stil. Het was of twee geel oplichtende ogen hem intens aankeken.

Wordt vervolgd op gids.vpro.nl van 26 t/m 30 december