De in 2002 overleden dichteres Gertrude Starink, die dertig jaar werkte aan haar vijfdelige poëtische meesterwerk De weg naar Egypte, wordt op Poetry International geëerd met een aan haar gewijd programma.

Ze woonden in St. Ives, in een huisje dat met zijn voeten in het water stond. In de bijbehorende kleine winkel verkochten ze boeken en schilderijen en collages die Gertrude maakte. Twee, drie mensen tegelijk pasten er in die winkel. Als ze tenminste geen grote plastic tassen bij zich hadden. Jan Starink vertelt het me in de hal van zijn woning in Den Bosch. Aan de muur hangt een knipsel over hun antiquariaat/winkel. Uit een streekkrant. Op een tafeltje ligt een collage die Gertrude maakte. En een boekje, mooi vormgegeven. In een oplage van een.
‘Ze was voortdurend bezig met het maken van cadeautjes,’ vertelt Jan even later in zijn woonkamer met prachtig uitzicht over de stad. Hij woont tegenwoordig in een met boeken gestoffeerde adelaarshorst in het centrum.
‘En alles,’ zegt hij, ‘had met elkaar te maken. Alles in haar leven was gezwaluwstaart.’ Ik moet niet denken dat ze een maanzieke oude dame was die mummelend langs de zee liep. Ze was praktisch, hij zal me nog wel een voorbeeld geven. Ze had een heldere stem. Jan Starink, die literatuurprogramma’s maakte voor de KRO-radio, zet een opname op terwijl hij koffie gaat zetten. Ik hoor haar gedichten voorlezen. Ze doet dat helder, zonder aanstellerij. Als haar man later vertelt hoe ze haar eerste bundel, die ze in eigen beheer uitgaf onder het pseudoniem Ruth Sabatier, aan de man bracht, hoor ik haar stem weer. Tijdens de receptie van een feest van haar ouders verkocht ze de bundel aan de gasten. De weg naar Egypte, die uiteindelijk vijf delen zou tellen, heette toen overigens nog De weg naar Egipte. Het waren de jaren dat organisch organies was. Dus Egipte, hoe klassiek haar werk op een bepaalde manier dan ook weer klinkt. Een Egypte overigens, dat we niet te letterlijk moeten nemen, het sneeuwt er ook.

Ze begon aan dit poetische meesterwerk in 1970. Ze heeft Jan later de datum verteld: 7 maart. Ze zat te tekenen en toen kwam dat gedicht met zijn hoofd om de hoek kijken. Ze schreef het op, met potlood.

ik heb het koren nog gezien
en ook de koning die sindsdien
de barre woestenij regeert

ik heb hem distels aangeboden
en de graven van mijn dode
jongelingen gesigneerd

Het is de opening van De weg naar Egypte. Ze schreef het zonder plan, zoals ze volgens Jan ook nooit het voornemen heeft gehad om vijf bundels te schrijven die op een ingenieuze manier naar elkaar zouden verwijzen. ‘Ik heb haar nooit een gedicht zien schrijven.’
Het eerste deel van De weg naar Egypte, waarin haar eersteling ‘Egipte’ grotendeels verdween, werd uitgegeven door Johan Polak, die kaarten in handen kreeg waarop ze gedichten van zichzelf vormgaf. Hij wilde haar in zijn fonds.
Waarop berust de magie van deze gedichten? Die overigens ook fel bekritiseerd zijn, zoals door Gerrit Komrij, die een week na haar dood liet weten: ‘Ze was in de verkeerde tak van kunst verdwaald, omdat ze haar hadden wijsgemaakt dat ze kon dichten.’

Terug naar de magie. Willem Jan Otten komt vermoedelijk dicht bij het vuur als hij opmerkt dat ze met taal in de weer is zoals een kind met haar pop speelt.
‘Gertrude had een moeder die haar voorlas als ze ziek was,’ vertelt Jan. En ze was vaak ziek. Ridderromans kende ze, maar ook Lorca. Door haar moeder in het Spaans voorgelezen. Ze vond het prachtig, en ze begreep het niet. Later las ze de surrealisten. Het komt allemaal terug in dat bijzondere werk, De weg naar Egypte, waarin geen sprankje zonlicht voorkomt, maar waarin het licht tegelijkertijd helder schijnt. Misschien moet je de vijf bundels wel lezen als een roman. Als een klacht over het bestaan. Over de liefde, over de onmogelijkheid van de liefde.
Als ik aan het einde van de middag in een zonovergoten Den Bosch sta, moet ik denken ik aan het moment dat er een arts aan haar ziekbed verscheen. Ze lag te lezen. Hij vertelde dat ze kanker had. Dat dacht ik al, zei ze. En las verder.

In het najaar verschijnt bij uitgeverij Het Balanseer uit Aalst een definitieve editie van De weg naar Egypte van Gertrude Starink.