Philip Freriks mag in zijn handen wrijven dat hij schrijfster Marie NDiaye (Pithiviers, 1967) gaat ontmoeten en ondervragen op Manuscripta, want zo groot als haar naam is, zo zelden laat zij zich interviewen, en dan nog bij voorkeur schriftelijk. Ze mijdt de media en heeft al helemaal niets met promotiebezoeken. Er wordt over haar gezegd dat ze niet voor niets een paar jaar geleden met haar gezin in Berlijn is neergestreken, iets waarover ze aan NRC Handelsblad liet weten: ‘Ik voel me hier veel beter. We leven hier als het ware in een taalkundige luchtbel. Het Duits is voor ons een vreemde taal.’ In 2009 verliet ze Frankrijk, waar ze in datzelfde jaar, overigens als eerste zwarte vrouw in de geschiedenis, de Prix Goncourt kreeg toebedeeld. De Prix Goncourt is niet zomaar een prijs; je reputatie als schrijver is voorgoed gevestigd, je werk wordt uitgebracht in vele landen en financiële zorgen lijken passé.
Misschien wordt van een Goncourtwinnaar verwacht dat die zich trots toont op Frankrijk, maar NDiaye heeft daar lak aan. Haar uitspraken in het culturele magazine Les Inrockuptibles werden haar niet in dank afgenomen. Ze gaf daarin te kennen dat haar vertrek uit Frankrijk mede was ingegeven door de ‘intolerante’ regering van Nicolas Sarkozy, en dat ze het verfoeide, de ‘laag-bij-de-grondse, politieachtige sfeer’ die er was gaan heersen. Eric Besson, de Franse minister van immigratie, noemde ze ‘monsterlijk’.
Wonderkind
Marie NDiaye kreeg haar naam van haar Senegalese vader, maar ze werd grootgebracht in Frankrijk door haar Franse moeder. Ze werd beschouwd als wonderkind, want al op haar twaalfde schreef ze complete romans, waarbij ze zich liet inspireren door de literatuur die ze toen al tot zich nam. Sinds haar debuut op achttienjarige leeftijd publiceert NDiaye met grote regelmaat romans, toneelstukken en verhalenbundels. aanleiding voor NDiayes komst naar Amsterdam is dat ze de Europese Literatuurprijs krijgt voor Drie sterke vrouwen, in de vertaling van Jeanne Holierhoek. De vertaalster deelt in de vreugde, want zowel auteur als vertaler van ‘de beste Europese roman die in 2010 in Nederlandse vertaling is verschenen’ worden bekroond. In juli schreef Holierhoek op haar blog hoe actueel Drie sterke vrouwen is, de roman die verhaalt over een Senegalese vader die zijn kind ontvoert, over mensensmokkel en over de verscheurdheid tussen twee culturen. En de rol van de taal is daarbij essentieel: ‘Juist door de taal blijven het banale en het sentimentele op afstand, en blijven ook de verontwaardiging en de betrokkenheid van de auteur versluierd. maar het effect is des te sterker.’ En wat die terughoudendheid van NDiaye betreft, daarover merkte Holierhoek al eerder op: ‘Dat we het moeten stellen zonder anekdotes over haar leven wordt ruimschoots gecompenseerd door het gestage tempo waarin ze doorschrijft. Schrijven lijkt voor haar een vorm van ademhalen. Er zijn auteurs die hun leven en talenten slechter beheren.’ Nu NDiaye voor één keer die terughoudendheid doorbreekt voor een Amsterdams optreden is de nieuwsgierigheid onder de liefhebbers natuurlijk niet te temperen.
Drie sterke vrouwen (De Geus)
Philip Freriks interviewt Marie NDiaye MC Grote Zaal, zaterdag 20.00 uur
Het bezoek van Marie NDiaye aan Manuscripta is ook een eerbetoon aan vertaalster Jeanne Holierhoek, groot pleitbezorger van het werk van deze Frans-Senegalese schrijfster. Beiden krijgen de Europese Literatuurprijs uitgereikt voor 'Drie sterke vrouwen'.