Wat wordt er tijdens de vakantie gelezen? Welke boeken zitten er in de koffer? Jeroen van Kan, programmamaker bij De Avonden, neemt bij voorkeur boeken mee die zich in het land van bestemming afspelen.

Aangezien de meeste vakantiebestemmingen lijden aan een schrijnende boekenarmoede, luidt de eerste les: neem nooit te weinig mee. De twee weken die ik in 1997 aan een Pelopponesisch strand doorbracht waren zo weldadig vol loze tijd dat ik de meegezeulde boekenkoffer halverwege het verblijf al had leeggelezen. Ik nam mijn toevlucht tot de boeken die niet waren meegenomen om integraal te lezen, zoals Hermann Bengtsons De geschiedenis van de oude wereld of de in zijn volledigheid nogal afmattende Griekenlandgids van Scholte. Toen ook die op waren begon ik aan een vruchteloze strooptocht. In geen enkele badplaats was een behoorlijke boekhandel te vinden, die ene in Kalamata uitgezonderd. Die had alles, in het Grieks.

Uiteindelijk eindigde ik op het strand met een Duitse vertaling van een roman van Jackie Collins, de schrijfster van klassieke boeken als The Love Killers, The World Is Full Of Divorced Women, The Bitch en Rock Star. Ik las Seitensprünge goeddeels uit, maar het lukte toch niet het einde te halen. Hoeft ook niet. Wie na de eerste helft de tweede nog niet kan voorspellen is of dyslectisch of zwakzinnig.

Tweede les is: lees boeken die zich afspelen in het land waar je verblijft. Je leest er een vakantie bij.

Dit jaar gaat de reis naar Frankrijk. Eerst de Dordogne en dan door naar de badplaats Collioure. Hoewel ik geen literaire fetisjist ben die zich graag vergaapt aan het balkon waar George Sand graag op zat of de onbedwingbare behoefte voelt het tuinhek van Marguerite Yourcenar aan te raken, neem ik toch de Traveller’s Literairy Companion mee, een niet genoeg te prijzen serie literaire gidsen. Maar dat is een opzoekboek, niet geschikt voor het strand.

Mee gaan in ieder geval:

De essays van Montaigne, in de vertaling van Frank de Graaff. Hij schreef ze om de hoek van het dorpje waar ik zal verblijven. De aartsvader van het essay. Een zelfportret in stukken die gaan over uiteenlopende zaken als angst, de slag bij Dreux, strijdrossen en geuren. Gedoseerd lezen.

Van Michel Tournier las ik bijna alles, behalve Gilles & Jeanne. Hij verbindt daarin de geschiedenissen van de Franse pilaarheilige Jeanne d’Arc en kindermoordenaar Gilles de Rais. Tijdgenoten, maar de twee uitersten van de menselijke (on)deugd belichamend. Weet nog niet wat Tournier met het gegeven gaat doen, maar getuigen eerdere leeservaringen is het thema Goed en Kwaad bij hem in goede handen.

Er is een grote kans dat de roman Luitenant-kolonel de Maumort (de titel had een uitgever hem moeten ontraden) van Roger Martin du Gard ongelezen mee terug komt. Het boek telt meer dan duizend pagina’s, wat een onaangename strandlengte is. Toch gaat het mee, alleen al omdat de novelle De verdrinking er in is opgenomen, over een officier die verliefd wordt op een blonde bakkersknecht. Ik droomde ooit over een blonde bakkersknecht die me met bemeelde hand achter de toonbank wenkte. Misschien dat dat mijn nieuwsgierigheid voedt. Misschien gaat het boek verder waar ik wakker werd (te vroeg, altijd te vroeg).

Ter compensatie de korte roman De dingen van George Perec. Ook in dit boek waagt Perec zich aan een vormexperiment. Hoewel, de dialoog ontbreekt. Toch al een minder grote restrictie dan het ontbreken van een letter, zoals in zijn roman ’t Manco. De dingen heeft als ondertitel 'Een verhaal uit de jaren zestig' en belooft een boek te zijn over twee jonge mensen die in de maalstroom van comfort en bezit terecht komen.

De boeken van Jean Rouaud zijn me al zo vaak aangeraden dat ik De beloofde vrouw wel mee moet nemen. Ik heb het al twee keer eerder meegenomen, maar toen gaf ik telkens na een paar bladzijden op. Ervaring leert dat dat niet altijd iets wil zeggen. Soms geven boeken zich ineens gewonnen. Blijkt dat in dit geval niet zo te zijn, dan heb ik altijd nog twee romans van Patrick Modiano bij me. In het tamelijk onwaarschijnlijke geval dat ook die geen toegang verschaffen, ga ik weer op zoek naar Jackie Collins. Bij haar staat de deur altijd wagenwijd open.