'Dinsdagmiddag verliet hij om twee uur het kantoor. Een fijne motregen had juist opgehouden. "Ik zou me erg moeten vergissen, als er niet een stevige mist op komst was," zij hij tegen zichzelf, toen hij buitenkwam.' Zo begint het laatste hoofdstuk van 'De Avonden', gelezen door Gerard Reve.