Dichteres Judith Herzberg weet overal poëzie aan te onttrekken. Geen onderwerp zo nietig of het kan in een gedicht bestaan. Maar hoe werkt dat dichten eigenlijk? Het is maar één van de talloze vragen die Chris Kijne haar stelde in het marathongesprek. Luister de drie uur hier...

Is poëzie het belangrijkste van haar werk? wil interviewer Chris Kijne weten. Maar belangrijk is niet een woord dat ze zelf zou gebruiken. Kon ze maar eens iets belangrijks doen, denkt ze wel eens, maar dat kan ze niet. Nauwkeurigheid, dat is wel belangrijk, dat de dingen worden uitgevoerd zoals ze ze bedacht heeft. 

 
Omvangrijk is haar verzamelde poëzie intussen wel. Dertien bundels publiceerde ze inmiddels. Maar ze heeft zich zeker niet beperkt tot het dichten. Ze schreef talloze scenario’s, vaak verfilmd door Frans Weisz, ze schreef toneelteksten, vertaalde poëzie, vertaalde toneel, schreef bovendien twee bundels verslagen vanuit haar tweede thuisland Israël. Eenkennig is ze dus niet in haar literaire werk.
 
Herzberg werd geboren in 1934 in Amsterdam, als dochter van Abel Herzberg en Thea Loeb. Haar vader was van oorsprong jurist, maar publiceerde na de oorlog over zijn verblijf in Bergen-Belsen (Amor fati, Tweestromenland) en publiceerde in 1950 het boek Kroniek van de jodenvervolging. Net als dat van zijn dochter werd zijn werk onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooft-prijs.
 
Het gezin Herzberg werd na de oorlog herenigd. Vader en moeder hadden Bergen-Belsen overleefd, Judith en haar broer en zus hadden overleefd op vele onderduikadressen. Ze werden een herenigde familie ‘die van geluk mocht spreken, maar dat deden we niet,’ zoals ze het zelf formuleert. Ze heeft het dagboek dat haar vader had bijgehouden in Bergen-Belsen nooit uit kunnen lezen. Dat is nog altijd onverdraaglijk. 
 
Hóe dicht zij eigenlijk? vroeg Chris Kijne. Ook al zo’n nauwelijks te beantwoorden vraag. Vaak is er een klank, er is een associatie, en soms vloeien die ineen in een nieuw gedicht. Vaak ook niet. Veel mislukt, zegt ze.
 
Herzberg behoort tot de soort dichters die overal poëzie aan weten te onttrekken, die het niet hoeven te hebben van woorden die grote gebaren maken. Herzberg heeft vaak genoeg aan een herenfiets, een kinderspiegel, het halen van een draad door een naald, het soms een kamer binnengaan en niet meer weten waarom, alles wat denkbaar is kan tot grondstof dienen voor haar gedichten…
 
Alles wat denkbaar is fladdert en flitst.
Geen la om het in op te slaan
laat staan sorteren. Wij zoeken
toevlucht in wat al gevangen,
gedresseerd: boek, film, toneel,
elk getemd deel van fladderend
flitsgeheel. 
 
(uit de bundel Staalkaart, 2001)
 
Beluister hieronder de drie uur radio, en kijk op de site van de marathongesprekken voor de overige afleveringen in de serie.