Glen Baxter spreekt zich met zijn absurdistische tekeningen uit tegen autoriteit. ‘Ik wil een wereld creëren die aan de oppervlakte gewoon lijkt, maar onderhuids nogal afwijkend en grappig is.’

Van de Britse illustrator en schrijver Glen Baxter hangen zes tekeningen in de expositie A Perfect Day. Baxter (Leeds, 1944) maakt tekeningen waarin cowboys, gangsters, ontdekkingsreizigers en schoolkinderen vaak de hoofdrol spelen. De tekeningen lijken qua stijl en onderwerp op illustraties bij avonturenverhalen in oude jeugdboeken. Boeken waar Baxter mee opgroeide en die hem tot op heden inspireren. ‘Wat mij zo aanspreekt aan die oude boeken is dat die spannende fantasieverhalen in een zeer rechttoe-rechtaanstijl zijn getekend. Deadpan, zoals de humor van Buster Keaton. Duizenden tekenaars illustreerden op dezelfde emotieloze manier. Ik wilde middels die tekenstijl een wereld creëren die aan de oppervlakte gewoon lijkt maar onderhuids nogal vreemd, afwijkend en grappig is,’ vertelt hij telefonisch vanuit zijn huis in Londen. Baxters tekeningen worden geregeld geëxposeerd in prestigieuze galeries. Ze zijn gepubliceerd in boekvorm, in kranten en tijdschriften als The Observer, Le Monde en The New Yorker.

Vaak zit de twist bij Baxters tekeningen in het onderschrift, dat geenszins rijmt met hetgeen is afgebeeld. Cowboys die intellectuele uitspraken doen over kunst of filosofie bijvoorbeeld. Of een boekanier die een collega zeer indringend aankijkt en volgens het onderschrift geestdriftig vertelt over zijn toekomstplannen voor een keten pannenkoekenrestaurants. Zo vertelt de illustrator dikwijls een absurd, surrealistisch verhaal, niet gespeend van humor. Maar wie Baxters platen cartoons noemt, heeft het volgens hem mis: ‘Ik noem ze liever tekeningen, dan kun je mensen nog verrassen. Ik hou niet van het woord cartoon. Bij die term denken mensen tegenwoordig meteen aan politieke cartoons en die hebben me nooit geïnteresseerd. Ook verwacht men dan een grap, terwijl mijn tekeningen eigenlijk niet grappig zijn bedoeld. Ze passen niet in een bepaalde categorie. Ze zijn niet politiek of actueel. Ze zijn vooral vreemd en ongewoon.’

Haring
Baxter gaf jarenlang tekenles en begon zijn carrière met het maken van tekeningen en het schrijven van korte verhalen en gedichten. Toen hij op een gegeven moment stuitte op de combinatie beeld en tekst was dat voor hem een openbaring. ‘Op de een of andere manier zijn het tekenen, de verhalen en gedichten tegen elkaar aangebotst waardoor ze samensmolten. Fantastisch vond ik dat. Een collagemoment, zoals de collageromans van Max Ernst die mij inspireerden. Door dingen uit hun context te halen, creëer je iets behoorlijk vreemds. De kijker moet zelf chocola maken van wat hij ziet. Een situatie die vergelijkbaar is met toen ik nog jong was. In galerieën en musea zag ik schilderijen en tekeningen en ik wist niet waar ik precies naar keek. Ik probeerde ze te begrijpen. En soms werden dingen daardoor compleet krankzinnig en gek. Heerlijk! Dat moment was voor mij zo krachtig en fantastisch! Hetzelfde gevoel probeer ik met mijn tekeningen bij de toeschouwer op te wekken.’
 

Baxter tekent graag iconografische figuren omdat het hem in staat stelt om zeer direct met de lezer te communiceren: ‘Iedereen kent cowboys en ontdekkingsreizigers. Je komt meteen in een gebied waarin je kunt spelen met clichés, die je volledig op hun kop kunt zetten.’
In een tekening in de expositie houdt een agent een motorrijder aan om hem vervolgens zijn tepel te laten zien. Autoriteitsfiguren moeten het vaak ontgelden in Baxters werk. Baxter vindt dat je iedere gelegenheid moet aangrijpen om autoriteit in twijfel te trekken: ‘De mensen die zeggen wat juist is, blijken het vaak fout te hebben. Eigenlijk is mijn werk een pleidooi om voor jezelf te bepalen hoe de wereld in elkaar zit. Mensen moeten niet alleen maar luisteren en kijken zonder zelf na te denken.’
 

Baxters Europese debuut is Atlas, in 1979 uitgegeven door De Harmonie. Bij dezelfde uitgever verschijnt in maart Colonel Baxter’s Dutch Safari, een bundeling tekeningen met Nederlandse thema’s. Voelt hij, los van dat debuut, een speciale band met Nederland? ‘Eigenlijk wel. Ik hou van Amsterdam, van de schaal van de stad. Je kunt er fietsen door het Europa van de zeventiende eeuw. En ik hou van haring. Die hebben we natuurlijk ook in Londen, maar ik ben van mening dat je een haring pas echt kan waarderen als je bij een gracht staat met je fiets in de hand.’