Maarten Westerveen interviewde onlangs Cees Nooteboom, die hem bij die gelegenheid tipte: er komt een getalenteerde Chileense schrijver naar Nederland. Die Chileen bleek Alejandro Zambra te zijn...

... van wie net het boek 'Manieren om naar huis terug te keren' is verschenen bij uitgeverij Karaat. Het gaat over een jongetje dat opgroeit in het Chili van dictator Pinochet. Tijdens een aardbeving ontmoet hij een knap meisje, Claudia, die hem vraagt mee te doen met het bespioneren van haar oom. Hij begrijpt niet waarom, maar doet toch mee. Later, als hij als schrijver terugkijkt op die periode, probeert de ik-persoon erachter te komen hoe deze geschiedenis werkelijk in elkaar stak. Wat begrijpt hij nu wel wat hij toen niet begreep? Wat wist zijn omgeving van wat er gaande was? Was wisten zijn ouders? Hoe schuldig was zijn omgeving met terugwerkende kracht.
 
Hoewel het boek onmiskenbaar autobiografische elementen bevat, is het Zambra niet te doen om het benaderen van de werkelijkheid. Hij schrijft een roman. ‘Mijn boek bestaat vooral uit herinneringen. Het verhaal is niet zo gebeurd zoals ik het beschreven heb, het is fictie. Ik heb vooral geprobeerd het gevoel weer te geven van een wereld die uit zijn evenwicht is getrokken. Ik heb verzwegen verhalen geprobeerd zichtbaar te maken.’ Er werd over veel gezwegen, en bovendien is de hoofdpersoon een kind dat voortdurend in het duister tast, niets weet van het waarom.
 
De laatste vraag die vervolgens aan de orde komt is die van de eigen schuld. Zambra schrijft vanuit het perspectief van een generatie van kinderen die lange tijd geloofden dat zij als ‘secundaire personages’ geen rol van betekenis hadden gespeeld in het groteske zwart-witverhaal van de Latijns-Amerikaanse geschiedenis met haar dictators en onderdrukten. Maar is dat zo? 
 
Luister hier naar het gesprek van Maarten Westerveen met Alejandro Zambra, bijgestaan door Zambra’s vertaler Luc de Rooy.