‘Mijn passie voor de geologie ontstond toen ik veertien was. Het was vakantie en ik zat verveeld aan de kant van de weg. Uit balorigheid pakte ik een kei op en sloeg hem tegen de grond in tweeën. Mijn adem stokte. Op het breukvlak ontwaarde ik een wonderlijk signatuur: een sneeuwwitte schelp met ribbels en knobbels, sierlijk en kunstig. Hoe kon zoiets wonderlijk moois uit zo'n onooglijke steen tevoorschijn komen?’
Bovenstaand citaat legt weliswaar een biografisch fundament onder Peter Westbroeks keus voor de geologie, maar zijn boek is allerminst persoonlijk van aard. Niet in biografische zin althans. ‘Angst voor de blinde woelingen van onze planeet drijft de mensen naar de loopgraven van het eigen gelijk. Te midden van zo veel betrokkenheid is het zaak om distantie te betrachten. Persoonlijk heb ik nooit reden gehad om aan de oriënterende kracht van de wetenschap te twijfelen. De vraag is of de wetenschap ook op maatschappelijke schaal haar oriënterende werk kan doen, zodat ze een macht wordt die de mensheid helpt om haar angst voor het mondiale te overwinnen.’
In andere woorden: de collectieve angsten waaraan we ten prooi zijn gevallen vertroebelen onze blik op de planeet waarop we leven. We hebben distantie nodig om onze blik van die ruis te ontdoen. Wetenschap behoort zonder emotionele oogkleppen naar de wereld te kijken, en dat is precies wat Westbroek doet.
In zijn boek beschrijft de geoloog hoe vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines is gekeken naar de aarde, maar niemand haar bestudeert als een geheel van systemen, als een uiterst complex agglomeraat van processen die allemaal op elkaar inwerken. Earth System Science is de naam van de tak van wetenschap die alle inzichten bijeen brengt. Pas als je weet hoe alle afzonderlijke processen onderling samenhangen en hoe de aarde zich ontwikkelt, kunnen we iets begrijpen van die wonderlijke planeet waarop we leven.
Wim Brands sprak in Brands met boeken met Peter Westbroek: