Madame Bovary van Flaubert geldt als een klassieker. Zelfs zó klassiek dat het wel eens de perfecte, prototype roman genoemd wordt. Een roman waar ik jarenlang alleen maar dat soort megalomane verhalen over hoorde. Even voor de goeie orde: ik ben een drieëntwintigjarige literatuurstudent en ik had het al jaren in mijn boekenkast staan. Met boekenkast bedoel ik wachtrij.
De voorstelling Drift van Nanna Tieman was het langverwachte teken: eindelijk zou ik lezen en snappen waarom Madame Bovary de grande dame van de realistische roman is. Of zou ik gewoon eens overkomen als een geloofwaardige literatuurstudent. Ik kan het iedereen alleen sterk afraden zo’n klassieker te lezen als er een deadline aan verbonden is. Dan moet je er namelijk iets van vinden. En dat is des te lastiger als je er al zoveel flarden van hebt meegekregen. Emma Bovary was namelijk al een bekend personage voordat ik haar gelezen had.
Flaubert’s stijl stond me daarom een beetje in de weg. De hoeveelheid geurtjes, geluidjes, gebeurtenisjes, mensjes en dingetjes maakten me ongeduldig: wat konden mij die besognes van de buurman schelen, ik wilde Emma Bovary begrijpen. Alleen als zíj haar bruidsboeket in het haardvuur gooit, wil ik dat weten. Alleen als Madame met haar onverzadigbare grillen dure prullen bestelt, wil ik weten wélke. Maar Flaubert stuurt telkens van Emma weg en verstoort haar verhaal met andere mensen en dingen. Dat de roman een ‘perfect prototype’ is, verwijst dus niet naar een verhaal zonder zijwegen. De zijwegen zijn het verhaal: in Madame Bovary gebeurt vanalles tegelijkertijd, omdat de werkelijkheid nou eenmaal volgepropt is met banale momenten en toevalligheden. Niet zo gek dat Emma Bovary zoveel mogelijk afleiding zoekt.
In Drift van Nanna Tieman is er alles behalve afleiding. Gebruik makend van twee mensen, een tapijt, een lamp, een tafel en een leeg kinderzitje, zet ze een Flaubert zonder additieven neer: voilà. De voorstelling gaat over een echtpaar, Charles en Emma Bovary, die op een winterse maandagochtend aan de ontbijttafel in een gigantische ruzie belanden. In één uur en een kwartier geven ze lucht aan alle spanning die er tussen de ‘oorspronkelijke’ Emma en Charles zou kunnen hebben bestaan. Voor deze ‘nazaten’ is het namelijk al iets gewoner om met elkaar te praten.
We zien dan ook, meer dan bij Flaubert, de kant van Charles. Hoewel hij in het boek heel passief is, laat hij zich in Drift eens een keer goed gaan, tot schuimbekkens toe: of zij, Emma, wel weet hoe onmogelijk ontevreden ze is? En of dat niet een beetje ziekelijk is? Emma gaat daar fel tegenin: is hij, Charles, niet ongelofelijk bang voor spontaniteit, voor verandering? Wie bedenkt eigenlijk wat normaal is en ‘niet ziekelijk’?
Omdat het zo’n gelijkwaardige dialoog is en er heel naturel gespeeld wordt, weet ik niet wat ik met die tweestrijd aan moet. Drift raakt heel erg aan de discussie die Madame Bovary bij mij oproept. Ik snap Emma’s verdriet en verlangens, maar ik vind haar af en toe ook, pardon my french, een egoïstische trut.
Drift is alleen een stuk directer dan Madame Bovary. Alle sores liggen op de keukentafel. De personages nemen geen genoegen met omwegen: ze willen hun problemen oplossen, of uit elkaar gaan. Niet jarenlang aanmodderen, zoals bij de papieren Madame Bovary het geval is. Niet geleefd worden door toevalligheden en verdoofd worden door afleiding.
Nanna Tieman heeft Flauberts realisme naar 2013 vertaald.
'Ja, zo gaat het', dacht ik na de voorstelling. Alleen is er nog steeds geen realiteit: het gaat zo, maar niemand weet wat wijsheid is.
Actrice en theatermaakster Nanna Tieman speelt deze maand 'Drift', een dialoog gebaseerd op 'Madame Bovary' van Gustave Flaubert. Hoe Tieman het Realisme van Flaubert hedendaags maakte en hoe ik mijn realiteitszin verloor.