Ons bezoek aan de zes schrijvers die we in Boeken op reis portretteren verliep steeds volgens hetzelfde recept: we kwamen aan, ik maakte direct een interview zoals ik dat op zondagochtend voor Boeken doe, aan de keukentafel, in een werkkamer, in de tuin, en daarna stippelde regisseur David Kleijwegt een traject uit van te schieten scènes en aanvullende gesprekken. Ik ga de schrijvers voorstellen door dat pad nog eens te bewandelen. De reizen in zes vignetten.
Karl Ove Knausgård, David Grossman, Annie Proulx, David Sedaris, Lionel Shriver en Claire Vaye Watkins. In een nieuwe reeks 'Boeken op reis' worden ze geportretteerd.
Aankomst
Karl Ove Knausgård woont in het zuiden van Zweden. In een dorp dat hij het liefst nooit meer verlaat. Hij ging er wonen nadat de grond hem in Noorwegen te heet onder de voeten werd na een mislukt huwelijk. Dat was voor het ongelooflijke succes van Mijn strijd, de romancyclus over zijn leven, over het leven van zijn ouders, over zijn dierbaren. Zoals zijn boezemvriend, die overigens ook niet ver van het Zweedse dorp is neergestreken. Zijn vriend die even niet met hem wilde spreken omdat Karl Ove hem had getypeerd als de man die liep als een eend. Waarbij hij nog van geluk mag spreken, want de Noorse schrijver is nietsontziend als hij de mensen in zijn directe omgeving portretteert. Zoals hij ook zichzelf niet ontziet. Tijdens het interview zei hij zonder blikken of blozen dat hij absoluut niet in andere mensen geïnteresseerd is. Bijna monter stelde hij vast dat hij waarschijnlijk een narcist is. En bovendien meer dan hem lief is op zijn merkwaardige vader lijkt, wiens dramatische neergang hij gedetailleerd beschrijft in Mijn strijd. Vanaf het moment dat we hem voor het eerst spraken – op een zondagavond – totdat we na vijf dagen vertrokken bleef hij vriendelijk, openhartig antwoorden op alle vragen. Of we nu met hem naar zee reisden, door het dorp wandelden of in zijn mooie tuin zaten. Maar hoe dichtbij we ook kwamen altijd weer was er voelbaar de afstand tot een man die zichzelf onzichtbaar heeft gemaakt door totaal naakt de etalage te gaan zitten. En op de achtergrond klonk voortdurend de vraag die zijn schoonmoeder stelde toen we op een zondagavond de tuin binnenwandelden en vroegen of Karl Ove Knausgård hier woonde: ‘Why?’
Het interview
David Grossman heb ik na het verschijnen van zijn laatste boek Uit de tijd vallen geïnterviewd voor het programma Boeken. Uit de tijd vallen is een spel voor stemmen dat hij schreef naar aanleiding van de dood van zijn zoon Uri die tankcommandant was en stierf tijdens de oorlog in Libanon. Het was geen slecht gesprek, maar toen we in de gelegenheid kwamen om deze internationale serie te maken wist ik ook dat ik Grossman nog een keer wilde spreken over zijn boek, over de dood van zijn zoon, over Israël. Omdat ik het idee had dat ik hem in de gelegenheid moest stellen nog beter uit te leggen wat er voor hem op het spel stond bij het maken van Uit de tijd vallen.
Het interview werd op een zondag opgenomen. In de tuin van zijn huis net buiten Jeruzalem. Het was warm. We hadden nog veel op het programma staan: de tocht bij voorbeeld die Grossman elke ochtend om zes uur maakt met een bevriend echtpaar, ter nagedachtenis aan zijn zoon. Maar eerst was er die zondag in zijn tuin. Met Jeruzalem in de verte, waar het volgens Grossman al veel te lang onheilspellend stil was, met ook al onhoorbaar op de achtergrond zijn dorp, waar Palestijnen voorzichtig voeten aan de grond proberen te krijgen, kregen zijn woorden meer gewicht dan in de Amsterdamse studio. Het was alsof hij de stilte voor de storm wist te verklanken. Waardoor opeens duidelijk werd wat hij bedoelt als hij in ‘Uit de tijd vallen’ schrijft dat dood niet dood mag betekenen.
De scène
Niet altijd was het interview een kant-en-klare vertelling zoals in het geval van Grossman. Neem Lionel Shriver. We spraken haar in New York waar ze tijdens de zomer woont, de rest van het jaar verblijft ze in Londen. Ze brak wereldwijd door met We need to talk about Kevin. Over een jongen die talloze medescholieren neerschiet. Maar eigenlijk slecht ze in het boek een van de laatste taboes: een moeder die niet van haar zoon houdt. Shriver, die zelf ook als journaliste werkzaam is, staat er om bekend dat ze niet dol is op interviews. Dat is ook wel begrijpelijk: schrijf je een boek over een man die aan overgewicht lijdt, een boek dat is gebaseerd op het leven van je broer, maar omdat het fictie is zich ook van die authentieke ervaringen verwijdert... stellen die journalisten alleen vragen over de broer, niet over het maken van het boek, over het wereldwijde probleem dat obesitas heet. Shriver ontdooide pas tijdens de scènes die we met haar opnamen, tijdens het koken, tijdens het hardlopen, waarbij ze uitlegde dat teveel mensen dezer dagen van hun lichaam een tempel hebben gemaakt, en weer anderen dat lichaam beschouwen als een opslagcontainer. ‘Eigenlijk heeft niemand tegenwoordig nog een normale verhouding tot voedsel,’ zei ze. Waarbij ze ook aangetekend wilde hebben dat zij beslist niet tot de nutritional nazis behoorde, tot de gekken die elke calorie uitvoerig beschouwen. Waarna ze uiteindelijk de column voorlas die ze aan het leven van haar broer wijdde. In die mooie tekst spreekt ze haar zorg uit. Ze was te laat, zoals het onderschrift meldt. Hij overleed kort na publicatie. Ze kan met een pokerface antwoord geven op de meest lastige vragen maar stelde zelf ook verbaasd vast dat het voorlezen van de column niet zonder slag of stoot verliep.
De lunch
Hoe komt het toch dat zoveel literatuurliefhebbers roepen: nee, niet Sedaris?
Dat komt omdat David Sedaris geheel ten onrechte niet voor literair vol wordt aangezien. Wat overigens weer komt doordat zijn fanatieke fans de Amerikaan telkens maar weer bejubelen als de briljante grapjesman die zo leuk kan schrijven. Sedaris legt in onze reeks misschien wel beter dan alle anderen uit hoe hij schrijft, hoe hij zijn zinnen van muziek voorziet, ritme. En ook hoe hij zijn neuroses uiteindelijk dan maar voor de kar van zijn wil heeft gespannen. Om een voorbeeld te geven: tijdens de wandeling in de omgeving van zijn huis in het Engelse Sussex bleek Sedaris een plastic zak bij zich te hebben. Hij is overigens naar eigen zeggen negen huizen verwijderd van de status van dakloze. En dat zullen er tien worden als er in zijn Engelse huis bij voorbeeld nog een keer een rat opduikt of God sta ons bij een slang. Goed, een plastic zak, en waarom? Omdat hij tijdens elke wandeling rotzooi opruimt en hele verhandelingen kan houden over de mogelijke daders. Toen ik zei dat dit verdacht veel leek op compulsive disorder zei hij dat hij dan hoopte dat binnenkort iedereen dat heeft. Sedaris die van zijn ongemakken leeft. En die van anderen. Tijdens de door zijn vriend gemaakte lunches bleef hij elke keer maar weer vragen stellen aan alle crewleden; over alle denkbare onderwerpen, leven en dood, hoe ongemakkelijk ook. En voortdurend maakte hij notities in zijn kleine blauwe notitieboekje. Het was ook tijdens zo’n lunch dat hij vertelde recent aan tafel te hebben gezeten met de nobelprijswinnaar V.S. Naipaul. ‘So’, had Naipaul gezegd, ‘you are the one they call the humorist’.
De barbecue
Annie Proulx bouwde een huis in verlaten Wyoming. In haar boek Mijn leven op Bird Cloud Ranch beschrijft ze hoe ze het bouwen begon te beschouwen als het maken van een gedicht. Op een plek waar ze zoveel meende te kunnen ontdekken dat ze zich blijvend wilde vestigen.
We filmden haar in haar omgeving: hoog op de klif, speurend naar adelaars, ’s ochtends hobbelend over haar terrein omdat ze meende in de kurkdroge verte een levensgevaarlijk vuurtje te hebben gezien.
Op de avond voor we vertrokken nodigde ze ons uit voor een barbecue. De mannen die haar hadden geholpen met bouwen zouden ook komen. De James Gang noemt ze hen. Tijdens het eten zei ze niet veel, ze vervloekte een paar keer de adelaars die wegbleven. Ik vermoedde dat ze met hen een haat‑liefdeverhouding heeft, zoals met veel: Wyoming, haar verhaal ‘Two Cowboys’ waarop de film Brokeback Mountain is gebaseerd en dat ze naar eigen zeggen liever niet had geschreven, conservatief Amerika. Toen zei ze plotseling dat ze misschien ook wel genoeg had van dit schitterende huis.
Opeens snapte ik waarom: ze houdt van maken, boeken, een huis, en als de eindstreep gepasseerd is wil ze eigenlijk verder en heeft ze genoeg van wat ze gemaakt heeft.
Daarom sprak ze zo gloedvol over haar boek in wording en over een mogelijke nieuwe plek om zich te vestigen.
Brussel leek haar wel wat. ‘Elke dag kun je daar verse vis krijgen,’ zei ze.
Niet uitgesloten moet worden dat ze Wyoming verlaat voor Brussel. Voor verse vis.
Het afscheid
Claire Vaye Watkins schreef een droomdebuut Battleborn, verhalen die zich in Nevada afspelen, in dat uitgestrekte gloeiende landschap waar zich vooral mensen vestigen die met rust gelaten willen worden.
Direct in het eerste verhaal laat Watkins haar meesterschap al zien: behendig vervlecht ze haar persoonlijke geschiedenis met die van Nevada. En die persoonlijke liegt er niet om: haar vader was Paul Watkins, de rechterhand van Charles Manson. Hij moordde niet, hij voorzag Charlie van vrouwen. Ze vertelde openhartig over dat verleden, liet ons de grot in Death Valley (46 graden) zien waar haar vader bivakkeerde toen hij The Family Manson was ontvlucht, het cafe waar haar vader en moeder elkaar ontmoetten.
Op de laatste dag filmden we haar in de omgeving van een van de huizen waar ze in dat barre Nevada had gewoond. Ze liet ons een stukje betonfundament zien waarop ze met haar zusje rolschaatste en dan het idee had dat ze door de hele woestijn gleed. Terwijl ze het vertelde leek het alsof ze afscheid nam van die jeugd, waarin geweld altijd op de loer lag. Zoals ook bleek uit het laatste verhaal dat ze ons vertelde: hoe nog niet zo lang geleden in deze buurt een jongen was vermoord en hoe zijn belagers met een honkbalknuppel alle tanden uit zijn mond hadden geslagen omdat ze het rotsvaste idee hadden dat de dode dan niet meer geidentificeerd kon worden.
Boeken op reis >> zondag, nederland 2, 18.50-19.20 uur
De eerste aflevering van Boeken op Reis, met daarin een portret van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård, wordt op zondag 1 september uitgezonden. Soms werkt Knausgård wel 24 uur aan een stuk. Je wordt bijna manisch, vertelt hij, alsof je verliefd bent. Bekijk hieronder een fragment:
Boeken op Reis
1 september: Karl Ove Knausgård
8 september: David Grossman
15 september: Annie Proulx
22 september: David Sedaris
29 september: Lionel Shriver
6 oktober: Claire Vaye Watkins
Nederland 2, 18.50 uur
Foto's: Jacques Laureys