Elmore Leonard is vandaag op 87-jarige leeftijd overleden. De Amerikaanse misdaadschrijver, die ook wel de ‘Dickens van Detroit’ werd genoemd, schreef meer dan veertig romans.

Hij was ooit begonnen als schrijver van westerns en pulpverhaaltjes en groeide langzaam uit tot een van Amerika’s belangrijkste chroniqueurs. In zijn tientallen misdaadromans – vrijwel allemaal bestsellers – beschrijft hij Amerika’s criminele onderklasse met een mengeling van humor en realisme.

Kenmerkend voor Leonards verhalen zijn de sterke dialogen en de maffe personages die, in hun zoektocht naar het grote levensgeluk, in de meest absurdistische situaties terechtkomen. In een interview dat VPRO Boeken in 2011 publiceerde, legde hij uit hoe hij aan zijn personages kwam. Leonard: 'De meesten beginnen als types. Ik baseer ze op politiemannen of criminelen die ik ooit heb ontmoet, of over wie ik iets heb gelezen. Vooral in het begin van mijn loopbaan heb ik veel research gedaan bij de politie in Detroit. Daar heb ik veel opgestoken over misdadigers.'

Aan zijn personages stelde hij geen hoge eisen. Ze moesten vooral kunnen praten, aldus Leonard. 'Als ik personages bedenk, laat ik ze in de eerste hoofdstukken auditie doen. Wie niet kan praten, vliegt eruit of krijgt een bijrolletje. Ik schrijf altijd vanuit het standpunt van mijn personages. Door hun manier van praten, laat ik zien wie ze zijn. Beschrijvingen laat ik zoveel mogelijk achterwege. Dat heb ik geleerd van John Steinbeck.'

Veel van zijn boeken werden verfilmd. Niet elke verfilming pakte even goed uit. Zelf vond hij Get Shorty, Out of Sight en Tarantino’s Jackie Brown (gebaseerd op Leonards roman Rum Punch) het meest geslaagd. 'Misschien vind ik Tarantino’s film wel de beste. Ik was verbaasd dat hij zo dicht bij mijn verhaal bleef. Maar hij las mijn boeken al als tiener. Hij heeft er zelfs wel eens eentje gestolen, heeft hij me verklapt.'