Bij lezing van The Book Of Lost Books is het niet de hoeveelheid verloren gegane boeken die je verbaast, wat verbazing wekt is dat het gelukt is zoveel nog wel tot onze beschikking te hebben.
Intussen is dat boek van Stuart Kelly een genoegen om te lezen. Hij schreef ‘an imcomplete history of all the great books you will never read.’ Somber stemmend soms (omdat het vaak een haar had gescheeld of een boek was wel bewaard gebleven), maar ook een vermakelijke geschiedenis van het grillige lot dat ons mensen en dus ook de boeken die we schrijven is beschoren.
Hoeveel boeken uit de oudheid ons niet hebben bereikt is niet precies vast te stellen, maar de meeste schattingen gaan uit van negentig procent. De teksten die tot ons zijn doorgedrongen vormen gezamenlijk dus zo’n tien procent van het totale aantal. Ons perspectief op dat hele tijdvak is gebaseerd op een fractie van het geheel. Vraag is natuurlijk: bestaat er ook een Ovidius die we niet kennen omdat van hem niets is overgeleverd? Zouden we een ander beeld hebben gehad als we alle teksten van Protagoras nu nog zouden kunnen lezen? Als we de hele Satyricon van Petronius tot onze beschikking zouden hebben? Als alle Griekse komedies en tragedies die verloren zijn gegaan er nu nog waren geweest?
Je komt al snel in een speculatieve zone terecht. Misschien helpt het te bedenken welk beeld je van de twintigste eeuwse roman zou hebben als maar tien procent van de teksten zou overleven. Zou een wetenschapper in 2231 dan over genoeg materiaal beschikken om een goede indruk te krijgen van die periode? Het antwoord kan niet anders dan ja zijn, ook al zal het beeld ongetwijfeld vervormd zijn. Misschien overleeft alles van Bert Schierbeek, maar bijna niets van Simon Vestdijk, blijft van Enid Blyton alles bewaard, maar overleven van Somerset Maugham maar twee verhalen.