Ooit begon ik aan een kort verhaal dat zich afspeelt ergens in de jaren vijftig van deze eeuw. Aan het woord is een wetenschapper die zijn memoires schrijft. De auteur springt van de hak op de tak. De warrige tekst is nog niet door de computer gegaan die toekomstige teksten van orde zal voorzien. Van een particuliere orde ook. Wie uitsluitend geïnformeerd wil worden over het huwelijksleven van Nabokov, die krijgt een andere tekst dan wie iets wil weten over zijn verhouding tot Kafka. Alle teksten van de wereld maken deel uit van een soort interactief tekstencorpus waar steeds weer nieuwe structuur in kan worden aangebracht. Het einde van de auteur.
De grootste noviteit is de uitvinding van een procedé dat niemand voor mogelijk had gehouden: uit de teksten die een auteur heeft nagelaten kan dat wat niet is overgeleverd worden gereconstrueerd. Zoals een cel uit een been ook weet hoe het een hart moet maken, zo weten alle teksten van auteur X bij elkaar ook hoe de rest van het oeuvre er uit zou moeten zien.