Het is me niet vergund te lezen als een ander. Elk boek zal het met mij moeten doen, binnen het bestek van ons samenzijn. De boeken zullen net zo wisselend oordelen over mijn talenten als ik over de hunne. Het landschap dat ik doorkruis kan alleen door mij gezien worden. De ornitoloog zal er de blauwe kiekendief opmerken die opvliegt uit een boom, de cardioloog zal het niet kunnen nalaten de druk op de borst waar personage X over klaagt van een mogelijke diagnose te voorzien en de vergelijkend literatuurwetenschapper zal een web van relaties ontwaren. ‘Wenn ein Buch und ein Kopf zusamenstoßen und es klingt hohl, ist das allemal im Buch?’ schreef aforist en essayist Georg Christoph Lichtenberg in zijn Sudelbücher. ‘Ein Buch ist ein Spiegel, wenn ein Affe hineinsieht, so kann kein Apostel heraus gucken.’ Soms ziet een apostel een lezende aap, soms ziet een aap een lezende apostel, soms een apostel een apostel en soms een aap een aap.
Dat inzicht leidt al onmiddellijk tot een relativering van het eigen oordeel. De ornitologische verdiensten van een boek ga ik aan voorbij, zoals ik evenmin kan lezen als de cardioloog. Al mijn talenten en al mijn tekortkomingen draag ik met me mee bij het doorkruisen van het landschap. Ik kan niet om mijn eigenaardigheden heen lezen. Daarmee ontzeg ik het boek niet de kracht mij op een andere manier te laten kijken, mij een wereld te tonen die ik voorheen niet kende of mij op een onverwachte manier te raken. Integendeel. Mijn lezen heeft een voortdurende verwijding van mijn blikveld tot gevolg. De verwijding treedt alleen niet op daar waar het mij aan ontvankelijkheid of talent ontbreekt.
Ik ben de lat waarlangs ik de wereld leg. Mijn oordeel, mijn smaak, mijn manier van lezen wil geen aanspraak op algemene geldigheid maken. Dat heeft niets te maken met vrijblijvendheid. Het zou van hovaardigheid getuigen als ik een ander uitgangspunt zou formuleren. Ik kan niet uw aap zijn, evenmin als uw apostel.
Elk literair oordeel geschiedt zonder wetboek. Natuurlijk kan ik regels opstellen waaraan literatuur voor mij moet voldoen, maar die nemen in mijn geval nooit de vorm aan van een grondwet van het lezen. Elk oordeel is houdbaar tot het volgende oordeel wordt geveld.