Meindert Talma, een Fries die in Groningen ging wonen, rechten studeerde maar switchte naar geschiedenis, schrijver wilde worden maar vooral muzikant werd, en nu als muzikant toch weer met een boek komt. Met bonus-cd.

Eigenlijk is het geen wonder dat de ouders van Meindert Talma (Surhuisterveen, 1967) hem lange tijd achter de broek zaten. Zeker tot zijn dertigste levensjaar wezen ze hun boomlange zoon op vrijgekomen vacatures, het nut van een rijbewijs en het belang van uiterlijke verzorging. Talma schrijft de anekdotes met veel gevoel voor humor op in Kelderkoorts, het eerste deel uit de autobiografische romanreeks Nederlands Onbekendste Popster. Want ondanks een carrière van zo’n twintig jaar kent het grote publiek Talma nog altijd niet. Ooit toerde hij uitgebreid in het voorprogramma van labelgenoot Spinvis langs uitverkochte, grote zalen, maar Talma bleef onopgemerkt. En waar Spinvis nog wel eens voet aan land zet bij 3FM of de nationale televisie blijft die deur voor de Fries gesloten. ‘Dit is mijn negende album bij platenmaatschappij Excelsior. Zij zijn in mij blijven geloven. Ik ben zeer nuchter opgevoed. Als persoon ben ik dat zelf ook. Ondanks tegenslagen blijf ik gewoon doorgaan. Soms denk je: shit ik heb een mooie cd gemaakt en toch krijg ik geen aandacht.’

Wielertrui
Lang geleden verscheen Meindert Talma op televisie bij AT 5 in een verwassen, twintig jaar oude TI-Raleigh wielertrui achter een oud, houten orgel. Hij speelde in zijn eentje het liedje ‘Rummenigge’, over de Duitse voetballer, tussen de kamerplanten op het dakterras vanwaaraf de Amsterdamse stadszender een zomertalkshow uitzond. Schuchter beantwoordde hij met zijn vet noordelijke tongval en lichte stotter de vragen van de presentator van dienst. Zij moet misschien gedacht hebben dat ze met dit muzikale intermezzo door haar redactie in de maling werd genomen. Het orgelgeluid klonk knullig en Talma’s stem schipperde tussen zeer intiem en bijzonder vals. Dit was iets heel anders dan Ellen ten Damme, Dries Roelvink of Trijntje Oosterhuis, types die normaal de muziek verzorgden tijdens dit soort uitzendingen.

Talma zelf is eigenlijk niet zo met zijn imago bezig. ‘Ik heb sowieso niet zo’n hip uiterlijk, dus dan moet je dat ook niet gaan forceren.’ Meindert Talma is een wonderlijke man. Voor een schrijver heeft hij verdomd weinig tekst als hij praat. Na elke vraag blijft het lange tijd stil, waarna een kort ja of nee volgt. Soms weidt hij aarzelend een beetje uit, maar tot lange anekdotes en sterke verhalen komt het niet. Die vertrouwt hij liever aan het papier toe. Kelderkoorts speelt zich af in de jaren 1995, ’96. Het is de tijd waarin de ambitieuze beginneling Talma columns schrijft voor lokale radiopiraat De Nightrider en samen met vriend Nyk de Vries het gestencilde literaire tijdschrift De Blauwe Fedde rondbrengt. Alles wat hij met het illustere gezelschap De Hobbyrockers doet is kleinschalig maar o zo belangrijk. Of het nu om het platenlabel, de radiopiraat of het tijdschrift gaat. Talma beschrijft de gebeurtenissen met oog voor detail. ‘Wij maakten van kleine dingen iets groots. Ooit stond in de krant een recensie over De Blauwe Fedde. Ons blad werd “een literair verslag van het non-event genoemd”. Ik had natuurlijk nog wel een beeld van die tijd, maar doordat ik er nu dieper in dook, ontdekte ik zaken die ik toen misschien niet helemaal zag. Ik was heel onzeker. Toen ik 26 was, had ik nog nooit in een band gespeeld. Ik was verlegen en een laatbloeier, maar vol ambitie. Mijn ouders waren verbaasd dat ik ineens op een podium ging staan. Ik had namelijk nooit kenbaar gemaakt dat ik artiest wilde worden.’

Maar Talma had al die tijd niet stil gezeten en al een flink oeuvre opgebouwd. ‘Die liedjes hield ik eerst voor mijzelf. Ik liet ze wel aan Nyk horen om te kijken wat hij er van vond. Dat was voor mij belangrijk. Dat ik Nyk ooit ben tegengekomen is van groot belang. Tegenwoordig wordt het kinderen op jonge leeftijd ingewreven dat ze een ster kunnen worden in de popstershows. Nu is het de normaalste zaak dat iedereen op een podium wil staan. Ik neem mijn ouders niets kwalijk. Ik neem het de tijd kwalijk.’

Onbegrepen
Toch heeft Talma nog wel eens heimwee naar de tijd die hij beschrijft in Kelderkoorts. ‘We zaten op zondagavond met z’n allen om de tafel, een beetje bier drinken en ouwehoeren. Als ik iets voorlas, kreeg ik meteen reactie op mijn verhaal. Anderen hadden mooie platen gekocht van oude jazzknakkers. Die luisterden we dan. Een mooi sfeertje. Er werden plannen gemaakt.’

De aanleiding om Kelderkoorts te schrijven was een artikeltje over Talma in Vrij Nederland. Daarin stond dat Talma ‘het beste is dat de Nederlandse kunst heeft voortgebracht: hij is muzikant, dichter, kunstenaar en autonoom genie.’ En dat Meindert Talma ook de minst begrepen popster van Nederland was. ‘Maar,’ zo schreef Sander Pleij, ‘Meindert houdt moed. Meindert gaat door.’ Meindert vond in ieder geval dat die onbegrepen popster een autobiografie verdiende. Zijn levensverhaal vergezeld door een soundtrack van elf liedjes die de periode extra kleur geven.

Talma: ‘Popmuziek is vaak een herhalingsoefening. Hup, daar is weer een nieuwe cd. Maar muziek moet voor artiest en publiek spannend blijven. Met Kelderkoorts is er het persoonlijke verhaal in het boek om dat tegen te gaan.’ Hoeveel delen de reeks uiteindelijk zal beslaan, weet hij nog niet. Inmiddels heeft hij al een stok achter de deur om deel twee te schrijven. Talma ontving recentelijk een schrijversbeurs van het Letterenfonds. ‘Deel twee wordt donkerder van toon dan Kelderkoorts. De periode, vanaf 1997, was heel duister. Ik hoop dat dat ook in de muziek terugkomt. Kelderkoorts is mellow.’

Hoeveel boeken de reeks uiteindelijk zal tellen is nog niet duidelijk. ‘Het moet in ieder geval niet vervelend worden,’ stelt hij.

Verandering
Talma is niet meer de jongen uit Kelderkoorts die in 1996 nog altijd in een studentenhuis woonde onder een enorme poster van Joy Division. Hij woont sinds 2005 met vriendin en twee dochters in Zuidhorn, een dorpje iets boven Groningen. Nu moet hij tien minuten met de trein reizen voordat hij een ‘flesje’ kan drinken in zijn geliefde Kelderbar in poppodium Vera. Een hele verandering. ‘Doordat ik vaak optreed, is uitgaan echt sporadisch geworden. Ik heb vrienden die nog vrijgezel zijn en het oude leventje leven. Zij gaan nog twee keer per week naar Vera. Ik heb de drive wel een beetje verloren.’

Of Meindert Talma ooit de echte sterrenstatus zal bereiken, zal hem eigenlijk worst zijn: ‘Iedere popmuzikant of schrijver wil dat zijn werk zoveel mogelijk mensen bereikt. Als een hit of het sterrendom daarbij hoort, zou ik dat voor lief nemen. Maar dat zal bij mij niet zo snel gebeuren.’