Bij elke aflevering van 'Van Bihar tot Bangalore’ kiest de boekenredactie een boek. De zevende aflevering gaat over Bollywood, en dus kozen wij voor 'Show Business' van Shashi Tharoor.

Shashi Tharoor is iemand met twee carrières: hij heeft lang bij de Verenigde Naties gewerkt in New York, gold als belangrijke kandidaat om secretaris-generaal te worden toen Kofi Annan in 2007 terugtrad, maar is daarnaast ook schrijver van romans en non-fictie over zijn thuisland India. Zo verscheen van hem in 1997 het boek India, from midnight to the millennium, waarin hij de ontwikkeling van zijn land sinds de onafhankelijkheid beschrijft.

 
Een aantal jaren eerder publiceerde hij de roman Show Business, die zich afspeelt tegen de achtergrond van de Indiase filmindustrie, ook wel samengevat in de term Bollywood (een samentrekking van Bombay en Hollywood). Intussen is de Indiase film groter dan de Amerikaanse. Meer fims, meer kaartjes, en leunend op een immense populariteit. Die populariteit heeft vanuit westers perspectiefs soms ook iets ongemakkelijks. Filmsterren worden in India behandeld als halfgoden. Filmster Salman Khan reed ooit dronken over wat mensen heen die op straat lagen te slapen. Een van hen overleed. Khan ging vrijuit.
 
In het boek van Tharoor is Ashok Banjara de hoofdpersoon. Hij is de zoon van een succesvolle politicus, wat hem helpt bij het nastreven van zijn grote droom: acteren. Hij krijgt succes, gaat ook de politiek in (niet ongebruikelijk in India), maar komt ten val als hij de belasting blijkt te ontduiken. Hij accepteert een rol in een B-film en raakt daarbij ernstig gewond. Zo ernstig dat hij aan zijn verwondingen zal bezwijken. Buiten waken zijn trouwe fans.
 
Op zijn sterfbed zegt zijn vader tegen hem: we zijn allebei voorbeelden van mensen die doen alsof. Politiek verschilt daarin niet van de Bollywoodfilm. Niets is wat het lijkt. Oppervlakkige filmsterren worden aangezien voor de helden die ze spelen op het witte doek, politici spelen alsof ze zich inzetten voor het land, terwijl ze in werkelijkheid proberen rijker te worden van het avontuur naar de top. Wat is ondertussen echt en wat niet?
 
Tharoor schrijft een milde satire over de filmindustrie en het politiek bedrijf, maar dan wel eentje met een hoge inzet.
 
Overigens gebeurt het vaker dat de Indiase filmindustrie wordt gebruikt als decor voor fictie. Het werk van Vikram Chandra, dat we vorige week bespraken, is doordesemd van Bollywood, maar ook een boek als The Lost Flamingoes of Bombay van de jonge schrijver Siddharth Dhanvant Shanghvi (in 2008 genomineerd voor de Man Asian Literary Prize) speelt zich af tegen dezelfde achtergrond als het boek van Tharoor.
 
Volgende week het enige non-fictieboek in de reeks: City of Djinns van William Dalrymple.