Toch is dat precies wat er gebeurde op de redactie van het Amerikaanse tijdschrift Vice. In de reportage ‘Last Words’, gepubliceerd in het zomernummer, beelden modellen schrijfsters uit vlak voor of tijdens hun zelfmoord(poging). Sylvia Plath en Virginia Woolf zijn de bekendste namen, maar we zien ook dichteres Elise Cowen uitgebeeld, die uit het raam van een flatgebouw sprong, en de Taiwanese auteur Sanmao die zichzelf ophing met een panty. Zelfs Dorothy Parker, die als twintiger ooit haar polsen doorsneed, maar die de zeventig ruimschoots zou halen, ontbreekt niet.
Bij de foto’s werden niet alleen de geboorte- en sterfdatum vermeld, maar ook verkoopinformatie over de kleding die de modellen dragen.
Zoals te verwachten viel, brak er een storm van protest los zodra de foto’s online stonden. Smakeloos, schandalig, ziek en weerzinwekkend waren maar enkele van de kwalificaties. Kunst mag en moet soms provoceren, betoogt Michele Filgate op Salon.com, maar dit heeft niets met kunst te maken.
Vice, dat wel vaker de randen van het betamelijke verkent, verwijderde de foto’s vliegensvlug van de site, maar ze staan wel in de papieren editie die overal verkrijgbaar is. De redactie van het tijdschrift liet weten dat hun modereportages altijd onconventioneel zijn en dat de artistieke waarde van de foto’s belangrijker is dan de geportretteerde mode. In de verklaring stond ook dat de redactie de zelfverkozen dood van deze schrijfsters heel tragisch vond en dat ze hun excuses maakten aan iedereen die zich beledigd voelde.
Een modereportage geïnspireerd op schrijfsters die zelfmoord pleegden. Je moet al een vrij zieke geest hebben om zoiets te bedenken, maar dat een dergelijk plan vervolgens ook ten uitvoer wordt gebracht, grenst aan het onvoorstelbare.