Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Moet je daar als Boeken-site eigenlijk aandacht aan besteden? Een rijtje goede vrouwelijke auteurs opnoemen lijkt logisch, maar werkt averechts.

Wat zeg je daar namelijk mee? ‘Kijk, ze zijn er wel, hoor.’
En daar zitten de schrijfsters vervolgens met z’n allen op één voetstuk in het verdomhoekje. Lof ontvangend omdat ze het hebben gepresteerd zowel vrouw als literair schrijfster te zijn. Toegegeven, de keuze om vrouw te worden valt elk embryo zwaar. Lang twijfelen wijst er sowieso al op dat je maar beter vrouw kunt worden: de mannetjes krabben slechts één keer aan hun nog-niet-bestaande zakjes en maken de beslissing. Zo gaat dat nou eenmaal.

Toch zijn er in Nederland twee prijzen die een verband tussen vrouwelijkheid en getalenteerd schrijverschap willen belonen. De Anna Bijns-prijs, bijvoorbeeld, in 1985 opgericht om oeuvres te bekronen die ‘in stijl, vorm aanpak [en] thematiek uiting [...] geven aan de realiteit en de verbeeldingswereld van vrouwen.’ Omdat de vrouwenstem bij andere prijzen over het hoofd werd gezien, vonden de oprichtsters. 

Die andere, de Opzij Literatuurprijs, wordt simpelweg uitgereikt aan het ‘beste literaire werk van een schrijfster’. Tot van 1979 tot 2007 heette hij (/zij) de Annie Romeinprijs en haalde je die niet zomaar binnen op je geslachtskenmerken: het werd toegekend aan een oeuvre dat op een of andere manier bijdroeg aan de vrouwenemancipatie, door bijvoorbeeld vrouwen een prominente rol te geven of visies op mogelijke maatschappelijke rollen te beschrijven. Nu mag je gewoon een mooi boek schrijven.

vrouweneiland

Zo’n prijs verdeelt de meningen grofweg in twee: het juichende kamp van de Postitieve Discriminatoren en het schamper lachende kamp van de Vrouwen-die-zichzelf-liever-niet-als-vrouw-betitelen. Kamp Neutraal, dus eigenlijk. ‘Het is toch goed dat er eens een vrouwelijk geluid in het literaire land gehoord wordt’, zeggen de juichende feministen. Kamp Neutraal wil alleen nergens aan meedoen waar sekse überhaupt een rol speelt. Kamp Neutraal is mens, schrijver, wat voor beroep dan ook, maar geen vrouw - alsjeblieft zeg.

Dit is natuurlijk een beetje karikaturaal. Het punt is: zijn prijzen speciaal voor vrouwelijke auteurs eigenlijk wenselijk? Is een uitzonderingspositie hard nodig, of drijft het vrouweneiland daardoor alleen maar verder weg richting horizon? En waarom is er een vrouweneiland, trouwens?

Daar hebben we namelijk weer dat speerpunt van de Anna Bijns-prijs: de wereld van vrouwen verbeeld zien. Ik ben de laatste die zal zeggen dat er geen typisch vrouwelijke ervaringen kunnen zijn. Maar ben je altijd alleen maar vrouw of man? Schrijven mannelijke auteurs bijvoorbeeld alleen maar over emotioneel gemankeerde, geperverteerde zuiplappen?

Het ligt aan dat totaal onjuiste cliché dat ik nodig had om een punt te maken. Waar halen we die stereotypes toch vandaan? En waarom spelen ze bij mannelijke auteurs geen/een minder negatieve rol? Er is geen prijs voor de verdrukte vent. Misschien dat we te oplettend zijn, onbewust. Ik doe een suggestie: er hangt een bijsmaak aan ons begrip van de vrouwelijke auteur.  

vertekend

De feiten liggen zo: er schrijven (en lezen) meer vrouwen dan mannen. Het grootste gedeelte van de vrouwelijke auteurs schrijft literaire thrillers of chicklits, over problemen die zogezegd typisch vrouwelijk zijn.
Zegt dat iets over vrouwen en boeken? Nee, eerder iets over de machine van de boekverkoop. Wie weet hoeveel manuscripten er afgewezen worden omdat ze niet als Saskia Noort of E.L. James bestempeld kunnen worden. Wie weet wat we dus niet zien aan vrouwelijke schrijfsters.
Wat we wel meekrijgen, zijn voornamelijk bestsellerauteurs die het goed doen in de media. Het helpt gewoon enorm als je zo af en toe naaktfoto’s twittert. En dat kan het beeld wel eens goed vertekenen - voor zover dat in de media niet überhaupt gebeurt, meldde de NPO.

Maar er zijn ook genoeg mannelijke auteurs die goed verkopen met boeken waarin op hun beurt stereotype kerels voorkomen. Actiehelden met een gigantische intelligentie en potentie, die alleen maar martini drinken. Die negeren we gewoon: altijd al zo geweest. 

Dat is het ‘m misschien? Dat het ons de afgelopen eeuw iets te snel is gegaan, dat er iets teveel over gender gepraat is? Het begon met schrijvende vrouwen die zich niet langer achter een pseudoniem verscholen. En binnen diezelfde eeuw verdorie drie feministische Golven. In de inleiding van Schrijvende vrouwen (2010) wordt geopperd dat die feministische connotatie vrouwelijke auteurs wel eens in de weg heeft kunnen zitten: hun werken werden voornamelijk met een sociologische bril bekeken, als een emancipatoire bezigheid die alleen maar politieke doelen had. Alle vrouwen waren altijd en uitsluitend maar bezig met emanciperen. Er werd misschien minder naar het boek gekeken dan het paar vermoedelijk boze borsten erachter.

stemherkenning

‘Vrouw’ is ongemerkt een beladen term in de literatuur, eentje die onbewust met onze verwachtingen rommelt. Ook bij vrouwen zelf: Ingrid Hoogervorst riep haar eigen ‘meisjes’ op ‘vooral [...] afstand [te] nemen van hun eigen leven en [te] ontsnappen aan hun eigen geslacht.’ Als al die wijven nou eens zouden stoppen met schrijven over triviale vrouwendingetjes - zoals huishoudelijke taken, echtscheiding, verlies van een kind (!) - dan werden ze wel serieus genomen, aldus Hoogervorst. Aleid Truijens had daar wel een kanttekening bij: een man die schrijft over zijn echtscheiding? Bravo, gedurfd! Een vrouw: ga toch ergens anders klagen, mens.

Het grappige is dan ook dat je, als het erop aankomt, helemaal niet kunt aanvoelen of iets door een man of een vrouw geschreven is. Zolang er geen auteursnaam is, heb je moeite typisch vrouwelijke of mannelijke stemmen te ‘herkennen’. V.S. Naipaul schreeuwde namelijk twee jaar geleden van de daken dat vrouwen niet konden schrijven en dat hij dat feilloos kon aanwijzen. Een aanleiding voor The Guardian om een quiz te maken: tien fragmenten zonder bronvermelding. Raad maar welk beestje het is.

Ik heb ‘m gemaakt met vijfentwintig andere studenten. We hadden echt geen flauw idee. Uit wanhoop begonnen we al onze stereotypen op de fragmenten los te laten:
‘Oké, in fragment 4 gevloek, seks, drank .. Man, dan maar?’
En we faalden genadeloos.
Allemaal.

En dan mag u nu gaan raden wie dit stuk geschreven heeft. Ben ik boze feminist of meevoelende metro-man? Lesbiënne? Gay best friend? Trouwe viervoeter?
U roept maar; ik ga ondertussen een boek lezen.