Volgens de Britse schrijver Julian Barnes heeft de vrijheid om vrijmoedig over seks te kunnen schrijven de literatuur nog niet bepaald verrijkt. Integendeel, hij hekelt de ‘commerciële plicht’ die schrijven over seks intussen is geworden.

Vrijwel geen onderwerp lijkt uitgesloten van deelname als het gaat om de literatuur. We kunnen ons verre werelden verbeelden van buitenaardse wezens, steden laten verdwijnen onder vloedgolven, een heel land blind laten worden, bibliotheken beschrijven die geen einde kennen, intermenselijke relaties blootleggen op een manier die alleen in fictie mogelijk is, maar zodra het op seks aankomt betreden we een literaire gevarenzone. In die zone loopt elk literair talent het risico verzwolgen te worden als een schip in de Bermuda-driehoek. Waarom dat zo is valt moeilijk te zeggen. Mischien omdat seks op z’n best is als je een direct betrokkene bent. Wat de een begeert is voor de ander het meest onsmakelijke denkbaar. Vraag eens een homoman zich voor te stellen hoe het zou zijn een vrouwelijk geslachtsdeel met de tong te beroeren. Vraag maar eens een heteroman wat hij vindt van het idee om het zaad van een andere man op een daar van nature niet toe bestemde plek te moeten ontvangen. Seks is een kwestie van perspectief.
 
Sinds we ons in de jaren zestig en zeventig hebben bevrijd van de laatste restjes preutsheid, is er geen grens aan wat we ons kunnen veroorloven in de literatuur. Je zou zeggen dat intussen een canon valt samen te stellen van romans die goed beschreven seks bevatten. Dat valt tegen. Opwindend is het zelden. Het is niet voor niets dat in Engeland jaarlijks de Bad Sex Award wordt uitgereikt.
 
Dankzij de collega’s van NRC Boeken leren we dat Julian Barnes, schrijver van prachtromans als Flaubert’s Parrot, A history of the world in 10 1/2 chapters en recenter The sense of an ending, vindt dat schrijven over seks een ‘commerciële plicht’ is geworden. En over de nieuwe vrijheid die de literatuur zich verwierf schrijft hij: “sometimes all that happened was that the misleading old euphemisms were replaced by the misleading new clichés.” Het oude verbloemende taalgebruik werd vervangen door nieuwe clichés. Iedereen die weleens een boek heeft gelezen waarin expliciete seks voorkomt kan dat beamen.
 
Een aantal maanden geleden besloot literair tijdschrift Tirade om schrijvers te vragen te reflecteren op het essay De troost der pornografie van Rudy Kousbroek. Van hem is de karakterisering van geslachtsdelen als ‘ons behaarde speelgoed.’ Het Tirade-nummer bevatte veel behartenswaardigs over porno en seks en literatuur, maar echt opwindend werd het nergens. Niemand probeerde een goede seksscene te schrijven. Valkuil. Je kunt seks parodiëren in een literaire tekst, of problematiseren door bijvoorbeeld seksueel misbruik te beschrijven (Lolita), of er zo onliterair over te schrijven dat de opwinding weliswaar uitblijft, maar de daad felrealistisch op ons netvlies brandt (Turks Fruit), maar erover schrijven als iets moois, iets teders en, om het woord toch maar weer een keer te gebruiken, opwindends, wie dat probeert slaagt zelden.
 

Julian Barnes vindt dat de oplossing gelegen ligt in het overboord gooien van de seksverplichting. De echte nieuwe vrijheid, dat is op gepaste wijze afstand nemen van je personages als ze de liefde bedrijven in plaats van met pen en papier tussen hun klamme dijen te gaan liggen. Later deze week zal het stuk van Barnes, waarvan al een beetje uit geciteerd wordt in The Telegraph, te lezen zijn in Radio Times, het omroepblad van de BBC.

 

Intussen organiseert De Avonden volgende maand een seksweek, daartoe niet aangezet door Barnes maar gedreven door eigen nieuwsgierigheid. We houden je op de hoogte. 

Google-resultaten voor "seks en literatuur"