'Deze biografie is geschreven met schroom'. Met die woorden begint neerlandica Maaike Meijer haar biografie over M. Vasalis, omdat ze zich afvraagt of de dichteres - die de publiciteit schuwde en haar privéleven zorgvuldig beschermde - een biografie op prijs had gesteld. In het voorwoord geeft Meijer aan dat ze tijdens het schrijven van de biografie vaak het gevoel heeft gehad in 'overtreding' te zijn. 'Het was een keuze between the devil and the deep sea.'
Vasalis liet persoonlijke brieven en ongepubliceerd werk in rook opgaan, maar ze bewaarde ook documenten, met zorg geselecteerd, die voor een biograaf van waarde zijn. 'Als Vasalis echt nimmer een biografie had gewild zou ze alles rigoureus hebben weggegooid,' stelt Meijer.
Dankzij de medewerking van de erven werden er in de biografie gedichten en prozaschetsen opgenomen die Vasalis bij leven niet openbaar wilde maken. Ze waren niet af, ze werden te licht bevonden of ze waren te persoonlijk. Toch zijn ze nu gepubliceerd.
Als een dichter of schrijver bewust heeft gekozen om werk niet te publiceren, waarom gebeurt dat dan toch vaak postuum? Zelfs als de auteur expliciet heeft aangegeven dat niet te willen? Waarom wordt deze wens bijna altijd genegeerd?
Gisteren publiceerde The New Yorker een essay van de Amerikaanse schrijfster Roxana Robinson waarin ze uiteenzet in hoeverre het al dan niet verantwoord is om na de dood het recht van eigendom en privacy te schenden. 'Restricted material is a glowing cache of treasure: scholars will seek it out,' stelt Robinson. De wetenschap zal de onderste steen boven krijgen. Het zit in onze aard om ontdekkingen en onthullingen te willen doen. Volgens Robinson, die zelf een biografie schreef over de Amerikaanse kunstschilder Georgia O'Keeffe (1887-1986), en wier voorbehoud van publicatie eveneens in de wind werd geslagen, is er maar één manier om het auteursrecht voor eeuwig te beschermen: de fik erin. Of moderner gezegd: de geheugenkaart wissen.
'Death means the final abdication of power,' concludeert Robinson. Met de dood raakt de auteur alle controle kwijt. Het overkwam Vasalis - en velen met haar. Vasalis' teruggetrokken bestaan en zwijgzaamheid riepen veel vragen op, die vroeg of laat beantwoord moesten worden. Iemand die mediaschuw is, is tegelijk mediageniek.
Je kunt de erfgenamen nog zo goed instrueren, het is haast niet tegen te houden. Meijer beschrijft in de biografie waarom de erven van Vasalis, ondanks de door hun moeder opgelegde condities, met de neerlandica in zee gingen: 'Het zou vroeg of laat toch gebeuren en dan wilden ze er ook maar de hand in hebben en kiezen voor één biograaf om mee samen te werken.' Ze kunnen blij zijn met hun keuze. Het blijft de vraag wat Vasalis er zelf van zou vinden.
Mág dat zomaar, postuum publiceren? Als een auteur dat wenst te voorkomen, heeft hij twee opties: al het werk vernietigen of de erfgenamen alles laten dwarsbomen.