Je kunt je er als liefhebber van literatuur tegen verzetten, en lang niet iedereen gelooft in de verschuiving van schrift naar beeld. Toch zijn er mensen die van de nood een deugd maken en aan de slag gaan met nieuwe kunstvormen. Bijvoorbeeld de tekenaars van graphic novels, waarvan er vijf te gast zijn op Crossing Border.

Niemand zal de ontwikkeling naar de beeldcultuur zijn ontgaan: we delen foto’s op Facebook, Instagram of in de extreemste vorm, via Snapchat. Bij dit laatste, ultieme voorbeeld van een vluchtige maatschappij is het de bedoeling dat je een foto maakt met je telefoon en die naar een ander stuurt, die de foto slechts enkele seconden lang kan zien. Dat is vermakelijk, maar ook een serieuzer medium als de krant maakt een visuele ontwikkeling door. De voorkant van de dagbladen bestaan in tegenstelling tot vroeger vooral uit foto’s, waardoor deze op een scherm lijkt met apps. Je krijgt het gevoel dat je snel door kan klikken, zoals bij een tablet of een smartphone.

Na een eeuwenlange overheersing van de schriftcultuur, gaan we tegenwoordig steeds meer kenmerken van een beeldcultuur vertonen. Terug naar de schilderingen in grotten, maar dan op een moderne manier. De graphic novel past bij deze ontwikkeling.

De organisatie van Crossing Border is dat ook niet ontgaan. Op het festival is er op zaterdag anderhalf uur aandacht voor de graphic novel, onder leiding van ‘stripintendant’ Gert Jan Pos. Hij is aangesteld als intendant om de Nederlandse stripcultuur een impuls te geven. Aan het woord komen maar liefst vijf striptekenaars. De Tsjechische striptekenaar Jaromír Svejdík (Jaromír 99) en schrijver Jaroslav Rudis, die de succesvolle graphic novel Alois Nebel maakten, vertellen over hun werk, net als New Yorker Ben Katchor, die zich voor zijn tekeningen en verhalen onder meer door telefoonboeken en spijsvertering laat inspireren. Willem, als messcherp cartoonist vooral buiten Nederland al jarenlang een begrip, is er ook bij. De Stalinski's, twee zusjes die het alledaagse onalledaags weten te brengen, maken de graphic novel line-up compleet.

En dat is bijzonder. Er wordt soms namelijk neerbuigend gedaan over de graphic novel in de literaire wereld. Dit is omdat de term doet denken aan makkelijk vermaak en stripboeken. Daarom is het belangrijk om te weten waar we precies over praten.

Er wordt gezegd dat de eerste graphic novel A contract with God was, uit 1978, van Will Eisner. Het boek ging over een arme, dichtbevolkte Joodse achterbuurt, en de relatie van de mens tot God. Hij definieerde de term graphic novel als een stripboek dat complex van verhaal was en zeker 64 pagina’s telt. De boeken zijn bedoeld voor een volwassen publiek en nodigen door het grafische element uit tot betrokkenheid bij het verhaal.

Dat het medium zelf ook volwassen is, blijkt bijvoorbeeld uit het succes van het postmoderne Maus (in delen gepubliceerd van 1978 tot 1991), van Art Spiegelman. Dit was de eerste graphic novel waar ook op universiteiten aandacht aan werd besteed. Het verhaal gaat over de Holocaust, waarbij Joden worden afgebeeld als muizen, Duitsers als katten en het Poolse volk als varkens. Het riep vragen op als: mag je een traumatische gebeurtenis als de Holocaust in een medium aan bod laten komen dat wordt geassocieerd met massavermaak? Het was de eerste graphic novel, maar niet de laatste, die de Pulitzer Prize won. Daarmee kwalificeerde de graphic novel zich als een aan literatuur gelijkstaand medium.

Maus was een inspiratiebron voor vele anderen in de 35 jaar die volgden. Literaire klassiekers van bijvoorbeeld Dostojevski zijn in strip omgezet. Dit jaar is nog een graphic novel genomineerd voor de National Book Award in de Young People’s Literature-categorie (Gene Yang met Boxer & Saints). Het medium past goed binnen de huidige tijd en geeft de ruimte om literatuur voor een breed publiek toegankelijk te maken. En niet in de laatste plaats bij jongeren, die anders minder gauw een roman open zouden slaan.

De graphic novel wordt meer verkocht dan in zijn begindagen. Dat is te verklaren door het feit dat het een brede term is, die ook wel eens wordt (misbruikt of) gebruikt voor populaire Japanse manga-boeken en superheldverhalen. Niet voor niets pleitte de maker van Maus voor het gebruik van een andere aanduiding, bijvoorbeeld ‘graphic literature’. De serieuze vorm van de beeldroman verdient een impuls voor het imago. De literatuurliefhebber zal misschien minder twijfelen aan zijn kwaliteit nu er op een literair festival als Crossing Border plek voor is. Ik ga kijken.