Een kwart eeuw geleden viel het IJzeren Gordijn, maar toch weten we vaak maar weinig over Oost-Europese literatuur. De rubriek 'Blokje om' brengt daar verandering in. We meanderen van noord naar zuid langs de voormalige grens. Afl. 7: Wit-Rusland.

Wist je dat Belarus de officiële naam is voor Wit-Rusland in Nederland? Het is een naam waar de voorkeur aan wordt gegeven, omdat hij minder doet denken aan het trauma van de Russische onderdrukking. Net als bijna alle landen tot nu toe in deze serie heeft ook Wit-Rusland een haat-liefdeverhouding met zijn grote broer uit het oosten. De president van Wit-Rusland pleit namelijk voor een samenvoeging van beide landen, maar hij is dan ook – zo wordt gezegd – door vervalste verkiezingen aan de macht gekomen.

Hulpgeld van de EU dat niet naar de armen maar naar het leger gaat, onderdrukking, corruptie en het laatste land in Europa waar de doodstraf nog uitgevoerd wordt: omdat ik anders moet gaan vertellen over deze treurige zaken ga ik maar liever niet verder in op de politieke situatie van het land. In plaats daarvan wijs ik op de reden waarom de meeste toeristen naar het land gaan: de fantastische natuur. Wit-Rusland wordt ook wel ‘blue eyed’ genoemd, vanwege het grote aantal meren (meer dan tienduizend). Ook vind je er uitgestrekte naaldwouden en moerassen. Misschien heeft deze mooie natuur wel dichters geïnspireerd, en het is zeker leuker om te lezen dan dat het land ook wel ‘de laatste dictatuur van Europa’ wordt genoemd.

Net als vorige week komt deze week een taalgebied aan bod waar Glagoslav Publications vertalingen van verzorgt. Het is dan ook op hun website dat we lezen dat de Wit-Russische literatuur zich onder meer ontwikkeld heeft binnen het sentimentalisme, populisme, revolutionaire eadradzhennie (wedergeboorte), en het socialistische realisme van de Sovjetperiode. 
 
De literatuur heeft het de afgelopen eeuw niet makkelijk gehad. Doordat de Russische politiek de ontwikkeling van de Wit-Russische taal nu eens aanmoedigde, en dan weer onderdrukte, is de levensvatbaarheid van de literatuur er niet constant gebleven. Het literaire blad Nasha Niva (Ons Veld, 1906-1915), dat veel van de schrijvers  die tegenwoordig worden beschouwd als klassiekers samenbracht (Yanka Kupala, Yakub Kolas en Maksim Bogdanovich), heeft zich ingezet om Wit-Russische literatuur vitaal te houden. De meeste internationale erkenning heeft misschien Vasil Uładzimiravič Bykaŭ wel gekregen, die genomineerd werd door Joseph Brodsky and Czesław Miłosz voor de Nobelprijs van de Literatuur.

Speciale belangstelling voor het Wit-Russische boek heeft Camilla Stein: redacteur, vertaler en projectmanager bij Glagoslav. Ze spreekt de taal en deed de redactie van drie Wit-Russische boeken: King Stakh's Wild Hunt door Uladzimir Karatkevich, Khatyn door Ales Adamovich en Down Among the Fishes door Natalka Babina. In de Wit-Russische media is haar redactiewerk niet onopgemerkt gebleven.

Wat is kenmerkend en onderscheidend aan de literatuur uit Wit-Rusland?
Wit-Rusland is een bijzonder land met een bijzonder verleden. In het verleden werd het volk gescheiden door meerdere bezetters. Dit is van diepgaande invloed op de ontwikkeling van de Wit-Russische taal en literatuur geweest. De Wit-Russische taal was namelijk door de bezetters verboden en schrijven in het Wit-Russisch - laat staan iets uitgeven - werd gezien als iets illegaals, zelfs tot vroeg in de twintigste eeuw. Daarom koestert het volk zijn taal en literatuur nu zo sterk, en is elke poging tot uitgeven en bekend maken ervan in het buitenland erg belangrijk voor de Wit-Russen. In één enkele zin, zijn ze hun identiteit en geschiedenis aan het verwerken door middel van de literatuur, ook wat betreft de huidige situatie in het land waarbij de mensen hun stem willen laten horen en daar verschillende manieren voor zoeken. Ze zijn al jaren aan het experimenteren met literaire vormen die al eerder in de literatuur van andere landen gebruikt werden. Men spreekt bijvoorbeeld over het creëren van een eigen - karakteristieke Wit-Russische - historische roman die diepe wortels heeft in de oer-Wit-Russische cultuur die men probeert te herstellen. En ze doen het goed ook! Wit-Rusland heeft rijke betekenisvolle tradities waar de mensen trots op zijn. Toch is het voor vele Wit-Russische auteurs nog steeds een droom om  hun stem ook te laten horen buiten hun eigen land.

Hoe is de leescultuur daar? Wordt er veel gelezen, en door wie?
Als we het over Wit-Rusland hebben, leest men best veel. Boekwinkels en bibliotheken staan altijd vol met bekende klassiekers en evenzoveel nieuwe werken. Lezen wordt gepromoot op scholen, en in principe wordt net als in andere Europese landen gelezen door jong en oud. Men heeft ook genoeg belangstelling voor buitenlandse literatuur, en boeken staan centraal in alle vormen van het onderwijs. Ook worden literaire evenementen gehouden om de leescultuur te bevorderen.

Welk boek moet beslist nog worden vertaald naar het Nederlands?
De Wit-Russische roman is niet echt bekend in Nederland. Briljante en geheimzinnige klassieke werken van Uladzimir Karatkevich of Ivan Melezh die over de mysterieuze Palessie schreef, zouden een goede aanvulling kunnen zijn voor de boekenwinkels hier. Daarnaast is de Tweede Wereldoorlog een pijnlijk en belangrijk thema voor  Wit-Rusland. Khatyn, van de inmiddels overleden Wit-Russische oorlogsverslaggever Ales Adamovich, is onlangs vertaald in het Engels, maar zou bij een vertaling ook zeker zijn lezer vinden in het Nederlands. Deze retro documentaireroman gaat over de Nazi-bezetting van Wit-Rusland en de strijd van mensen en kinderen om aan dit gruwelijke geweld te onstnappen. Voor velen in Europa is het nog steeds een onbekend verhaal hoe zwaar Wit-Rusland het heeft gehad tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoeveel leed het land heeft meegemaakt. Dit trauma zit erg diep en verdient in elke taal verwoord te worden, ook in het Nederlands. Khatyn staat eervol in de rij van fenomenale buitenlandse literaire onthullingen over de Tweede Wereldoorlog, als Stalingrad van Antony Beevor en Bloedlanden door Timothy Snyder, of Nederlands eigen Wees manlijk, zijt sterk door Jolande Withuis en het dagboek van Anne Frank.

Welk fragment aan proza of welke poëzie zou u met ons willen delen?

Een stuk uit Khatyn:

'The old man in stone holding a dead child has had his palm and his fingers exposed to fire. I do not know whether the sighted can see that. I saw it many times after the war. Almost all those who were put before a firing squad together with children but by chance managed to stay alive, had their hand deformed, the one with which they had covered the child’s head and pressed it to the ground. A person would fall down with a dead man, while he and the child were still alive. They would be filled with terror and covered with the blood of the dead. They must not move or stir, no matter what happened!... But the child wanted to get up, it wanted to cry and to scream. But the hand of his father or mother held it down and buried its face in the ground, begging and pleading the child not to summon death.... Death had already come close to them, it was looking point-blank, and aiming. It fired at the head of the child and at the hand that sought to protect and hide that head so round and warm like the ground in summer. The sounds kept breaking up into twos and threes and fading away, they kept counting and counting.... In the midst of the village that no longer exists I heard voices reading from the lists I could not see the names and surnames of the people burnt to death and the villages exterminated. I heard the names of towns and the whispered figures for the thousands of people tortured to death in concentration camps: eighty thousand... one hundred and eighty thousand... two hundred and fifty.... 

The sun tickles my eyelids, and tries to open them, although they are already open. At one time I used to like to look at the sun with my eyes closed, through the live, melting redness of my eyelids. I liked to sit down, or to stand like that or to stroll slowly towards the sun and look at it coloured by my own live blood and just as if it were warmed by my blood. Now my eyelids were black; only jabs of pain rushed through the black, ever hot sky.... The sound of the Khatyn bells counting the stove pipes was already behind us. We were going away, and it remained, but caught us up again, got its way and asked: “How did you carry it out, carry it out, carry it out? Do you understand, understand?...” Three paces and there is a step. Three paces, and we have moved a step away. I lowered my cane, and it made a strangely loud tinkling on the slabs of stone. One needs time to get used to that sound. All it was the tapping of a metal cane on stone. I was going somewhere and nothing more.... But is there anything in the world now about which you can say, “and nothing more”?' 

 

Als dit fragment uit Kathyn je nieuwsgierig heeft gemaakt naar de rest van het verhaal, over een jongen die bij het leger van de Sovjet-Unie gaat tijdens de Tweede Wereldoorlog, kun je de Engelse vertaling van het boek lezen. Een andere optie is het bekijken van de bekende film uit de jaren '80, Come and see of ook wel Idi i smotri. (vijf sterren op cinema.nl). Zie hierboven alvast de trailer.

Een artikel over de architectuur van Wit-Rusland, waarbij ook de Nationale Bibliotheek wordt besproken, vind je hier.