De oorlog, in 1914 begonnen als een ‘frischer fröhlicher Krieg', maakte een einde aan een groot deel van de monarchieën in Europa en omstreken, liet grote keizerrijken zoals de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, het Duitse keizerrijk, het Russische keizerrijk en niet te vergeten het Osmaakse tijk ten onder gaan.
Hert is moeilijk voor te stellen hoe groot de bereidheid was ten strijde te trekken aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, ook in intellectuele kringen. De Duitse schrijver Ernst Jünger beschrijft bijvoorbeeld in zijn boek In Stahlgewittern dat de generatie die zo lang in vrede had geleefd uitzag naar verandering, naar een nieuwe wereld. Nu werd Jünger later een vooraanstaande nazi, maar ook Duitse auteurs die later nadrukkelijk aan de goede kant zouden staan, lieten zich publiekelijk uit voor de frisse vrolijke oorlog. Thomas Mann, Hermann Hesse, zelfs de vrijzinnige seksuoloog Magnus Hirschfeld, allemaal waren ze aanvankelijk voor een uitbraak van een korte maar hevige oorlog. En allemaal projeteerden ze hun eigen verlangens op die oorlog. Verlangen naar verandering of juist een verlangen naar bestendiging… Het enthousiasme liep dwars door alle politieke scheidslijnen heen. Elke stroming formuleerde z’n eigen redenen om voor te zijn.
De desillusie was uiteraard groot toen de oorlog allerminst korstondig bleek te zijn, frontlinies vastliepen niet meer voor of achteruit bewogen en het aantal doden niettemin stabiel hoog bleef. Toen pas, toen de gruwelen zichtbaar werden, herzagen veel mensen hun mening. Te laat. Pas in november 1918 zou de vrede worden getekend, en ook toen die vrede eenmaal getekend was werd er nog doorgevochten. Onlangs nog zond de BBC een documentaire uit waarin werd stilgestaan bij de dood van de militairen die sneuvelden nadat het vredesverdrag al was ondertekend.
De Eerste Wereldoorlog leverde veel literatuur op. Aan Engelse zijde bleken zoveel dichters actief geweest te zijn dat al snel de naam War Poets werd gemunt. Edmund Blunden, Robert Graves, Wilfred Owen, Siegfried Sassoon, allemaal dichters die schreven over hun troosteloze frontervaringen. Guillaume Apollinaire schreef in Frankrijk over het front, Georg Trakl in Duitsland, om er maar twee te noemen.
Het komend jaar wordt er ruimschoots herdacht. In het buitenland. Nederland doet nauwelijks mee, ook al heeft Huis Doorn zich opgeworpen als nationaal herdenkingsoord (hier woonde Wilhelm II nadat hij van de Duitse troon was verdreven toen de Eerste Wereldoorlog was afgelopen). Nederland was neutraal, speelde nadrukkelijk niet mee om die positie niet te verliezen.
Drie nieuwe boeken en één oud boek over de Eerste Wereldoorlog: