'Na iets van 27 jaar weer eens gezwommen in zwembad De Hoorn in Alphen aan den Rijn.' En: 'Ik zit in een all-you-can-eat Chinees in Alphen ad Rijn en ik doe m’n best'. Het zijn twee berichten die Erik Jan Harmens recent op zijn Twitter-account achterliet. Het is de stad waarin hij is opgegroeid. Sinds een half jaar verblijft hij er weer met grote regelmaat. Een paar keer per week logeert hij bij zijn moeder. Terug naar het ouderlijk huis. Noodgedwongen, omdat zijn huwelijk op de klippen liep.
Open mond, zijn nieuwe bundel, gaat voor een deel over zijn scheiding. Het doet verslag van een beroerde periode waarin hij zo’n beetje alles kwijtraakte: zijn vrouw, hun woning in Landsmeer, etc. 'Het is een bundel van de gescheiden man die in zijn tijdelijke woninkje zit, letterlijk met open mond naar buiten kijkt en denkt: wat is mij in vre-des-naam overkomen?' zei hij onlangs in een interview in de Volkskrant. De open mond verwijst niet alleen naar verbazing, maar ook naar het falen in de communicatie: dat je niks meer te zeggen hebt of dingen zegt die je misschien beter niet had kunnen zeggen.
Naast zijn ouderlijk huis logeert hij ook bij vrienden. Tot voor kort kon hij terecht in een stacaravan in Den Ilp, een dorp vlakbij Landsmeer, om dicht in de buurt van de kinderen te zijn. Maar op de camping is het te koud geworden en dus keert hij vaker terug naar Alphen aan de Rijn. Naar het ouderlijk huis dat hij ooit verliet om op eigen benen te kunnen staan en waar hij nu wordt teruggeworpen in de tijd om straks, opnieuw, op eigen benen te kunnen staan.
het was of ik in een serie speelde
waar men me was vergeten uit te schrijven
ik had geen tekst geen camper
hoefde me in niemand te verplaatsen
elke regel die ik uitsprak
kwam rechtstreeks uit mijn gedachten
het lag op mijn tong en het rolde
het kwam bij je binnen en vulde
Uit: Open mond (2013)
Door zijn scheiding keerde Erik Jan Harmens terug naar zijn ouderlijk huis in Alphen aan de Rijn. Het huis waar zoveel herinneringen zijn. We vroegen de dichter om een aantal dierbare voorwerpen met een camera vast te leggen.
Per e-mail laat Harmens nog weten dat er ook goed nieuws is te melden. Binnenkort betrekt hij weer een eigen woning. 'Er is nog enig perspectief, ha ha.'
Vanavond leest hij voor op Crossing Border, om 21:50 uur in The Palace. Het gesprek dat Maarten Westerveen eerdeer met hem in De Avonden voerde, is hieronder te beluisteren.
Erik Jan Harmens: 'Deze poster hing, toen nog in gave staat, in mijn kamer toen ik puber was. Ik was geïntrigeerd door de vrouw. Ik vond en vind haar volmaakt. Details zijn belangrijk, ik herinner me het gezicht-achtige kunstwerk dat achter de vrouw hangt, beetje totempaal-achtig. Ik herinner me haar tweedjas, haar hand in het haar, haar stoïcijnse blik, de kopjes koffie van het lange wachten…'
'Dit glas hadden we toen ik klein was en mijn moeder heeft het nog steeds. Een groen glas waar verder niets over te vertellen valt. Het is niet gevallen. Het is er nog.'
'Een kastdeur met een oude foto van mij, geposeerd voor een spiegel, gemaakt door jeugdvriend uit Alphen: Herman van Bostelen (nu succesvol ontwerper). Ik denk in 1986 of zo. Wat me nog veel meer treft is de sticker onder de foto, van BLIJ DAT IK RIJ. Die sticker is mijn jeugd. En onder de tekening van een boot zie je nog een half restant van KOM OP, dat was een actie voor ontwikkelingshulp of iets dergelijks. Deze kastdeur is een collage.'
'Een tekening gemaakt door mij. Mijn moeder bewaart mijn tekeningen.'