Een band als Syd Arthur aangekondigd zien worden door Ton Rozeman zegt veel over dit festival. De ingetogen verhalenverteller, wat schutterig op het podium, die een paar langharige jongens aankondigt die zodra hij het podium heeft verlaten dampend aan het rocken slaan. Nooit van gehoord overigens, van Syd Arthur, maar ze zijn verrassend goed.
Wat het zegt over het festival is dat muziek en literatuur zelden echt goed mengen. Op het podium althans, het publiek mengt alle optredens meestal moeiteloos door elkaar. Dichter Maarten van der Graaff luistert eerst aandachtig naar voordracht van Erik Lindner, alsvorens hoofdschuddend mee te deinen op de kwikzilverige gitaarriffs van Syd Arthur.
Natuurlijk is het weleens anders, vooral als het een singer/songwriter of band betreft die een bovenmatige tekstuele aandacht aan de dag legt, maar juist die bands zijn, zo op het eerste oog, een tikje ondervertegenwoordigd tijdens deze editie van Crossing Border. De jongens van Syd Arthur lijken me geen Leonard Cohennen of Bob Dylans in de dop. Hoewel, ook dat kan een vooroordeel zijn, dat je bij dat soort knetterend bands niet meer let op waar die nummers eigenlijk over gaan.