- ten eerste het feit dat hij, zijnde een auteur, in het bezit is van negen huizen;
- ten tweede het feit dat hij speciaal voor de opnames vijf dagen had gedaan over het zemen van zijn ramen;
- ten derde zijn antwoord op de vraag: ‘what would you never write about?’
Zijn antwoord, hoe Amerikaans, was: seks en ‘sitting on the toilet’. Het is bekend: de mild neurotische Sedaris is de Woody Allen van de literatuur. Dit werkt niet in zijn nadeel. Hij is innemend, je zou kunnen zeggen: cute. Ik werd fan.
Niet de ook aanwezige Donna Tartt, maar David Sedaris was dus voor mij de hoofdact in Amsterdam op het flitsend hippe evenement Literaturfest. De maandag erop zou hij in een uitverkocht Carré staan voor 60 euro (daar zullen die negen huizen wel van worden bekostigd, als het niet is van de opbrengst van 7 miljoen verkochte boeken), maar ik mocht daar twintig minuten naar hem luisteren voor 8 euro. Koopje.
Zou dit artikel niet eigenlijk gaan over George Saunders, die 10th of December schreef? Dat klopt. De insteek van Literaturfest is namelijk dat auteurs praten over een zelfgekozen boek, en hoe leuk ik Sedaris en zijn werk ook vind, hij is zelf van mening dat hij in de schaduw staat van die andere korte verhalenschrijver. ‘He’s a prince, he’s a wonderful person.’ The New York Times kopt over 10th of December: 'George Saunders Has Written the Best Book You’ll Read This Year'. En dan is hij ook nog eens verkozen tot een van de Time 100 Most Influential People of the World. Toe maar. De Nederlandse vertaling van zijn verhalenbundel verschijnt (niet 10 december maar) begin november, en ik las hem alvast om te kijken of ik me kon vinden in deze lyrische bewoordingen.
Al na het lezen van het eerste verhaal uit de bundel, ‘Ereronde’, weet je het: Saunders heeft alle trucjes in de vingers waar de echte literatuurliefhebber van kwispelt. Technisch zit het verhaal knap in elkaar, met een spanningsopbouw volgens het boekje. Saunders richt zijn pijlen op onze massacultuur. Ik herken in dit ene verhaal ongeforceerde verwijzingen naar genres en media als de young adult- of bildungsroman, het theaterstuk, het sprookje, de avonturenroman, reality tv, het surrealistische verhaal en de ridderroman. Het is bovenal een geslaagde satire op de American dream.
Zo begint dit verhaal met de verwijzing naar een sprookje: een meisje van vijftien dat al fantaserend de trap afschrijdt en wacht tot ‘die ene’ een knieval voor haar maakt. ‘Die ene’ ziet haar en roept uit: ‘Hoe kan zo’n klein omhulsel zoveel gratie bevatten?’ Vervolgens: ‘Oeps. Had hij werkelijk klein omhulsel gezegd? Zonder blikken of blozen? Zonder ook maar een prinselijke spier te vertrekken? De stakker! Neem me niet kwalijk, geen schijn van kans, meteen af via de zijdeur, hij was zeker niet {die ene}.’ Hier is geen wolkje aan de lucht, de volgende jongeman mag aantreden in dit spel – ‘changement, changement’, maar ‘oeps’: deze man heeft kwaad in de zin, en aan de sprookjesachtige staat van het verhaal komt snel een eind. Het is de geschiedenis van een ontnuchtering. Zo zou je de hele bundel wel kunnen omschrijven. Er komt altijd een wending die je niet verwacht. Het is de American dream als dystopie.
Sedaris wijst ons erop dat het schrijven over mensen met het hart op de juiste plaats een gedurfde keuze is in het humoristische genre. ‘It’s so much easier to write about people who are assholes.’ Hij ziet zichzelf als iemand vol vooroordelen, en vindt het fantastisch dat het boek hem wijst op het feit dat er allerlei soorten mensen zijn die misschien anders zijn dan hij, maar die daarom nog niet voor hem hoeven onder te doen. Over Saunders zegt hij dan ook: ‘I think he has such a good heart, that’s why I could never imitate him.’ Wel wil Sedaris graag van hem leren: ‘whenever I read a passage that I particularly love I write it down in my diary, because I just want my fingers to know what excellence feels like.’
Of het nu komt door Sedaris’ talent voor voorlezen of door Saunders’ talent voor schrijven, de zaal lacht dankbaar mee. Bijvoorbeeld als Sedaris dit fragment voorleest, over een keurige vrouw die bij een ietwat trashy gezin een puppy gaat ophalen voor haar dochtertje:
Alice Munro heeft bewezen dat je als schrijver van korte verhalen ook de Nobelprijs kunt winnen en Lydia Davis won de Man Booker International Prize. Korte verhalen doen het dus goed op dit moment. 10th of December is genomineerd voor de National Book Award. Misschien is Saunders wel een kansrijke kandidaat.