Joost Baars - schrijver, dichter, literair betrokkene en dus boekverkoper – gelooft niet zo in ontlezing, een term die te pas en te onpas voorbij komt als het over het (niet) verkopen van boeken gaat. Een gevalletje fatalisme: het idee dat onze cultuur achteruit holt en dat dan onder één noemer scharen. ‘Er worden meer boeken verkocht dan tien, twintig jaar geleden. Wat is dan achteruitgang? Er zitten een aantal grote uitgevers in heel zwaar weer, maar wat mij opvalt is dat er tegelijkertijd kleinere uitgeverijen starten die risico’s nemen die de grote uitgeverijen niet durven te nemen. Ook werd er ooit gedacht dat kleine boekhandeltjes het onderspit zouden delven tegenover grote dure ketens en hun verkoopalgoritmen. Toch bestaan die kleine, onafhankelijke boekhandels nog en hebben juist de ketens het moeilijk.’
Ontmoetingen op papier
Wat ooit begon als het delen van leuke anekdotes op Facebook, is uitgegroeid tot de serie 'Ontmoetingen op papier': een ode aan boekhandels, lezers en de literatuur op de website 'hard//hoofd'. Joost Baars, al 17 jaar boekverkoper, portretteert klanten die hem bijbleven. Voor VPRO Boeken is Baars daarom de uitgelezen persoon om te interviewen over de staat van lezend Nederland.
Uit de stukken van Joost wordt bovendien duidelijk dat er nog steeds door alle lagen van de bevolking wordt gelezen. Voetballers, bouwvakkers, hoogopgeleiden, tienerjongens, ouderen, ouders, kinderen: allemaal lezen ze. En denk maar niet dat je kunt inschatten wat deze mensen dan lezen. In een boekhandel blijkt weinig ruimte voor vooroordelen. ‘Een goeie boekhandelwijsheid is: “de mensen die bij jou Oorlog en vrede kopen, zijn dezelfde mensen die sokken bij de HEMA kopen.” Ik denk dat er genoeg gezegd is over het verschil tussen mensen die bijvoorbeeld Nicci French lezen en mensen die Oorlog en vrede lezen. Als boekhandelaar zie ik dat ze verrassend hetzelfde zijn.’ De discussie over wat wel of niet literatuur is en wat wel of niet kwalitatief goed is, is voor Joost als verkoper ook niet relevant. ‘Als je het hebt over je leeservaring en het kwaliteitsoordeel wat daar bij hoort, dan moet je erkennen dat dat iets subjectiefs is. Daar wordt het ook waardevol van. Daar wordt het iets van waar je achter moet gaan staan in discussies. Maar als verkoper verplaats ik me in de mogelijke leeservaring die iemand anders zou kunnen hebben. Dat staat los van mijn eigen kwaliteitsoordeel.’
Bovendien vind Joost een slechte leeservaring ook niet altijd erg. ‘Het hoort bij het lezen. Je kunt niet van tevoren weten of een boek goed is, dat is de vraag. Sterker nog, het is een van de belangrijkste vragen die je hebt als je gaat lezen. Als het proces van de keuze goed is geweest dan vind ik het geen enkel probleem als een boek tegenvalt.’ Genre zegt dus ook niets over kwaliteit. Slechts de leeservaring kan een uitspraak over de kwaliteit van het boek teweegbrengen. ‘Ik vind het interessanter om te kijken naar overeenkomsten tussen boeken of genres dan naar verschillen. Verschillende genres scheppen verschillende verwachtingen, maar kunnen toch hetzelfde resultaat opleveren.’
Onder zijn klanten bestaan soms wel vooroordelen over genres. Zo zou poëzie ingewikkeld en ontoegankelijk zijn. ‘De grootste drempel van poëzie is een vooroordeel: “het is te moeilijk voor mij” of “ik snap het niet”, maar je maakt poëzie niet eenvoudiger door het enorm te gaan uitleggen. Als je het publiek zo ver krijgt om alleen maar te luisteren, dan gaat het altijd goed.’ Andersom moet Joost ook naar zijn klanten luisteren als zij bijvoorbeeld vragen naar een “mannenboek” of “vrouwenboek”. ‘Die mensen denken dat ze inspelen op een homogene groep, een homogeen genre, maar dat is zeer ten dele denk ik. Die termen betekenen voor iedereen wat anders. Wat ik dan vraag is: “wat bedoel je daarmee?”. Ik probeer zelf niet in een gesprek over mannen en vrouwen te raken, maar ik probeer ze wel even af te brengen van het idee dat er zoiets bestaat als een mannen of vrouwenboek.’
Joost benadert zijn klanten altijd respectvol, zowel in de winkel als op papier. ‘Sommige mensen lachen om de stukjes die ik schrijf uit een soort superioriteitsgevoel of denken dat ik het cynisch bedoel. Dat is niet zo. Ik vind het vaak vooral vertederend. Het is een kwestie van de persoon tegenover je niet onderschatten.’ Het blijkt de leidende draad te zijn in het gesprek: openheid, onbevangenheid. De grenzen tussen verschillende literaire genres, maar ook tussen verschillende soorten mensen diffuus laten zijn. ‘De instelling die je in een boekwinkel en volgens mij ook in het leven moet hebben is er een van volkomen diffuusheid. Want dan dwing je jezelf echt te gaan luisteren naar de persoon die tegenover je staat. En dat is volgens mij altijd veruit te prefereren.'
Joost Baars door Nina Maissouradze
Ontmoetingen op papier is een samenwerking met illustrator Nina Maissouradze voor hard//hoofd.
Nina Maissouradze komt oorspronkelijk uit Georgie. Haar illustraties zijn gebaseerd op haar fascinatie voor mensen en hun eigenaardigheden. Net als Joost observeert ze en probeert ze mensen te 'archiveren', te vangen in archetypes. Zonder daarbij haar aandacht voor het individu te verliezen.
"Ik wil mensen verzamelen, blootleggen en hun imperfecties tonen. Laten zien hoe ze hun kont draaien en wat een gekke schoentjes ze aan hebben."
www.doemijnina.nl
In totaal verschijnen er 8 Ontmoetingen op papier door Joost Baars en Nina Maissouradze.