Beate was bij de Literaturfest Leesclub XL in het Comedy Theater:
Bij binnenkomst klonk Japanse muzak en niet het te verwachte melancholische ‘Le mal du pays’ van Franz Liszt in de uitvoering van Lazar Berman. Deze pianosuite uit Année de Pelerinage gaf immers De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pegrimsjaren niet alleen zijn titel, maar keert ook een paar keer terug in de roman. Maar goed, het publiek was jong en het moest natuurlijk ook gewoon een gezellige boel worden, en dat werd het.
Op het podium ontvingen de mannen van Das Magazin Anna Drijver, Auke Hulst en Jeroen Vullings. Anna Drijvers eerste Murakami was Dans, Dans, Dans en dat vond ze een verschrikkelijk boek. Daarna las ze Norwegian wood en nu dus De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pegrimsjaren.
Niet een doorgewinterde Murakamilezer dus, met ook niet zulke doorgewinterde Murakami-inzichten. Wel getuigt het van veel lef om voor een zaal vol wél doorgewinterde Murakamilezers te spreken alsof je er alles van af weet. Dan de uitverkoren Auke Hulst, hij mocht naar Hawaï om Haruki te interviewen, met als hoogtepunt de lift terug naar zijn hotel die hij kreeg van de schrijver. Het interessantste, meest inhoudelijke verhaal hield Jeroen Vullings en dan met name over zijn (en ook mijn) favoriete Murakami De opwindvogelkronieken.
Al met al bleef het behoorlijk oppervlakkig, had het niks met een leesclub te maken en was het vooral jammer dat er uit een zaal vol Murakamilezers niemand aan het woord kwam. Behalve dan Herman die zijn vinger opstak bij de vraag of iemand Murakami in het Japans las, hij werd de running gag van de avond.
Boek: ***
Leesclub: **
Feestje: niet gehaald
Het Murakami Festival
Vijftien leesclubs, verspreid door Amsterdam, waar in totaal vijfhonderd fans met zijn nieuwe boek op schoot hun mening spuien: welkom op het Murakamifest. Goed gehyped door Das Magazin & Atlas Contact: het festival was in een mum van tijd uitverkocht. Wij namen een kijkje bij vier verschillende leesclubs.
GertJan was bij Nowhere, onder leiding van A.H.J. Dautzenberg:
Vijfentwintig Murakamiliefhebbers zitten in een kring. Er zijn iets meer vrouwen dan mannen. Variërend van 'debutanten' (een paar) tot 'alles-gelezers' (een stuk of vier, waaronder mijzelf). De meerderheid heeft tussen vier en acht boeken gelezen. Ze eigenen zich de kleuren rood, blauw, groen toe, een paar kleurloos of wit; een enkele typeert zich als grijs.
Deze informatie kom je te weten na het voorstelrondje dat Anton Dautzenberg in gang heeft gezet. En na een kleine quiz met vragen over het boek (beloning: een glaasje sake per goed antwoord) is het ijs gebroken. Met 25 paar ogen gelezen is het boek doordrenkt van dunne lijntjes die typische Murakamithema's en personages aan elkaar verbinden: de kleurloze, besluiteloze hoofdpersoon (veel besluitelozer heeft Murakami ze nog niet eerder beschreven), het spel van de namen, beroepen en verwijzingen, tot aan de kleur van de berkenstammen toe (die in Japan niet blijken voor te komen). Je leert ook van elkaar dat wit de kleur van de dood is in Japan, in plaats van zwart.
Gaat de hoofdpersoon dood aan het eind? Is het onderbewuste en gedroomde reëel? Hoe belangrijk is een zesde vinger? Is de summiere verwijzing naar de gifgasaanslag in de ondergrondse relevant (gepleegd door vijf mensen, net zoveel als het vriendengroepje in het boek)? Heeft de hoofdpersoon een donkere kant? Aan het eind van de avond weet je niks zeker, behalve dat Muramaki misschien wel zonder uitgewerkt plot gaat schrijven, maar met kleine zetjes schakend knap geconstrueerde verhalen produceert. En dat een leesclub met liefhebbers en kenners hartstikke leuk is om aan deel te nemen.
Boek: ****
Leesclub: ****
Feestje: nou ja, gewoon een feestje met muziek en bier
Nikki zat in het Das Magazinkantoor, onder leiding van Philip Huff:
‘We beginnen met een voorstelrondje, maar voor je gaat zuchten, dat kan heel snel afgehandeld zijn. Ik ben Philip Huff, ik schrijf boeken, en dit is mijn derde Murakami.’ (Je zegt trouwens Murákami, niet Murakámi – luister maar). Roos werkt als curator bij het Van Gogh museum, en denkt dat dit wel haar dertiende boek van Murakami is. Monden vallen open. ‘Ja,’ zegt ze verontschuldigend, ‘Ik lees het gewoon voor de gezelligheid.’ Maar dan Ruud, die heeft alle boeken gelezen. ‘Dit vond ik zijn meest toegankelijke boek, hoewel,’ hij wendt zich tot mij: ‘Jij zei op Facebook dat je er niet doorheen kwam.’
Dat kwam nu juist omdat het zo toegankelijk was, zeg ik, en BAM- we hebben een discussie. Of nu ja, een discussie. Het blijft toch vooral een ja-nee-roepen tussen twee groepen: trouwe fans en teleurgestelden. Dat krijg je met tweeëntwintig heel verschillende mensen: het gaat niet snel de diepte in. Nu en dan komt er iets interessants ter sprake (‘Grote borsten staan voor veiligheid, een moederfiguur – en Eri is ook het meest warme personage’), maar de echte inzichten blijven uit. Leuk, zo’n leesclub, maar ik heb ze denk ik toch liever klein, en misschien iets kritischer.
Boek: **
Leesclub: ***
Feestje: *
Saskia was bij het Letterenfonds, onder leiding van Luk van Haute:
Een IT’er en een advocaat, een student economie en een humanist. Het zijn niet de mensen die ik normaal tegenkom, maar Murakami spreekt een breed publiek aan. Daardoor lag bij de leesclub het ‘ik vind’-gehalte heel hoog – een verademing voor iemand met een literatuurwetenschappelijke achtergrond, die gewend is dat je mening nooit erg relevant is.
Luk van Haute besprak De kleurloze Tsukuru Tazaki en zijn pelgrimsjaren in het mooie gebouw van het Nederlands Letterenfonds. Luk vertaalde onder meer Dans, dans, dans van Marukami. Hij was dan ook perfect in staat om een stuk voor te lezen uit de Japanse versie van De kleurloze Tsukuru Tazaki, waarbij hij het boek van voor naar achter las en de regels van boven naar onder, want zo doen de Japanners dat nu eenmaal.
Ongeveer de helft van de leesclub had al vijf tot tien Murakami’s gelezen en een van de lezers bleek ook de vertaler van Murakami’s Norwegian Wood. Deze kenners vonden dit boek een herhaling van zetten (‘weer een eenzame dertiger in Tokio die zucht onder de druk van het leven’). Tegelijkertijd hadden drie vrouwen (er waren vooral vrouwen) dit boek niet eens uitgelezen…
Het shotje sake bij de leesclub ging over in een Duveltje bij de afterparty in het Comedy Theater. Tout literair Nederland danste op de hiphop – vermoedelijk de muzieksmaak van de heren Literaturfest. Een feestje zonder enig verband met het thema, maar dat geeft niet, want ik kwam er met een boel visitekaartjes en een enkele selfie op zak vandaan, en dat betekent meestal dat het gezellig was.
Boek: ***
Leesclub: ****
Feestje: ***
Was jij er ook bij? Wat vond je ervan?
Alle foto's zijn gemaakt door Saskia Veen, bij haar leesclub in het Letterenfonds-gebouw en op het feest in het Comedy Theater.
Al verschenen in de serie Boeken op locatie:
Tastoes Grote Literatuurquiz
De halve finale NK Poetry Slam
Het Writers International Winternachten Festival
Bekijk de agenda voor de rest van de maand hier.