De halve finale van het NK Poetry Slam is verdeeld over twee locaties, Hofman en de Bastaard in Utrecht. Misschien waren er nog anderen die zich nobel hadden voorgenoemen beide locaties te bezoeken, maar bij de aanblik van de volle zaal daar maar vanaf zagen. Wie een stoel heeft bemachtigd, stemt zich daarmee tevreden.
Logisch, die drukte: de kanshebbers nemen zo veel mogelijk vrienden en familie mee om zich de finale in te stemmen. Om pure vriendjespolitiek te voorkomen is er een deskundige jury ingesteld, die de slammers op poëtische kracht moet beoordelen. Vanavond letten ze op: muzikaliteit (Tsead Bruinja), oorspronkelijkheid (Kira Wuck), vindingrijkheid en intonatie (Pim te Bokkel). Klinkt prachtig allemaal, maar wat zie je nou voorbij komen op zo’n avond?
Alles is poëzie
Een oude bekende in het slamcircuit bijt het spits af. ‘Succes kan Martin Aart de Jong gestolen worden,’ kondigt presentatrice Anne Broeksma aan, ‘en dat is precies wat hij zijn concurrenten toewenst.’ Hij dicht anekdotisch, en zijn voordracht heeft iets vrolijks, iets gezelligs. Een groot contrast met Daniël Vis, die van zichzelf al monotoon praat, maar bovendien die typische dichtersvoordracht beheerst, waarin alles poëzie wordt, als je het maar op de juiste manier uitspreekt.
De halve finale NK Poetry Slam
‘Het gebeurt steeds vaker dat ik in het gezelschap ben van een aantal mensen,’ leest Tsead Bruinja tijdens de opening van deze halve finale, en de zaal grinnikt. Café de Bastaard zit bomvol.
Het levensmotto van Tomas de Paauw is ‘you decide your own story, create a good one’. Hippe marketingtaal die goed aansluit bij zijn slamkunst die hevig op performance leunt. Zo ook Pom Wolff, die met zijn bezwerende herhalingspoëzie elk jaar wel een slam weet te winnen, of Gijs ter Haar, nog zo'n ouwe rot in die de afgelopen twaalf jaar 36 slams op zijn naam schreef. Gijs is de eerste die zijn stem verheft, op dat podium durft te stáán. Dit is wat je je voorstelt bij een echte slamdichter, maar dat maakt hem ook wat voorspelbaar; de langgerekte klemtonen, de luide uitroep gevolgd door het zachte ‘ik mis je, lief’ – het klinkt allemaal net iets te bekend.
Nieuwe gezichten
Nee, dan Maaike Haneveld. ‘Wij mogen nooit vergeten dat het land waarin we wonen lijkt op Madurodam maar dan vele malen groter.’ Ze komt op als de underdog, draagt zachtjes voor en vergeet zelfs een keer haar tekst, maar ze verrast onmiddellijk. Er zit iets theatraals in haar voordracht, die tegelijkertijd oprecht overkomt. Zo nu en dan doet ze iets met publieksparticipatie – maar niet op de bekende manier, en zonder dat het de aandacht van haar gedicht afleidt.
De laatste dichter is Niels Terhalle, nog maar een jaar bezig en nu al in de halve finale. Hij kiest zware onderwerpen (bijvoorbeeld de onzekerheid van vrouwen, of kanker), maar weet ze zich niet echt eigen te maken. Tel daar een rijmdwang en het ritme van Sinterklaaspoëzie bij op, en je hebt geen sterke kandidaat. Desondanks haalt hij veruit de meeste rozen binnen: een aanzienlijk deel van zijn familie zit in de zaal.
De meeste stemmen gelden
In de pauze zegt iemand dat dit nu juist de oorsprong van de poëzieslam is: de ambitieuze dichters namen zo veel mogelijk mensen mee die op hen konden stemmen, waardoor het voor cafés winstgevend werd om zo’n anderszins onaantrekkelijke poëzieavond te organiseren. Maar je moet als poëzieliefhebber een sterk gestel hebben om een battle aan te kunnen zien waarin de duidelijk zwakkere dichter er uiteindelijk met het prijzengeld vandoor gaat.
Gelukkig is de jury er nog. Twee dichters moeten geprezen worden, zeggen ze. Tomas de Paauw en Niels Terhalle komen nog maar net kijken, en hebben toch al een echte prestatie neergezet. Dat is ontzettend knap. Maar ze zouden niet moeten willen winnen, en als vriend, of familie, vervolgt hij, zou je dat ook niet moeten willen. Gun deze jonge honden de tijd om te lezen, te oefenen, op hun bek te gaan en te groeien. ‘Onzin!’ klinkt uit de zaal, ‘je kunt winnen én groeien!’
Zien wat er leeft
Deze vrouw laat nog meermaals van zich horen - maar dat is later pas, nadat publieksfavoriet Niels en jurywinnaar Daniël het tegen elkaar op hebben genomen in een battle voor spek en bonen (of, zoals de jury verkondigt, ter oefening); nadat de wat vlakke gedichten van Niels het grandioos afleggen tegen het meerstemmige werk van Daniël; nadat juryvoorzitter Pim te Bokkel om onnavolgbare redenen oproept op Niels te stemmen; en nadat Niels wederom het grootst aantal rozen behaalt.
De oude dichter en bezoeker naast mij haalt zijn schouders op. Op slams gaat het nu eenmaal niet alleen om poëzie. Het gaat om performance, om oproer, om een gesprek tussen heel verschillende dichters uit heel verschillende werelden.
‘Maakt het je niet kwaad?’ vraag ik hem verbaasd, ‘dit onrecht?’
‘Welnee,’ zegt hij, terwijl hij zijn jas aantrekt, ‘Het gaat mij toch niet aan. Ik kom hier niet heen om de beste poëzie te horen, maar om te zien wat er leeft.’ En dat is dan ook de beste reden om een slam te bezoeken.
Op 1 februari vindt de finale van het NK Poetry Slam plaats in Tivoli, Utrecht. De presentatie is in handen van Ellen Deckwitz en Daan Doesborgh, en de jury zal bestaan uit Arjen Lubach, Andy Fierens en Ester Naomi Perquin. Lees hier meer.
Al verschenen in de serie Boeken op locatie:
Tastoes Grote Literatuurquiz
Het Murakami Festival
Het Writers International Winternachten Festival
Bekijk de agenda voor de rest van de maand hier.
Alle dichtersportretten zijn gemaakt door Nadine Ancher.