Jörgen Apperloo (1982): ‘Leerlingen in de bovenbouw hebben vaak geen idee wat ze moeten kiezen om te lezen. Ik wilde ze een middel bieden dat ik zelf leuk vind om te maken en hen daarbij helpt. Als je het enthousiast brengt, hoef je het boek zelf niet eens goed te vinden. Als ze zelf maar een keuze maken. Dan kunnen ze het boek natuurlijk nog steeds stom vinden, maar dan is er tenminste gekozen op basis van het verhaal. Er zijn ook scholen waar nog steeds met verplichte boekenlijsten wordt gewerkt. Deze stapel moet je lezen. Succes ermee. Er zijn geen ergere manieren om afkeer teweeg te brengen.’
Drie jaar geleden begon leraar Nederlands Jörgen Apperloo met Vlogboek. Inmiddels staan er ruim honderd vlogs online waarin bijna driehonderd boeken zijn besproken. Die worden vooral buiten school bekeken.
Waarom bent u dit gaan doen?
Een vlog werkt beter.
‘En het is hip. Eigenlijk is het idee ontstaan na Zomergasten met Ionica Smeets. Zij liet daarin een fragment zien van de Amerikaanse schrijver John Green. Zijn stijl heb ik een beetje gekopieerd. Snel, maar wel inhoudelijk, praten in de camera, waarbij je eigenlijk alleen van links naar rechts switcht. Hij heeft ook CrashCourse opgezet, een heel populair YouTubekanaal waar onderwijs wordt gegeven over onder meer geschiedenis en sociologie. Dat tempo past wel bij me, mits goed geëdit. De vlogs duren gemiddeld zes minuten met daarin meestal drie boeken. In het begin zat er altijd een citaat bij uit een recensie, maar dat doe ik steeds minder, omdat het de vaart eruit haalt. Als er sterk contrasterende meningen zijn, doe ik het weer wel om de sfeer rond het boek te schetsen. Het is ook geen samenvatting, eerder promotie. Ik probeer vanuit een kader naar het boek te kijken en koppel het aan iets uit de literatuurwetenschappen of een film. Door de bril van de literatuurwetenschapper: wat doet dit boek nu eigenlijk?’
U leest niets voor. Gebruikt u een autocue?
‘Nee hoor. Ik schrijf het uit, lees een paar keer de zin die ik wil zeggen en spreek in. Dat doe ik een keer of vijf, net zo vaak tot het goed is. Dan ga ik naar de volgende regel. Twee minuten opname duurt ruim een kwartier en de vlogs duren zes minuten. Gewoon een videocamera op een standaard en een aparte microfoon. Ik heb vroeger veel muziek opgenomen, dus met geluid had ik wel ervaring. En hopen dat het buiten mooi weer is en er geen wolken voor de zon gaan. Want dan krijg je enorme kleureffecten.’
Grime?
‘Nee! Het moet ook niet te professioneel worden. In het begin waren de zinnen wat korter. Nu zijn ze bewust langer zodat er meer rust in zit. Het is wat gelikter. Niet té, want het is homemade en dat moet het ook blijven. Kleding? Niet elke week hetzelfde en ik zou weer eens naar de kapper moeten.’
Eigenlijk zit er weinig verschil tussen Vlogboek #1 en #100.
‘Ik weet steeds beter wat ik doe en omdat ik bang was dat het te jolig werd, zitten er minder grapjes in. Het is inhoudelijker geworden, ook omdat ik mij niet meer alleen op leerlingen richt. Je zoekt je eigen stijl en probeert het een en ander uit. Ik wil geen actueel kanaal worden. Na twee jaar moeten de video’s ook nog leuk zijn. Dus geen boeken bespreken, omdat ze net uit zijn. Uitgeverijen vragen mij of ze boeken kunnen opsturen om te bespreken, maar dan zeg ik altijd nee. Ik heb genoeg boeken en ga vaak naar de bibliotheek.’
Gebruikt u de vlogs ook tijdens uw eigen lessen?
‘Het is een beetje raar om jezelf aan te zetten in de klas als je er zelf voor staat. Een luie manier van lesgeven met een droste-effect. Op andere scholen zijn er wel docenten die mijn vlogs gebruiken in de les.’
Hoe selecteert u?
‘Ik probeer een mix van mannen en vrouwen te maken. Het liefst met een klassieker, een recent boek en een Vlaming, maar dat lukt niet altijd. Of een serie over schrijvers die vroeger veel gelezen werden en nu bijna niet meer. Niet om ze per se te promoten, maar omdat ik dat interessant vind. Of schrijvers met een succesboek. Ward Ruyslinck bijvoorbeeld, met Wierook en tranen.’
Dat lazen wij vroeger.
‘Ik kende het totaal niet, tot een leerling het vorig jaar op de lijst zette. Het klinkt wat zwaar, maar ik licht ook graag bepaalde literaire kenmerken uit aan de hand van een boek. Intertekstualiteit heb ik behandeld met werk van Kluun en thrillers van Saskia Noort. Dat zijn meer essayistische vlogs. Of Tim Hofman. Leerlingen lopen met hem weg. Die vinden zijn gedichten echt goed en begrijpen ze ook. Aan de andere kant heb je allemaal serieuze mannen die het zo nodig moeten afkraken. As zij het zo slecht vinden, zouden ze er ook voor kunnen kiezen om het links te laten liggen. Proberen zij ons te behoeden voor het kwaad van een populaire dichtbundel?’
Helpt Vlogboek?
‘Hoe bedoelt u?’
Kiezen leerlingen titels die in Vlogboek zijn gepresenteerd?
‘Zij kijken niet inhoudelijk, maar meer van: is het echt zijn boekenkast en wat heeft hij aan? Wat jij net ook vroeg. Liever horen ze het in de klas. Gisteren heb ik daar De renner van Tim Krabbé en Marathonloper van Abdelkader Benali behandeld. Daar is ook een Vlogboek van. En vanwege de Giro kwam dat goed uit. Ook omdat er leerlingen zijn die van hardlopen en fietsen houden. Lezen komt veel minder negatief over als je er normaal over doet.’
En het kan leuk zijn.
‘Ja, en je hoeft je er niet voor te schamen.’
Op Jörgen Apperloos YouTube-account zijn verschillende vlogs te vinden. In de onderstaande vlog bespreekt Apperloo boeken van Arnon Grunberg, Frederik van Eeden en Griet Op de Beeck.