Kees weegt bijna 800 kilo en is zo mak als een lammetje. Met zijn vochtige snuit tast hij voorzichtig je mouw af om dan ineens met zijn lange tong aan je hand te sabbelen. Hij kwam hier drie jaar geleden als kalfje van amper twee weken oud en werd met de fles grootgebracht. Twee keer per dag slobberde hij een paar liter melk naar binnen en nu is hij een imposante blauwe os die nog lang niet is uitgegroeid. Pas als hij een jaar of acht is, zal hij volwassen zijn. Er kan nog makkelijk duizend kilo bij komen.
Kees is een van de runderen die figureren in Het koeienparadijs, een boek van Bibi Dumon Tak en Hans van der Meer. Dumon Tak schreef de tekst, Van der Meer maakte de foto’s. Het boek verschijnt ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van De Leemweg, het enige koeienrusthuis van Nederland. Zo’n jubileumboek kan knullig uitpakken, maar daar hoef je bij dit duo niet bang voor te zijn. Dumon Tak, een gelauwerd (kinderboeken)schrijfster, is op haar best als ze over dieren schrijft en Van der Meer zag met zijn fotografenoog al jaren geleden de schoonheid van de koe.
Samen trokken ze naar De Leemweg in het Friese Zandhuizen om de bewoners te portretteren. Dit resulteerde in een boek dat zelfs van de grootste melkmuil een instant veganist maakt.