Hoe kwam u ertoe om Stella Goldschlag en zo'n beladen thema met fictie te benaderen?
'Het begon ermee dat ik in Berlijn de musical Cabaret zag, waarin schoonheid en terreur naast elkaar bestaan. Een vriend die daarin meespeelde vertelde me toen dat het bij Stella Goldschlag, die in nachtclubs zong, ook zo gegaan is. Ik ging rechercheren, in het besef dat er twee vragen spelen die niet te beantwoorden zijn: die naar individuele schuld en wat ik toen zelf zou hebben gedaan. Maar met literaire middelen kun je het toch proberen en die vragen opnieuw stellen. Het leven van Stella Goldschlag is goed gedocumenteerd, haar vroegere klasgenoot Peter Wyden heeft haar biografie geschreven en er is een documentaire over haar gemaakt. Dus aan de historische Stella kon ik niks feitelijks toevoegen. Ik wilde enerzijds een goed verhaal schrijven en anderzijds tonen hoe wreed en perfide het nazisysteem was, wat bij Goldschlag wel bijzonder duidelijk werd.
Nee, ik wilde geen begrip voor haar kweken, dat heb ik ook niet. Net als de verteller, Friedrich, krijg ik geen hoogte van haar, ook al heb ik me drie jaar lang intensief met haar beziggehouden. Ook na zo'n vijftig voorleesavonden met publiek blijft ze een raadsel. Net als de shoah; er bestaat geen bevredigende verklaring voor. Hoe zijn de nazi's op het idee gekomen om de Europese Joden uit te roeien? Het is waanzin, en toch moet de waarom-vraag steeds opnieuw worden gesteld, en de laatste getuigen die nog leven moeten worden gehoord. Vorig jaar heb ik in Tel Aviv nog een Auschwitz-overlevende gesproken – hij overleed in december. Elke nieuwe generatie moet een manier vinden om met de shoah om te gaan, en dat kan wat mij betreft ook met een liefdesrelatie anno 1942. Schoolboekenkennis is één ding, maar het wordt pas echt als je Primo Levi of André Kertész leest, naar musea gaat, enzovoort.'
'Ich weiß nicht ob es falsch oder richtig ist, einen Menschen zu verraten, um einen anderen zu retten,' zegt Friedrich. Maar het lijkt of Goldschlag ook plezier beleefde aan het verraden van Joden.
'Dat weten we niet. Waarom ging ze ermee door toen haar man en ouders dood waren? Sommige onderzoekers denken dat ze genoot van de macht die ze kon uitoefenen. Een deel van de soms heftige kritiek in Duitsland hangt volgens mij samen met de vraag hoe we ons de oorlog moeten herinneren. Dat het boek zowel flink is geprezen als bekritiseerd, bewijst daarom volgens mij dat ik goed zit: er vindt discussie plaats. Het boek wordt ook goed gelezen, er zijn er intussen 60.000 verkocht. Herinneringscultuur betekent niet dat we het allemaal met elkaar eens moeten zijn, maar juist dat er verschillend over kan worden gedacht. En dus is alle kritiek welkom, ook als wordt gezegd dat een niet-Jood zo'n boek niet mag schrijven. Ik ben op een groot podium gaan staan en kan dus weerwoord verwachten.'
De kritiek uit Joodse hoek was juist positief en welwillend.
'Ik heb veel Joodse vrienden en heb veel met Joden gesproken. Ze vonden het geen enkel probleem dat ik een liefdesrelatie verzin tussen een Duitse Jodin en een Zwitser. Mijn boek wordt steeds aan de werkelijkheid getoetst, maar er staat echt "roman" op het omslag. Hoe de werkelijkheid was is helemaal niet beslissend, het gaat om een kunstwerk. Bij De voorlezer van Bernhard Schlink en Hogwarts van Harry Potter wordt ook niet gevraagd of het wel echt is.'