In de meesterlijke bundel Straf belicht Ferdinand von Schirach het menselijke gezicht van het strafrecht. Hij laat zien dat niemand intrinsiek goed of slecht is.

Toen in 2010 een bescheiden boekje uitkwam met de eenvoudige titel Misdaden, hadden we nog nooit van Ferdinand von Schirach gehoord. Hij bleek een Duitse strafadvocaat die verhalen uit zijn praktijk optekende. Dat bleek een even simpel als doeltreffend idee. Het eerste verhaal, over een gepensioneerde huisarts uit Rotweil, telde amper tien pagina’s, maar maakte meer indruk dan menige roman. In kristalhelder proza schetst Von Schirach hoe het huwelijk voor huisarts Friedhelm Fähner ontaardt in een hel.

'Fähner hield van de helderheid van Bauhaus – zij richtte de woning met grenen en eiken in, hing gordijnen voor de ramen en kocht bont beddengoed. Zelfs de geborduurde onderzetters en de tinnen bekers nam hij voor lief, hij wilde haar niet betuttelen.'

Meer hoef je niet te weten. Zonder effectbejag, zonder psychologie van de koude grond, selecteert Von Schirach enkele kale feiten die samen een bijna ondragelijk tragisch verhaal vertellen. Na veertig jaar huwelijk slaat deze zachtmoedige en gerespecteerde huisarts zijn vrouw Ingrid met een bijl de hersens in, waarna hij zichzelf aangeeft en zijn straf aanvaardt.

Het ontroerendste verhaal uit deze bundel is ‘Lydia’, over een door zijn vrouw verlaten man die troost vindt bij zijn sekspop Lydia

Fysieke kwelling

Een jaar later verscheen Schuld, waarin Von Schirach hetzelfde procedé volgt. In 145 pagina’s komen vijftien zaken voorbij. De eerste, over een zeventienjarige serveerster die op een Bierfest door de dronken leden van de blaaskapel wordt verkracht, mishandeld en ondergepist, is zo gruwelijk dat het lezen een bijna fysieke kwelling is. Dat Von Schirach een van de daders verdedigt maakt het nog indringender.

De leden van de blaaskapel die het meisje met de blauwe ogen en het witte T-shirt misbruikten waren ‘keurige mannen met keurige beroepen: verzekeringsagenten, garagehouders, werklui’. Ze waren getrouwd, betaalden belasting en keken ’s avonds naar het nieuws. Toch lieten ze hun slachtoffer naakt achter in de modder, nat van sperma, urine en bloed. ‘Ze speelden een polka toen de agenten het meisje uit de blubber trokken.’

Na Schuld volgden twee romans die het niet haalden bij zijn verhalen. Maar nu, bijna tien jaar later, is er weer zo’n meesterlijke bundel: Straf. Zonder in juridische uiteenzettingen te verzanden, belicht Von Schirach in twaalf korte verhalen het menselijke gezicht van het strafrecht. Hij bezit de merkwaardige gave zowel onsentimenteel als empathisch te zijn en laat zien dat geen mens intrinsiek goed of slecht is.

Eenvoudig en passend

Ferdinand von Schirach (1964) is de kleinzoon van nazikopstuk Baldur von Schirach, de Reichsjugendführer en minister van Jeugdzaken onder Hitler. Een andere kleinzoon werd eveneens schrijver, maar hij koos ervoor zijn beladen achternaam te veranderen en publiceerde in 2017 als Benedict Wells de roman Het einde van de eenzaamheid, die ook hier een succes werd.

Neef Ferdinand werd in 1984 strafadvocaat en zou dat dertig jaar blijven. Pas op zijn vijfenveertigste debuteerde hij met Schuld, dat in meer dan dertig landen werd vertaald en in Duitsland ruim een jaar in de bestsellerlijst stond. Tien verhalen zijn inmiddels verfilmd.

Over zijn unieke stijl zegt Von Schirach zelf dat die er vanaf het begin af aan was. Hij streeft ernaar de dingen die hij te zeggen heeft zo eenvoudig mogelijk te formuleren. Het passendste woord is volgens hem zelden het opvallendste, of het moeilijkste, of het mooiste. Hij schrijft langzaam en herschrijft elk verhaal tien, soms twintig keer. Toch staan in elk boek hooguit drie zinnen waarover hij werkelijk tevreden is.

Schaamte

Je zou kunnen denken dat zijn kunstje inmiddels wel is uitgewerkt, maar Straf bewijst dat hij nog genoeg zaken had om zijn pen op los te laten. Het ontroerendste verhaal uit deze bundel is ‘Lydia’, over Meyerbeck die door zijn vrouw is verlaten en troost vindt bij zijn sekspop Lydia. Hij koopt kleren voor haar, kijkt samen met haar naar romantische films en neemt elke maandag bloemen voor haar mee. Als hij tegen Lydia praat, stottert hij niet.

Sociaal onhandige mannen figureren opvallend vaak in de zaken waarover Von Schirach schrijft. Neem Strelitz. Ongetrouwd, kinderloos en klein. Hij draagt plateauschoenen en verzamelt biografieën van kleine mannen als Napoleon, Caesar en Mussolini. ‘Hij leest elke studie over kleine mannen, hij weet dat ze een langere levensverwachting en stabielere huwelijken hebben en zelden teelbalkanker krijgen.’

Als zijn personages iets gemeen hebben, is het hun eenzaamheid. Volgens Von Schirach is ieder mens in de kern eenzaam. In een interview met Der Spiegel zei hij dat onze krachtigste herinneringen zelden met geluk maar meestal met schaamte te maken hebben. Als we iemand van wie we houden leed berokkenen, of een belofte doen die we niet kunnen nakomen, blijft ons dat levenslang achtervolgen. Ons onvermogen onszelf te vergeven, terwijl we vaak wel in staat zijn onze vijanden te vergeven, leidt tot die onvermijdelijke eenzaamheid.

Dat gevoel deelt de schrijver naar eigen zeggen met de mensen over wie hij schrijft. Wie nieuwsgierig is geworden naar wat hij nog meer te melden heeft, kijkt zondag 21 april 2019 naar VPRO Boeken.