Iedereen die wel eens in Japan is geweest, kent ze: de 7-Eleven, FamilyMart, Lawson of Mini Stop. Stampvolle winkeltjes die 365 dagen per jaar 24 uur per dag open zijn voor een flesje groene thee, een snelle rijstbal of de nieuwste mangastrip. Maar je kunt er ook je elektriciteitsrekening betalen, een overhemd kopen en zelfs een schone onderbroek halen. Van deze diensten wordt volop gebruik gemaakt als gevolg van het Japanse arbeidsethos, waarbij extreem overwerk eerder regel is dan uitzondering.
Maar ook Japanners die niet zestien uur per etmaal in de kantoortuin doorbrengen, maken dagelijks gebruik van een van de 55.000 konbini’s. Sayaka Murata (1979) stond niet alleen jarenlang achter de kassa van zo’n winkeltje, maar situeerde er ook haar korte roman Konbini ningen, waarin ze drie heilige Japanse huisjes omverschopt: het huwelijk, de werkplek en de sociale druk om je aan te passen.