In december 2017 zit Kristen Roupenian met haar vriendin Callie in een koffietentje als Callie op haar telefoon kijkt. ‘Er is iets aan de hand met je verhaal,’ zegt ze. Dat verhaal is ‘Cat Person’, en het is een paar dagen daarvoor gepubliceerd in The New Yorker. Als dat je als beginnend schrijver overkomt mag je sowieso je handjes dichtknijpen, maar wat er nu gaande is, is nog nooit eerder vertoond.
Callie ziet op haar telefoon dat ‘Cat Person’, over studente Margot en haar mislukte date met de oudere Robert, aan de lopende band gedeeld wordt. Al snel is het door miljoenen mensen gelezen. Na de onthullingen van Ronan Farrow over Harvey Weinstein in The New Yorker, wordt dit het best gelezen verhaal van 2017. Dat verklaart meteen een deel van het succes, want Roupenian profiteerde mee van de #MeToo-discussie die op dat moment in volle hevigheid woedde.
Onder invloed van het verhitte debat lazen sommige mensen ‘Cat Person’ niet als fictie, maar als registratie van een waargebeurde ontmoeting. Nogal wat vrouwen herkenden zich in Margot, die uiteindelijk seks heeft met Robert, omdat ze het gevoel heeft dat ze er met goed fatsoen niet meer onderuit kan. Omgekeerd bleken nogal wat mannen, evenals Robert, moeite te hebben de signalen te doorgronden die vrouwen onder dergelijke omstandigheden soms
uitzenden, waardoor ze het risico liepen beschuldigd te worden van grensoverschrijdend gedrag.