‘Ik handelde op de middelbare school al in boeken.’ Gezeten aan de keukentafel in zijn fraai gerestaureerde zeventiende-eeuwse trapgevelhuis in de Haarlemse binnenstad neemt Bubb Kuyper, antiquaar, taxateur en oprichter van Bubb Kuyper Veilingen – een veilinghuis van boeken, manuscripten en grafiek – een uurtje de tijd om op ons verzoek terug te blikken. Niet veel langer graag, want druk, druk, druk.
Kuyper: ‘Zo direct, als wij klaar zijn, vertrek ik naar de Hanos in Amsterdam om in te kopen, want komende zaterdag krijg ik tien man te eten. Dat is voor mijn doen een klein gezelschap, vorig weekend waren het er 33. Diners met zo’n zes à zeven gangen gemiddeld, koken is mijn grote hobby. Koken op niveau, al zeg ik het zelf.’
Terug naar de boeken, wanneer is die liefde ontstaan en hoe heeft hij het voor elkaar gekregen om vanuit het niets een inmiddels zeer bekend, gerespecteerd veilinghuis van zeldzame oude boeken, manuscripten en grafiek op te zetten?
Franklin Winston (roepnaam Bubb) Kuyper wordt in 1946 geboren in Zandvoort als zoon van de directeur van het arbeidsbureau, die later directeur- redacteur van het Zandvoorts Nieuwsblad wordt. Kuyper: ‘Mijn vader gaf zijn eigen plaatselijke krantje uit. Dat werd gedrukt bij Van Petegem in Zandvoort. Daar werd alles in lood gezet. Als jongetje van vier kwam ik al met plezier in die drukkerij, ik ben opgegroeid met de geur van lood in de neus.’
Na het gymnasium en studie Nederlands wordt hij leraar Nederlands. Kuyper: ‘Op school en tijdens de studie verzamelde en verkocht ik al boeken. Die mocht ik voor een dubbeltje per stuk uitkiezen bij een Zandvoortse voddenboer, die geen notie van boeken had. Stiekem voor antiquaar spelen, tijdens mijn leraarschap gaf ik al een catalogus uit.’
Per 1 mei 1978 neemt hij het antiquariaat Verboom in Haarlem over, zegt korte tijd later zijn baan als leraar op en begint er zijn eigen antiquariaat. Ondertussen nemen zijn plannen om een veilinghuis op te zetten steeds vastere vormen aan.
In 1986 zette Bubb Kuyper vanuit het niets een (inmiddels zeer gerespecteerd) veilinghuis van boeken, manuscripten en grafiek op. Tijd voor een terugblik.
Doorzichtigheid
Toonaangevende veilinghuizen in die tijd zijn Van Gendt in Amsterdam, Burgersdijk & Niermans in Leiden, Van Stockum in Den Haag en Beijers in Utrecht. Kuyper: ‘Ik kwam er vaak, keek goed hoe het er daar aan toeging en bedacht: als ik het doe, ga ik een paar zaken anders aanpakken. Wil
ik als snotneus tussen deze vier eerbiedwaardige bedrijven die al heel lang
bestaan, gaan zitten dan moet ik mij profileren.’ De catalogi in het Engels voor een zo groot mogelijk internationaal bereik en de ‘glijdende schaal’, twee getallen die bij elk veilingnummer vermeld staan en waarvan het laagste getal tevens de inzetprijs is, zijn een paar voorbeelden.
Kuyper: ‘Absolute doorzichtigheid in alles, ook in de afrekening, op tijd betalen, precies en betrouwbaar werken, ik wilde een veilinghuis zonder enige schimmigheid.’ Als hij een ruimte kan huren in het monumentale Regentenhuis van het Hofje van Staats waagt Kuyper de stap en op 26 februari 1986 houdt hij zijn eerste veiling. De opkomst is laag. Blijkt het precies de dag dat de Elfstedentocht eindelijk weer eens wordt verreden (‘Ik wist nergens van’) en bovendien schaatst prins Willem-Alexander mee.
Maar al snel loopt het goed en in een betrekkelijk korte periode ontwikkelt Kuyper zich tot de spraakmakendste boekenveiler van Nederland. Het komt op z’n minst in de krant als hij manuscripten van Godfried Bomans of W.F. Hermans veilt, jeugdbrieven van prinses Juliana bij hem opduiken of als hij een collectie handschriften van Gerrit Achterberg in de verkoop heeft.
Kuyper: ‘Wij waren al begonnen met het onder de hamer brengen van autografen – brieven, manuscripten en parafernalia op het gebied van literatuur – toen er een golf van kritiek losbarstte naar aanleiding van de eerste koninklijke familiebrieven. De calvinistische moraal in Nederland schreef voor dat je met brieven geen handel mag drijven – en met koninklijke brieven al
helemaal niet – terwijl in andere landen de brievencultuur floreerde.’
Reve
In zijn boekje Het hofje van boeken, manuscripten en grafiek, een kroniek van 56 veilingen tussen 1986 tot 2012 gehouden in het Hofje van Staats vermeldt Kuyper de afloop. In een stampvolle veilingzaal doet een makelaar uit Lisse het hoogste bod en wordt voor 18.000 gulden eigenaar.
Het is verleidelijk nog een paar anekdotes uit de veilingverslagen te lichten. Bijvoorbeeld over het mediacircus dat losbarst rond veiling 25, onder meer veroorzaakt door het aangeboden privéarchief van Wim Kan en Corry Vonk, maar vooral door het handgeschreven manuscript van De avonden, met een voorwoord van Gerard Reve zelf, dat eindigt met de regels: ‘Wie zal van dit even beroemde als onvervangbare literaire kleinood de gelukkige eigenaar of eigenaresse worden? Het zoude mij niet verbazen als het naar degene gaat die het hoogste bod heeft gedaan.’
Voor 160.000 gulden komt het in bezit van het Letterkundig Museum (tegenwoordig het Literatuurmuseum). Veiling 41 brengt het eerste deel van de bijzonder omvangrijke verzameling van de twee jaar eerder overleden Boudewijn Büch onder de hamer.
De bibliomane Büch verzamelde in de breedte en niet in de diepte, schrijft Kuyper discreet en hij geeft een saillant voorbeeld. De Janssonius Atlas Maior, waarvan Büch eens in een uitzending van Barend & Van Dorp – met zijn
witte handschoentjes aan – de prachtig handgekleurde titelpagina liet zien, blijkt geen enkele kaart meer te bevatten
Catalogi
Het zijn de highlights die publiciteit trekken, maar zijn reputatie en succes ontleent Bubb Kuyper Veilingen in de eerste plaats aan de presentatie van de catalogi. Tweemaal per jaar is er een veiling en bij die gelegenheid verschijnt een veilingcatalogus, altijd in twee of drie delen, tegenwoordig samen 700 tot 750 pagina’s tellend, waarin 6000 tot 6500 kavels worden aangeboden.
Maandenlang werken Kuyper en Jeffrey Bosch – zijn medewerker van het eerste uur en sinds 1994 mede-eigenaar en directeur (‘Ik had Jeffrey als dertienjarige in de klas’) – met behulp van een uitgebreide handbibliotheek aan een zo volledig mogelijke beschrijving van de boeken en prenten. Kuyper: ‘Je gaat als een detective zoeken naar gegevens over het binnengekomen boek en ook voor de prijsschatting zoek je naar de resultaten in de catalogi van de gespecialiseerde, veelal Europese veilinghuizen.
Nieuwe technologie doet zijn intrede. Kuyper: ‘De fax was al een geweldige verbetering, maar de computer is voor ons de uitvinding van de eeuw geweest.’ Al moet hij wel bekennen dat ontwikkeling en implementatie in het logistieke veilingsysteem geheel op het conto van Jeffrey is te schrijven. ‘Ik heb me lang verzet tegen de pc, als ik eerlijk ben.’ Het bedrijf groeit, naast Jeffrey komt er al snel een tweede werknemer bij en uiteindelijk worden het er acht.
Buikspek
En dan neemt Bubb Kuyper nogmaals de beslissing van zijn leven, draagt het bedrijf over aan Jeffrey Bosch en Thijs Blankevoort – respectievelijk medevennoten sinds 1994 en 2003 – en stapt er in 2006 definitief uit. Een besluit dat hem niet in de kouwe kleren is gaan zitten.
Kuyper: ‘Ik heb er behoorlijk last van gehad en twijfels of ik het wel had moeten doen.’ Maar nu, weer wat jaren later, is hij er content mee. Het schrijven van Het hofje van boeken, manuscripten en grafiek heeft daar ook aan bijgedragen, een helende ervaring.
Hij heeft het druk, zit nog volop in de boeken door zijn werk als beëdigd taxateur – ‘Ben op het ogenblik een grote collectie aan het taxeren van een in Amerika wonend persoon, ik mag geen namen noemen, die zijn archief gaat schenken. Nee ik noem geen namen’ – en er is ook nog de eigen drukkerij. Kuyper drukt geregeld uitgaafjes op de grote antieke drukpers die in het voorhuis staat, onder eigen imprint Lojen Deur Pers.
Zijn privéverzameling bestaat uit naslagwerken, bibliografie, boeken en vooral ook prenten op het gebied van historische wijncultuur, de Dionysos- en Bacchuscultus. Kuyper: ‘Ik ben een groot liefhebber van wijn en weet er aardig wat van.’ En koken natuurlijk, dat doet hij al zijn hele leven. Als rapporteur voor de restaurantgids Lekker kwam hij jarenlang in toprestaurants om het aanbod te waarderen. Draaide zelf ook meermalen mee in een professionele keuken.
Kuyper: Ik heb indertijd gekozen voor het antiquariaat, maar heel misschien was ik liever kok in een mooi, exclusief restaurant geweest. Hoewel topchef natuurlijk een beroep is dat je opvreet.’
Laatste vraag: Welke gang bij zijn recente diner was goed, om niet te zeggen het best gelukt? Kuyper: ‘Haha, mijn Japanse buikspek. Ben ik drie dagen mee bezig, want eerst moet het in bouillon sudderen, dan 24 uur in de koeling, ontvetten, opnieuw bedekken met zeewier en shiitakes laten sudderen in de oven, afkoelen, ontvetten, in stukjes gesneden in de marinade. Het is heerlijk, ga het zaterdag weer serveren als laatste gang voordat de kaas en het dessert op tafel komen.’ Dus, als we toch klaar zijn, zou hij graag gaan.