Een van de leukste onderzoeken is dat naar ‘creepiness’. Wat vinden we eng en waarom? Het bleek nooit goed onderzocht. Pas in 2016 werd de eerste studie naar dit begrip gepubliceerd. De onderzoekers waren zelf ook verbaasd dat niemand eerder op het idee was gekomen dit verschijnsel eens wetenschappelijk te bestuderen.
‘Dit was een van de leukste hoofdstukken om te schrijven. We hebben allemaal een beeld in ons hoofd van iets dat we associëren met het kwaad. In films zie je altijd meteen wie de griezel is. We zijn bang voor mensen uit andere culturen, mensen die geestesziek zijn en mensen met fysieke afwijkingen. We vertrouwen daarbij op ons instinct. Binnen een paar seconden kun je een negatieve indruk van iemand hebben. Als dat gebeurt zou je je moeten afvragen waarom dat zo is. Waar komt die afkeer vandaan? Zodra iemand afwijkt van wat wij als normaal beschouwen, vinden we hem eng. Dat instinct moet je actief bestrijden.’
Op de vraag waar dat instinct dan goed voor is, heeft Shaw een simpel antwoord. ‘Het is bedoeld voor een wereld die niet meer bestaat. Onze voorliefde voor suiker had ooit ook een functie. Hiervoor geldt hetzelfde. Onze griezeligheidsradar was ooit bedoeld als beschermingsmechanisme. De praktijk is dat je op deze manier anderen niet langer als menselijk ziet. Dat kan uiteindelijk leiden tot genocide, of tot terrorisme waarbij mensen worden onthoofd.’
Toch zijn het vooral pedofielen die de verpersoonlijking vormen van het ultieme kwaad. Daarom wijdt Shaw er een heel hoofdstuk aan. Ze legt nog maar eens uit dat pedofilie geen keuze is, maar een afwijking waarmee je wordt geboren, en dat het verschijnsel zo oud is als de mensheid zelf. Dat pedofielen vaak als kind zelf misbruikt zijn, blijkt een mythe waarvoor weinig wetenschappelijk bewijs is.
‘Dit hoofdstuk was een van de moeilijkste om te schrijven. Moeilijk vanwege de feiten waarmee je geconfronteerd wordt als je al die onderzoeken leest, en moeilijk omdat ik niet primair over de slachtoffers schrijf. Die zaten wel continu in mijn achterhoofd. Het is zo’n gevoelig onderwerp waarover ik een discussie op gang wil brengen. Ik wil niemand kwetsen, maar het is een dunne lijn.'