De eerste hertog van Bourgondië, de Franse prins Filips de Stoute, is getrouwd met de dochter van de graaf van Vlaanderen. Wanneer die overlijdt heeft Filips dus niet meer één, maar twee gebieden onder zijn hoede. Dat smaakt naar meer, zegt Van Loo. ‘Hij en zijn nazaten slagen erin om gebieden slim aaneen te rijgen, door strategisch uit te huwelijken, oorlog te voeren, allianties te sluiten, te sjoemelen en te dreigen of gewoon armlastige edelen uit te kopen. Wanneer een eeuw later de laatste hertog van Bourgondië het loodje legt, Karel de Stoute, en vervolgens het Bourgondische hartland in het zuiden wordt opgeslokt door de grootmachten, is er in het noorden een gebied gevormd met een gemeenschappelijke identiteit. Er wordt zelfs al gesproken van de Zeventien Provinciën.’
Lijkt dat een beetje op de Europese eenwording?
Van Loo: ‘Op sommige vlakken wel. Vooral Filips de Goede zet zich actief in voor politieke eenwording. Hij voert oorlog en straft soms wreed, maar hij ziet ook dat hij alleen autoriteit kan verwerven door samen te werken met de opkomende steden en nieuwe burgerij. Hij zorgt voor een grote juridische vernieuwing door het bestuur te professionaliseren. Hij stelt lokale raadkamers in, waar universitair geschoolde juristen de lokale heer vervangen als rechter. Er ontstaat een apparaat van ambtenaren die salaris van hem ontvangen. Er komen professionele advocaten, magistraten, procureurs en rekenkamers, allemaal benamingen die we nog altijd gebruiken. ’
Hebben deze gebieden iets met elkaar gemeen?
‘Aanvankelijk niet, maar de handel brengt Vlaanderen, Brabant, Holland en later Zeeland dichter bij elkaar. Filips verstevigt dat met de invoering van een gezamenlijke munt, de vierlander, die in alle vier de landen geldig is, maar ook daarbuiten wordt gebruikt. “Een stabiele munt is een belangrijke hefboom voor volk en welvaart,” zegt hij zelfs. Een Europarlementariër zou dit exact zo kunnen verwoorden. Verschillende burgers kunnen nu betalen met hetzelfde geld. Dat versterkt het gevoel van eenheid.’
Maar er is nog geen gezamenlijke politieke vertegenwoordiging.
‘Dat klopt. Maar dan komt 1453, de val van Constantinopel. Filips, die met één been in de moderne tijd staat, maar ook nog een middeleeuwse ridder van eer is, wil er meteen heen om de Turken te verslaan, en hij roept iedereen in de Lage Landen op om mee te gaan.’
Om de moslims tegen te houden. Er is niets nieuws onder de zon, samenwerken lukt altijd beter als er een externe vijand is.
‘Aanvankelijk nog niet, maar wat doet Filips? Die organiseert het feest van de eeuw! Het is één grote propagandashow. Hij nodigt alle belangrijke edelen uit in Rijsel voor een enorm banket tussen fantastische wandtapijten, minikerken en nagebouwde kastelen. Verhalen uit de oudheid worden tot leven gewekt met kamelen en olifanten, en er zijn copieuze gangen van elk 48 gerechten. Geholpen door de Bourgondische wijn beloven alle edelen plechtig dat ze meegaan op kruistocht.’
Net zoals alle Europese politici plechtig beloven dat ze het klimaat gaan redden.
‘Ach, dat is politiek: eerst dure eden zweren, maar nadien jaren wachten. Bij ons in Antwerpen willen ze al jaren de ringweg sluiten, je weet hoe dat gaat. Maar als Filips tien jaar later daadwerkelijk zover is, heeft hij ruzie met Karel de Stoute, zijn zoon. Die is weggelopen en woont in Gorinchem. In Gorinchem! Dan moet je wel heel boos zijn, haha. Er ontstaat twijfel bij de edelen. Gaat dat allemaal wel goed, wie heeft dan het gezag als we op kruistocht gaan? En dan komt het: in januari 1464 – let op, dit is dus voor het eerst in de geschiedenis van de Lage Landen, het is redelijk onvoorstelbaar dat we dit niet op school leren – komen alle vorstendommen uit onze contreien voor het eerst bij elkaar, alle drie de standen, dus de adel, de geestelijkheid en de stedelijke burgerij. In het stadhuis van Brugge, dat daar nu nog staat. Dit is echt de geboorteakte van de Nederlanden. De eerste Staten-Generaal van de Nederlanden, 555 jaar geleden. Vanaf dan beginnen onze gewesten samen een vuist te maken.’