Terwijl Turkse tanks Noord-Syrië binnentrekken, komt de naam Behrouz Boochani voorbij in de internationale media. Deze Iraans-Koerdische gevluchte journalist en poëet is even de stem van de Syrische Koerden die het oorlogsgeweld vrezen. Maar ik ken hem vooral als de stem van duizenden asielzoekers die weggestopt zijn in afschuwelijke gevangenissen waarvan we weinig weten. Daarover schreef hij namelijk een prachtig maar zeer confronterend boek dat sinds de publicatie in 2018 meerdere prijzen heeft gewonnen en een internationale bestseller is geworden. Volgende maand verschijnt de Nederlandse vertaling onder de titel Alleen de bergen zijn mijn vrienden.
Boochani, geboren in 1983, volgde in Iran een universitaire opleiding en werkte voor diverse kranten. Dat laatste bracht hem in februari 2013 in de problemen, toen de Revolutionaire Garde het kantoor van het door hem opgerichte magazine Werya binnenviel en een aantal van zijn collega’s arresteerde. Boochani slaagde erin te vluchten en belandde in het Indonesische kuststadje Kendari, vanwaaruit veel vluchtelingen de oversteek naar Australië wagen. Zonder risico is dit niet, omdat hun boten vaak niet opgewassen zijn tegen de hoge golven en onderweg kapseizen. Dat overkwam Boochani ook in juli 2013. Bij het incident verdronk een van zijn medepassagiers, de rest werd opgepikt door de Australische marine, overgebracht naar Christmaseiland en vervolgens naar het eiland Manus, dat bij Papoea-Nieuw-Guinea hoort.