Elk seizoen kent zijn eigen boekenclichés. Nog maar nauwelijks bekomen van al dat zomerlezen op stranden en campings, worden nu alweer de bekende houtvuurtjes, dekentjes en donkere avonden van stal gehaald om ons aan te zetten tot herfstlezen.

Katja de Bruin

Feit is dat uitgevers hun belangrijkste titels altijd tot na de zomer bewaren. Als auteur weet je dat je een prominent plekje op de apenrots hebt veroverd als jouw boek in september of oktober wordt uitgebracht.

Deze herfst staat in het teken van de terugkeer van schrijvers die we eigenlijk al hadden opgegeven. Allereerst die van J.J. Voskuil, die alweer veertien jaar in pierenland verkeert. Maar nu krijgen we als postuum cadeautje zijn dagboeken te lezen. Het eerste deel draagt de prachtige titel Bijna een man (22-9) en bestrijkt de periode tussen 1939 en 1955. Daarin leren we voor het eerst de jonge Han kennen, want Voskuil begon zijn dagboek toen hij dertien was.

Ook de nieuwe roman van Inge Schilperoord is iets om enorm naar uit te kijken. Schilperoord debuteerde in 2014 met Muidhond, een meesterlijk boek dat je opsluit in het gekwelde hoofd van de pedoseksuele Jonathan. Acht jaar later is daar dan eindelijk haar tweede roman: Het licht in de stad (4-10). Ditmaal kruipt Schilperoord in het hoofd van de zestienjarige bekeerling Sofie, die verzeild raakt in moslimextremistische kringen. Acht jaar over een boek doen is al best lang, maar het kan altijd gekker.

De laatste roman van A.M. Homes, Vergeef ons, dateert alweer van tien jaar geleden. Nu keert ze terug in de arena met De openbaring (6-10) dat een vlijmscherp portret belooft te worden van een gezin in het hedendaagse, verscheurde Amerika.

Nóg spectaculairder is de wederopstanding van de legendarische Cormac McCarthy. Zijn vele fans hadden de hoop al laten varen, maar nu komt hij op z’n 89ste na zestien jaar oorverdovende stilte niet met één maar zelfs twee nieuwe romans op de proppen: De passagier (25-10) en Stella Maris (6-12).

Er is nog één naam die in dit lijstje van verrassende comebacks niet mag ontbreken: Minke Douwesz. Van haar werd sinds de publicatie van haar roman Weg in 2009 niets meer vernomen, maar ook zij bleek toch niet uitgeschreven want in januari verschijnt Het laatste voorjaar.

Allemaal zeer verheugenswaardig, maar intussen verscheen er in de laatste zomerweken ook best het nodige moois. Een klein lijstje, omdat die late zomerboeken in het aankomende herfstgeweld anders onopgemerkt dreigen te blijven.

Een liefdeshuwelijk

Monica Ali

Ook Monica Ali maakt een opvallende comback. Nadat haar laatste roman in 2011 flopte, is ze nu terug met een (iets te) dikke Brits-Bengaalse soap. De traditioneel opgevoede Yasmin is net als haar vader dokter geworden en staat op het punt te trouwen met Joe, de enige zoon van de radicaal-feministische Harriet. De botsing tussen deze twee culturen is de motor van een zedenkomedie waarin Ali racisme, oriëntalisme, white privilege, intersectionaliteit en seksverslaving adresseert zonder drammerig te worden.

De Romanovs na de val

Helen Rappaport

Wat een gouden idee van de Britse historica Helen Rappaport om na haar boek over de vier gezusters Romanov nu het vizier te richten op de Russen in het Parijs van de belle époque. Voor de revolutie was Parijs zeer geliefd bij de Russische adel, die er huizen en maîtresses had en japonnen en juwelen kocht. Nadat de tsaar verdreven was, vluchtten diezelfde grootvorsten opnieuw naar Parijs, maar ditmaal hadden ze geen rooie roebel. Ze zagen zich genoodzaakt auto’s te wassen, straten te vegen of te borduren voor Franse modehuizen. Rappaport schrijft erover alsof ze er zelf bij was.

Moederskind

Howard Jacobson

De moeder van Howard Jacobson is bijna honderd en hij bijna tachtig als ze voor het eerst tegen hem zegt dat ze van hem houdt. Die liefdesverklaring is de opmaat voor een autobiografie waarin Jacobson zijn bekende zelfspot op elke pagina etaleert. Geboren in 1942 als oudste zoon in een Joods arbeidersgezin in Manchester schetst hij hoe het was om overal een buitenbeentje te zijn. Telkens als Jacobson zichzelf iets te lollig dreigt te vinden, relativeert hij dat: ‘Vermaning aan mezelf als auteur: een Jood kan ook teveel koketteren met zijn Joodsheid.’

Meer dan je ooit zult weten

Katie Gutierrez

De weinig succesvolle true crime journalist Cassie stuit op het verhaal van Lore Rivera, die twintig jaar geleden stiekem met twee mannen was getrouwd, totdat de een de ander doodschoot. Wat bezielde Lore? Daar wil Cassie graag een boek over schrijven. Debutant Gutierrez wisselt de verhalen van Cassie en Lore af, en dat werkt uitstekend. Dit is echt een lekkere pageturner over duistere familiegeheimen die stapje voor stapje worden ontsluierd. Gutierrez doorspekte haar verhaal met sfeerversterkende Spaanse zinnetjes en houdt het tot het eind spannend, zonder er een ordinaire thriller van te maken.

Zwemmen met zeehonden

Victoria Whitworth

De Middellandse Zee, dat noemt Victoria Whitworth ‘lauwe soep – een speeltuin, geen strijdperk’. Nee, geef haar het ijskoude water van de Orkneys maar, daar waar Noordzee en Atlantische Oceaan ‘met hun lange, wilde vingers naar elkaar reiken’. Academica Whitworth begint haar lange bureaudagen steevast met een duik in zee. Zonder wetsuit. Wildwaterzwemboeken beginnen een vermoeiend verschijnsel te worden, maar Whitworth doet in dit boek gelukkig veel meer dan roepen hoe heerlijk ijskoud water toch is. Zo leer je bijvoorbeeld van alles over zeehonden, de mythen van de Hebriden en de geschiedenis van deze Noord-Europese uithoek.

Een heel gewoon leven

Imogen Crimp

De 24-jarige Anna ontmoet in de bar waar ze zingt de 38-jarige bankier Max. Zij woont net in Londen en komt nauwelijks rond, terwijl hij zwemt in de ponden. Dat zijn al heel wat hokjes op de bingokaart der clichés, zoals ook hun affaire niet bijster origineel is. Wat deze debuutroman toch de moeite waard maakt, is het feit dat Anna een prestigieuze opleiding volgt om operazangeres te worden. Crimp spreekt uit ervaring en toont in detail de allesbehalve glamoureuze achterkant van die wereld, met vernederende audities, moordende concurrentie en de constante angst je stem te verknoeien.

Een kleine wereldgeschiedenis in 50 boeken

Daniel Smith

Er zijn maar weinig mensen die de GilgamesjIl divina comediaDon QuichotDas Kapital én La deuxième sexe daadwerkelijk hebben gelezen. En dan hebben we het nog niet gehad over het werk van Darwin, Newton, Machiavelli, Rousseau, Freud of Einstein. Daniel Smith koos vijftig filosofische, wetenschappelijke en culturele werken die de geschiedenis hebben veranderd en geeft een korte, heldere uitleg bij deze ‘monumenten van onze beschaving’ en ‘poorten naar nieuwe werelden’. Zo leer je dat Shakespeare zo’n 1700 nieuwe woorden bedacht, waaronder vondsten als dewdrop (dauwdruppel), ladybird (lieveheersbeestje) en puke (braken).

meer boekentips