‘Misschien is het wel zo dat Pirandello voor een reeks eclipsen en renaissances geschapen is,’ schreef (toneel)criticus H.A. Gomperts in 1953 in een stuk over diens ongrijpbaarheid en de destijds blijkbaar al actuele vraag of de Italiaan, nog geen twee decennia eerder ontvanger van de Nobelprijs voor Literatuur 1934, nu eigenlijk bezig was ‘te eclipseren of te herrijzen’.
Wat-ie gelijk had, ben je weer zeventig jaar later geneigd te denken.
Want, toeval of niet, het citaat van Gomperts lazen wij in een artikel van Martin Schouten uit de Volkskrant van 3 april 1998, waarin in de intro werd vastgesteld dat de toneelstukken van Luigi Pirandello (1867-1936) ‘nog zelden uit de kast gehaald worden’, terwijl de toenmalige Nederlandse uitgever van onder meer diens verzamelde verhalen, George Coppens, er monter in liet weten: ‘Het loopt voor geen meter.’