Sommige schrijvers vergen van hun lezers dat die snappen dat een roman waarin de hoofdpersoon dezelfde naam draagt als de auteur toch een roman is. Dat de Ilja Leonard Pfeijffer uit Grand Hotel Europa dus een romanpersonage is, evenals Bregje Hofstede uit Drift, Elke Geurts uit Ik nog wel van jou en Robbert Welagen uit Het verdwijnen van Robbert.
Het lijkt vooral een handig trucje waarmee schrijvers zich indekken tegen al te impertinente vragen over het autobiografische gehalte van hun boek. Als lezer vraag je je af waarom die hoofdpersoon dan zo nodig naar de schrijver zelf vernoemd moest worden. Nu begeeft Saskia de Coster zich met Nachtouders ook op het glibberige pad van de autofictie. Nachtouders is een roman, maar de hoofdpersoon heet Saskia en vertoont nogal wat gelijkenis met haar schepper.
Schrijver Saskia woont samen met haar geliefde Juli met wie ze een zoontje heeft. Juli is de biologische moeder van Saul, Saskia hoefde alleen een handtekening te zetten om moeder te worden. Als niet-biologische moeder mocht Saskia de vader in spe kiezen. Dat werd Karl, een Canadees bij wie ze ooit een paar weken in huis woonde en met wie ze hevig bevriend raakte. Deze gespierde kunstenaar die zelf bladerdeeg maakt en om milieutechnische redenen geen aluminiumfolie in zijn huis duldt, is opgegroeid op een hippie-eiland aan de westkust van Canada waar zijn moeder nog altijd woont.
Hoewel hij meermalen naar Antwerpen reisde om sperma te doneren, heeft hij het kind dat zijn appelwangen heeft geërfd nog niet ontmoet. Dus trekken Saskia en Juli met zoontje Saul naar Canada waar Karl hen zal meenemen naar het paradijselijke eiland van zijn jeugd. Daar staat zijn moeder, Sauls oma, klaar om haar kleinkind aan haar boezem te drukken.