Hoe vaak gebeurt het dat je dankzij een schrijver schuddend van het lachen uit je bed/van de bank/uit de hangmat rolt? Niet vaak genoeg.

Hoewel humor niet objectief meetbaar is, durven we het wel aan deze boeken het predikaat ‘met lachgarantie’ mee te geven.

De halfbroer

Nicolien Mizee

In een grijs verleden schreef Nicolien Mizee een paar zeer vermakelijke romans over een sociaal onaangepaste vrouw en haar disfunctionele (lees: behoorlijk krankzinnige) familie. Daarna bleef het heel lang stil. Maar Nicolien bleek gelukkig nog lang niet uitgeschreven.

Met De halfbroer (Nijgh & Van Ditmar) demonstreert ze opnieuw haar scherpe oog voor het bizarre in het alledaagse. Ze combineert Joop ter Heul-achtige woorden als ‘balsturig’ met volmaakt levensechte dialogen. In De halfbroer heeft schrijfster Marly heel wat te stellen met haar bloedverwanten, terwijl ze intussen probeert de aantrekkelijke Rob aan zich te binden. Klinkt niet spectaculair, maar het is de toon die de muziek maakt.

Ach deze leegte, deze verschrikkelijke leegte

Joachim Meyerhoff

Acteur en schrijver Joachim Meyerhoff heeft van zijn zesdelige autobiografische toneelproject Alle Toten fliegen hoch inmiddels ook een serie boeken gemaakt, waarvan er nu vijf in vertaling zijn verschenen. Het eerste, Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit is geweest (Signatuur), gaat over de vaak bizarre belevenissen van een jongen, Joachim dus, die in een Noord-Duits provinciestadje opgroeit op het terrein van een psychiatrische inrichting waarvan zijn vader directeur is.

Het vervolg op zijn moeizame socialisatie is te lezen in het al even kostelijke Ach deze leegte, deze verschrikkelijke leegte, waarin Joachim een acteursopleiding in München volgt en daar in de villa van zijn bejaarde grootouders woont, een actrice en een filosoof met unieke gewoonten en eigenschappen. Meyerhoff, een groot verteller, schrijft geestig en weet ook te ontroeren.

Familie

Philip Teir

De vergadering gaat over de nieuwe webstrategie, iets waar de meeste aanwezigen geen enkel verstand van hebben. IT’er Markku begint aan een uitleg over contentmanagementsystemen. ‘Hij werkte pas sinds twee maanden bij hen, maar was al bij iedereen geliefd omdat hij de enige was die wist hoe de projector in de vergaderkamer werkte.’

Een scène uit Familie (Ambo|Anthos), de tragikomische debuutroman van Philip Teir, een Zweedstalige Fin die in de markt wordt gezet als ‘het Europese antwoord op Jonathan Franzen’. De wijze waarop Teir het uiteenvallende huwelijk van Max en Kristiina weet te verbinden met grote en kleine maatschappelijke ontwikkelingen, doet inderdaad denken aan Franzens succesformule. De Fin is vilein en ambitieus, hij houdt het met 325 pagina’s alleen iets compacter.

De ongelooflijke zoektocht van Millie Bird

Brooke Davis

De ongelooflijke zoektocht van Millie Bird (Anthos), het debuut van de Australische Brooke Davis, zou ondraaglijk schattig moeten zijn. Een zevenjarige vertelster die na het overlijden van haar vader door haar verwarde moeder wordt achtergelaten in een warenhuis in Perth en vervolgens het hele land doorkruist opzoek naar mams.

Daarbij geholpen door twee excentrieke tachtigers: weduwnaar Karl de Typist, die uit het bejaardenhuis is ontsnapt in, eh, een poging iets van het leven te maken en (ex-)kluizenares Agatha Pantha, een misantropische kluwen van moppertirades en dwangneuroses. Een verhaal als een ach-gut-machine vol hysterisch kleurrijke types? Misschien. Maar Davis’ liefde voor haar personages en haar droogkomische talent maken het even goed tot een verrassend aardige road novel over eenzaamheid en rouw. Vederlicht en ontroerend.

Mensen zonder uitstraling

Jente Posthuma

Zou het ermee te maken hebben dat ze in Twente opgroeide? Zeker is in elk geval dat Jente Posthuma zich in Mensen zonder uitstraling (Atlas Contact), een kampioen van de gortdroge zinnetjes toont. Schijnbaar laconieke mededelingen die het levensverhaal van haar vertelster laten sprankelen van de wrange humor en melancholie.

Een jeugd met een polderdivamoeder, mislukt actrice, die sterft aan kanker; een wat onbeholpen vader, psychiater, die er daarna het beste van probeert te maken. Doelloze schrijfsterdromen in Parijs, gedoe met vriendjes, een pril eigen gezin. Tamelijk doorsnee materiaal is het eigenlijk, dat wordt opgetild door een uitzonderlijke toon en timing. ‘Als mijn moeder over haar trouwdag praatte, kreeg ze tranen in haar ogen. Ze had nooit met de toneelschool moeten stoppen.’ Topdebuut.

Wat de golven brengen

Fabio Genovesi

De moeder van Sandro hangt ’s avonds zijn pyjama over de radiator, zodat die lekker warm is als hij naar bed gaat. Dat is een beetje eng, zodra je weet dat Sandro begin veertig is. Gelukkig vindt hij dat zelf ook, blijkt uit een komische monologue intérieur in Wat de golven brengen (Signatuur).

Deze verrukkelijke Italiaanse roman van Fabio Genovesi speelt zich af in het kustplaatsje Forte dei Marmi, dat bevolkt wordt door sterke vrouwen en sympathieke losers. Er valt bij Genovesi veel te lachen. Zoals wanneer Sandro verdwaalt in het bos en de weg terugvindt door de muziek van een karaoketent te volgen: ‘Voor het eerst van zijn leven was hij blij geweest dat hij een nummer van Abba hoorde.’

Dagboek van een provincievrouw

E.M. Delafield

Echtgenoot Robert sukkelt elke avond in slaap boven The Times, buurvrouw Lady B. bemoeit zich met de plek waar de bloembollen staan en de kokkin wijt elk mislukt diner aan problemen met het fornuis. Dit zijn de problemen die aan de orde komen in Dagboek van een provincievrouw (Karmijn). E.M. Delafield was een schrijfster van stand die in de jaren twintig een upper middle class huishouden in Devon bestierde.

Haar satirische dagboeken werden als feuilleton gepubliceerd in een populair tijdschrift en zijn ook honderd jaar later nog een feest om te lezen. Saaie echtgenoten, onopgevoede kinderen en snobistische feestjes zijn immers van alle tijden. Combineer Bridget JonesDownton Abbey en Pride & Prejudice en u komt aardig in de buurt.

De draagbare Veblen

Elizabeth McKenzie

Niks heerlijker voor een lezer dan zonder hulp van buitenaf zomaar een schrijver te ontdekken. Was het de eekhoorn op het omslag van De draagbare Veblen (Nijgh & Van Ditmar) van Elizabeth McKenzie die de doorslag gaf? Geen idee, maar wat een fijne verrassing bleek deze roman. Hoe vaak lig je je zo kostelijk te amuseren op de bank? McKenzie biedt grinnikgarantie. Veblen, eekhoornliefhebber en amateurvertaler Noors, is een vrouw met idealen, iemand die weinig nodig heeft om gelukkig te zijn.

Haar verloofde, neurowetenschapper Paul, staat op het punt door te breken met een uitvinding en droomt over een grootse toekomst. Maar de ster in deze filmische satire is Veblens moeder, de hypochondrische Melanie die in griezelig herkenbare dialogen getypeerd wordt.

Standaardafwijking

Katherine Heiny

Huwelijkse sleur en opvoedellende vormen de centrale thema's in 'Standaardafwijking'. Hierover weet Katherine Heiny je te ontroeren, maar laat ze je ook hardop lachen. Glimlachen vooruit, maar hardop lachen om een boek is een zeldzaamheid. Alleen daarom al mag Standaardafwijking (Nijgh & Van Ditmar) van Katherine Heiny niet ontbreken in dit lijstje.

Verteller is vijftiger Graham, getrouwd met de veel jongere Audra; zo’n vrouw die alles over iedereen weet, gestrande zielen uitnodigt te komen logeren en die afwisselend onweerstaanbaar en onuitstaanbaar is. Zoon Matthew heeft Asperger. Zijn origamiclubje is de enige plek waar hij tot zijn recht komt, en deze subcultuur levert voer voor hilarische scènes. Huwelijkse sleur en opvoedellende, het zijn geen hemelbestormende thema’s, maar Heiny bewijst dat een echt goeie schrijver ook kan ontroeren met een aanrechtgesprekje over de voordelen van de pureeknijper boven de stamper.