Laten we vaker klassiekers lezen. Al dan niet vergeten. Die zijn immers niet voor niets klassiek.
Dat Albert Camus ineens weer op de bestsellerlijsten staat, bewijst dat niets onmogelijk is in boekenland. Weg met de waan van de dag!
De brug van San Luis Rey
Thornton Wilder
De Amerikaan Thornton Wilder (1897-1975) is een literaire grootheid die, hoewel hij ooit drie Pulitzerprijzen ontving, ook in eigen land in de vergetelheid dreigt te raken. Ten onrechte, blijkt bij het lezen van deze korte roman uit 1927, De brug van San Luis Rey (Van Oorschot). ‘Op vrijdag 20 juli 1714, rond het middaguur, brak de mooiste brug van heel Peru en werden vijf reizigers in de afgrond daaronder geslingerd,’ luidt de openingszin.
De franciscaner broeder Juniper is getuige van het drama, en besluit als een theologische detective de levens van de slachtoffers te onderzoeken. Tijdloze vraag: waarom paste juist hun dood in Gods plan? Een antwoord levert Wilder gelukkig niet. Wel een reeks karakterschetsen in adembenemend elegant proza. Teder en licht ironisch tegelijk. Onvergankelijk, eigenlijk.
Anna Karenina
Leo Tolstoi
Wie bang was dat Leo Tolstoi’s Anna Karenina er in de nieuwe vertaling van Hans Boland niet op vooruit is gegaan, kan gerust zijn. De zwarte japon waarin zij Vronski’s hart verovert op dat gedenkwaardige bal is door Boland opgeluisterd met een ‘festoentje’ en waar de jurk in de vertaling van Wils Huisman nog was gegarneerd met Venetiaanse kant, is dat nu Venetiaanse guipure geworden.
Deze nieuwe vertaling is dus niet per definitie toegankelijker dan de oude. Toch leest de nieuwe Anna (Athenaeum) als de Russische trein waaronder ze haar tragische einde vindt. Boland zelf noemt het verhaal in zijn korte nawoord ‘graatmager’ maar tegelijkertijd schiep Tolstoi met Anna Karenina ‘een wereld waaraan God weinig zou hebben toe te voegen.’
Birmaanse dagen
George Orwell
Wie de twintigste eeuw wil begrijpen, moet George Orwell lezen, stelde The New York Times ooit al vast. Nu de discussie over het koloniale verleden weer volop woedt, is het een uitstekend idee van De Arbeiderspers om zijn Birmaanse dagen opnieuw uit te brengen. Dankzij zijn eigen ervaring als politieagent in het Birma van de jaren twintig, kon Orwell ons een ongefilterde blik gunnen in de weerzinwekkende praktijk van het Engelse koloniale systeem.
Bedienden spreken hun meester aan met ‘allerheiligste god’ en schikken zich in hun kruiperige rol. Vrijgezel Flory, hoofdpersoon van deze roman, is de enige sahib die er nog enigszins democratische neigingen op nahoudt en bezegelt daarmee zijn treurige lot. Een actuele klassieker.
Late Roem
Arthur Schnitzler
Een ambtenaar op leeftijd die ooit één dichtbundel publiceerde, wordt, zogenaamd uit bewondering, door een groepje zich miskend voelende hemelbestormers tot boegbeeld van ‘jong Wenen’ bevorderd – weg met de prutsers van de gevestigde literaire orde! De man laat zich dit welgevallen: eindelijk erkenning. Tot hij tijdens een voordrachtavond zijn vergissing inziet.
Uit de nalatenschap van mensenkenner Arthur Schnitzler werd vorig jaar de novelle Später Ruhm (1895) gepubliceerd, nu als Late roem bij Querido verschenen. Het is een knappe, nog altijd frisse satire op de Weense koffiehuisposeurs, tuk op een onverdiende plaats in de schijnwerpers. Met een ‘glansrol’ van ingebeelde actrice Gasteiner, die met theatraal divagedrag aan Hergés Bianca Castafiore doet denken.
De parel
John Steinbeck
‘Veel kan worden opgemaakt uit de wijze waarop een man zijn hoed draagt,’ aldus John Steinbeck in zijn beroemde novelle De parel (Athenaeum). In dat verhaal vindt een arme Mexicaanse parelvisser, uitgerekend op de dag dat zijn pasgeboren zoontje door een schorpioen gebeten wordt, een kolossale parel. Met de opbrengst kan hij niet alleen de dokter betalen, maar ook nieuwe kleren kopen en eindelijk trouwen met zijn Juana.
De parel is een klassieke vertelling over hoe een goede man in een slechte verandert zodra het lot hem gunstig gezind is. Een moralistische parabel, maar wel eentje die je achter elkaar uitleest en die je ondanks alle pathetiek en het onvermijdelijke einde bij de strot grijpt.
De beste jaren van juffrouw Brodie
Muriel Spark
Iemand in de klas heeft het raam te ver opengezet. ‘Vijftien centimeter is meer dan genoeg. Meer is onbeschaafd. Voor die dingen moet je een aangeboren gevoel hebben.’ Aan het woord is Jean Brodie, lerares aan een meisjesschool in Edinburgh en het beroemdste personage van Muriel Spark. De beste jaren van juffrouw Brodie (Orlando) verscheen in 1961 en is bijna zestig jaar later nog even brutaal, sprankelend en geestig.
In nog geen tweehonderd pagina’s schildert Spark met sardonisch genoegen hoe de aanvankelijk zo populaire Miss Brodie met haar onorthodoxe onderwijsopvattingen langzaam haar greep op haar leerlingen verliest. Die doorzien naarmate ze ouder worden hoe haar liefde voor de ‘goudlokkige, eenarmige’ tekenleraar Teddy Lloyd obsessieve vormen aanneemt. Heerlijke klassieker.
Spoken in Moskou
Joseph Roth
In 1926 reisde Joseph Roth een paar maanden met de klok mee door de prille Sovjetunie. Zijn teleurstelling over het beloofde arbeidersparadijs was groot, blijkens de zeventien reportages die hij, als anarchosocialist, voor de Frankfurter Zeitung schreef. De meeste zijn nu door Els Snick vertaald als Spoken in Moskou (Bas Lubberhuizen), aangevuld met nog wat artikelen van Roth, brieven en dagboeknotities.
De joden waren nu misschien beter af, maar de communistische praktijk was hem te sociaal-darwinistisch, opgelegd en zielloos. Overweldigd door alle (negatieve) indrukken stuurde Roth pas na twee maanden z’n eerste artikel op. Beslist geen krantenverslaggeverij, maar vaak subliem verwoorde observaties. ‘Het licht komt misschien uit het Oosten, maar dag is het alleen in het Westen.’