De verwachtingen die hij met De kinderjaren en De schooldagen van Jezus heeft gewekt maakt J.M. Coetzee volledig waar in het slotdeel van zijn trilogie, De dood van Jezus (Cossee), dat ook op zichzelf kan staan. De tienjarige David is een bijzonder kind. Hij vraagt steeds waarom, wil alles anders en verruilt de adoptieouderlijke woning voor het plaatselijke weeshuis.
Ook daar valt hij op, maar dan wordt hij ziek. Talloos zijn de verwijzingen naar en toespelingen op het leven van Jezus zoals dat is overgeleverd in de Bijbel. Ook David voorziet zijn dood, twijfelt aan zichzelf en zijn eventuele boodschap, die na zijn dood vooral aanslaat bij verweesden en verschoppelingen en waarmee zijn volgelingen aan de haal gaan.