‘In iedere vrouw zit iets goeds,’ zegt de nieuwe buurman van Marie. ‘Maar je moet het er wel zelf insteken. Woehahaha!’
Welkom in de Confituurwijk in Gent, waar de jonge Marie De Geest noodgedwongen moet gaan wonen nadat haar vader, een geliefde maar drankzuchtige huisarts, zelfmoord heeft gepleegd. In haar kale huis speelt Marie blokfluit. Tot ongenoegen van de nieuwe buurman, pa Vetstaart. Eigenaar van acht honden, een helse koekoeksklok en vader van zes kinderen van wie er vier dubbele kinderbijslag krijgen ‘omdat ze achterlijk zijn’.
Vermakelijk? Zeker. Maar Femke Vindevogel blijft in Confituurwijk (Van Oorschot) niet hangen in clichés over het harde leven in een Vlaamse achterstandswijk. Wat karikaturen lijken, worden gaandeweg mensen om van te houden.